Matthias Verbergt schrijft in De Standaard van 07-08-2021:
“Waarom keren steeds meer mensen zich af van de politiek? ‘Omdat niet de beste, maar de rijkste, meest charismatische en ambitieuze mensen verkozen worden. Dat is diep onrechtvaardig’, zegt politicologe Hélène Landemore. ‘Iedereen zou moeten kunnen deelnemen aan de macht.’ Haar oplossing: lottrekking. Ze zegt klaar en duidelijk: “nee. ‘Westerse landen als België, de Verenigde Staten en Frankrijk zijn eigenlijk geen democratieën. Democratie betekent macht voor en door het volk. En die macht is niet concreet en beslissend genoeg. De westerse democratieën zijn verkozen oligarchieën, zoals Aristoteles al wist.’ Volgens Landemore, professor politieke theorie aan Yale University, zijn onze huidige bestuursvormen gebaseerd op een historische systeemfout. ‘Bij de oude Grieken betekende democratie burgers die samenkwamen. De Vikings discussieerden elke zomer op een veld om tot beslissingen te komen. Maar in de 18de eeuw werd er gekozen voor de electorale democratie. Dat heeft ons vastgezet tot op vandaag.’...”Het is niet omdat er stemrecht is, dat je een democratie hebt.”
Bij Meer Democratie vzw zijn we het eens met deze zienswijze.
Het geloof bestaat dat democratie gelijkgesteld is aan verkiezingen. Verkiezingen zijn immers vaak de enige manier waarop burgers invloed zouden kunnen hebben in de politiek. Maar het probleem waaraan wordt voorbijgegaan is dat het partijpolitieke systeem als dusdanig de betrokkenheid van de burgers substantieel ondermijnt. Zij moeten om de x aantal jaren hun “volksvertegenwoordigers” kiezen, maar deze verkiezingen worden gedomineerd door politieke partijen. Zij bepalen wie op een verkiesbare plaats komt te staan, en van wie helaas het stemgedrag in het parlement onder directe controle staat van de partijhoofdkwartieren en niet van de mensen die zij dienden te vertegenwoordigen. En zo wordt onze “democratie” een “verkozen oligarchie”… “waar niet de beste, maar de rijkste, meest charismatische en ambitieuze mensen verkozen worden. Dat is diep onrechtvaardig’” zoals Hélène Landemore terecht beweert. Hiermee is de systeemfout gekarakteriseerd. Iemand die zich als “leider” profileert en als dusdanig wil verkozen worden kan niet anders dan in meer of mindere mate “demagogisch” te werk gaan om stemmen te halen. Hoe kunnen de burgers dan nog objectief kiezen zonder aan manipulatie en demagogie onderworpen te worden? Na de installatie kunnen burgers op geen enkele wijze het beleid bijsturen of enig initiatief nemen en hebben daardoor het (terechte) gevoel dat hun stemgedrag een verwaarloosbare tot geen invloed heeft op het beleid. Hoe kan men dan verwachten dat mensen gemotiveerd gaan “kiezen”
In een rechtvaardige samenleving is iedereen is gelijk voor de wet. Opdat iedereen gelijk voor de wet zou kunnen zijn, moet ook iedereen op gelijke wijze kunnen deelnemen aan de productie van wetten – en niet alleen gelijk zijn in het gehoorzamen eraan. In een rechtvaardige samenleving, kunnen diegenen die de gevolgen van een beslissing moeten dragen logischerwijs ook mee beslissen. Gelijkheid in het maken van de wet wordt gerealiseerd door een democratie waarin voor ieder individu een gelijke vrije stem wordt gegarandeerd, ook in de wetsproductie.
In een ware democratie kunnen naast het parlement, waarin al of niet “uitgelote” parlementsleden zetelen, de burgers zelf wetsontwerpen indienen en die door het parlement of via referenda laten goed- of afkeuren. Een ‘geloot’ parlement kan een ‘echte’ vertegenwoordiging van het volk betekenen. Dan verliezen de partijen aan betekenis en kan de particratie overwonnen worden. Op deze manier wordt rekening gehouden met alle lagen van de bevolking. Iedere burger, uit gelijk welke laag dan ook, heeft zo de mogelijkheid om via een gegarandeerd vrije en gelijke stem deel te nemen aan de wetsproductie. Zowel door hierin initiatieven te kunnen nemen als door erover te stemmen. En als beslissingen van het parlement niet gedragen worden, kan het volk een correctief referendum eisen. Dat ontraadt het parlement om te zeer in te gaan tegen de wil van het volk.