'Democratische' partijen, vakbonden en allerhande burgerorganisaties verenigen zich tegen het 'ondemocratische' Vlaams Blok. Maar hoe democratisch zijn ze zelf? Men is geen democraat, alleen maar omdat men tegen het Vlaams Blok ageert. Democratie betekent letterlijk: volksheerschappij. Democratie betekent dat het volk soeverein is en altijd het laatste woord heeft. Democratie betekent dat niemand aan de meerderheid van de bevolking ongewenste maatregelen of wetten kan opleggen.
België is geen democratie, maar een particratie. In ons politiek systeem heeft de bevolking niet het laatste woord. Wij zijn verplicht om ons beslissingsrecht af te staan aan verkozenen. Wij hebben niet het recht om zelf direct te beslissen, zelfs niet indien we dat willen. Wij worden dus bevoogd. Een voorbeeld? Uit een enquête in 1996 bleek dat de grote meerderheid van de Belgen een referendum wilde over de invoering van de euro. Toch vond zo'n referendum niet plaats. En geloof maar niet dat er onder onze bevolking een meerderheid te vinden is voor ons onrechtvaardig belastingsysteem, dat inkomen uit kapitaal ontziet en inkomen uit arbeid overbelast. Maar een referendum hierover is onmogelijk.
Demagogie tegen het referendum op volksinitiatief
Tegenstanders van directe democratie schilderen het referendum op volksinitiatief af als een gevaarlijk wapen in handen van rechtse extremisten. Op 24 september jongstleden konden de Zwitsers op diverse bestuursniveaus stemmen over de meest uiteenlopende onderwerpen. Een greep: in het kanton Solothurn besloten de kiezers om het aantal zetels in de kantonnale raad tot honderd te beperken. In Appenzell Ausserrhoden keurden de kiezers een nieuwe schoolwet goed, die onder meer in een nieuwe finacieringsregeling voor scholen voorziet. In Schwyz keurden de kiezers een belangrijke belastingverlaging goed. In Sankt Gallen werd onder meer de bouw van een nieuwe middenschool aangenomen. Hierover lees je in de kranten niets; het contrast met de chronische onmacht van de Belgische kiezer zou te pijnlijk zijn. De pers focuste uitsluitend op één (kansloos) referendum over migratiebeperking, om te suggereren hoe gevaarlijk en 'racistisch' directe democratie wel kan zijn. Nochtans wonen in het conservatieve Zwitserland verhoudingsgewijs tweemaal zoveel buitenlanders als in België en telt Zwitserland verhoudingsgewijs meer asielzoekers.
Als het even kan, wordt directe volksdemocratie zelfs met nazisme in verband gebracht. Hugo Schiltz verklaarde in Humo (28.01.2000) dat het referendum een instrument was in handen van Hitler. De Standaard schrijft dat referenda in de woelige Weimarrepubliek 'manipulatieve speeltjes werden van de opkomende nazipartij' (07.09.2000). Onzin. Het referendum op volksinitiatief bestond wel onder de Weimarrepubliek, maar niet onder het naziregime. Omdat de Weimarwetgeving een participatiequorum van 50 procent voorzag, kwamen tussen 1919 en 1933 maar twee volksinitiatieven tot stand en die mislukten.
Hitler is aan de macht gekomen doordat de Reichstag (het Duitse parlement) hem op 23 maart 1933 via het Ermächtigungsgesetz niet alleen tot rijkskanselier koos, maar de toekomstige Führer ook onbeperkte macht toestond. Bovendien had het parlement op dat ogenblik al niet meer de samenstelling die uit de laatste representatieve verkiezing volgde, omdat de communistische fractie grotendeels achter slot en grendel zat. In elk geval kwam Hitler aan de macht langs zuiver parlementaire weg; directe democratie speelde daarbij geen enkele rol. Gezien de laatste verkiezingsuitslagen zou het Ermächtigungsgesetz bij directe volksstemming meer dan waarschijnlijk géén meerderheid hebben gehad. De nazistische machtsgreep toont juist het gevaar aan van een zuiver parlementair systeem, zonder mogelijkheid tot directe volkstussenkomst.
Onder het naziregime waren referendums op volksinitiatief uitgesloten. Wel organiseerden de nazi's drie plebiscieten (volksraadplegingen op staatsinitiatief). Het plebisciet heeft echter niets met het referendum op volksinitiatief te maken. Het is nogal evident dat een referendum op volksinitiatief vrij spreekrecht vereist, het recht om onbedreigd handtekeningen te verzamelen enzovoort, en dat is onder een dictatuur per definitie onmogelijk. Pittig detail: de eerste naoorlogse Bondspresident Theodor Heuss was een van diegenen die in 1933 als lid van de Reichstag Hitler tot dictator uitriepen. Heuss werkte ook mee aan de naoorlogse grondwet van de Bondsrepubliek, en schreef dat het referendum op volksinitiatief uit de grondwet was geschrapt... om de democratie tegen demagogen te beschermen.
Over het vrouwenstemrecht en de doodstraf
Tegenstanders van het bindend referendum op volksinitiatief verwijzen graag naar de late invoering van het vrouwenstemrecht in Zwitserland. Het vrouwenstemrecht werd in Zwitserland 22 jaar later ingevoerd dan in België. Dezelfde bronnen verzwijgen echter dat het vrouwenstemrecht in verschillende Amerikaanse deelstaten (Colorado, Oregon, Arizona en Wyoming) reeds voor de Eerste Wereldoorlog werd ingevoerd... via het referendum op volksinitiatief. Deze dijkbreuk op deelstaatvlak leidde dan tot de invoering van het vrouwenstemrecht op federaal niveau (de USA kent geen referendum op volksinitiatief op federaal niveau, maar wel in ruim twintig deelstaten). In feite is de late invoering van het vrouwenstemrecht in Zwitserland vooral een gevolg van het feit dat het land niet betrokken raakte in de Tweede Wereldoorlog. In de meeste landen kwamen de grote hervormingen in het kiesrecht tot stand na de schok van de oorlog. Zo werd in België het algemeen enkelvoudig stemrecht ingevoerd direct na WO I, en het vrouwenstemrecht na WO II.
En de doodstraf? Onderzoek (onder meer door prof. Hermann Heußner, Osnabrück, en prof. Elisabeth Gerber, San Diego) toont aan dat er geen verband bestaat tussen het voorkomen van de doodstraf en de mogelijkheid tot het referendum op volksinitiatief. In Zwitserland bestaat de doodstraf niet, al kunnen de burgers die elk ogenblik per referendum invoeren. Integendeel: de strafwethervorming die in 1935 de doodstraf in Zwitserland afschafte, werd per referendum goedgekeurd (in België werden na dat jaar nog vele executies voltrokken). In Texas, de Amerikaanse staat waar de doodstraf het meest wordt toegepast, bestaat geen referendum. Het onderzoek wijst uit dat de doodstraf voorkomt in de staten waar voor deze praktijk ook een meerderheid bij de bevolking bestaat, onafhankelijk van de aan- of afwezigheid van directe democratie.