Nee, de volksvertegenwoordiging vertegenwoordigt het volk niet. Dat is door diverse VLD-politici uitgesproken naar aanleiding van het 'debat' over het 'migrantenstemrecht'. VLD-voorzitter De Gucht bevestigde dat de parlementsleden zich niet vrij kunnen uitspreken: 'Het zijn tuchtstemmingen. SP.A en MR hebben moeite om hun parlementsleden onder controle te houden. Als er vrijheid was om te stemmen, zou er geen meerderheid zijn voor het migrantenstemrecht.' (De Standaard, 08.12.2003, p. 4)
VLD-senator Jean-Marie Dedecker liet zich uit in dezelfde zin. Met enkele medestanders had hij een laatste ultieme enquête gefinancierd, die moest peilen naar de mening van de Vlamingen over deze kwestie. Daarbij zouden de 'betrouwbaarheidsnormen van het NIS' (Nationaal Instituut voor de Statistiek) zijn gevolgd. Resultaat: 62 procent is tegen gemeentelijk stemrecht voor personen van niet-EU-nationaliteit die meer dan vijf jaar in België verblijven; 26 procent is pro. Op de vraag: 'Wat is uw conclusie als het migrantenstemrecht, ondanks uw enquête, wordt goedgekeurd?' antwoordde Dedecker: 'Dat de hoge vergadering van de Senaat het volk niet meer vertegenwoordigt (...) Als de senatoren – tegen beter weten in – weigeren de stem van het volk te horen, zijn ze nog maar met één ding bezig: de marsbevelen van de partijtop en het behoud van de eigen postjes.' (Het Laatste Nieuws, 11.12.2003, p. 2)
Natuurlijk hebben deze VLD'ers gelijk. Alleen: hun conclusies hebben niet enkel betrekking op de goedkeuring van het stemrecht voor naturalisatieweigeraars. Vrijwel alle parlementaire stemmingen zijn tuchtstemmingen.