Roland Duchâtelet gaat voor consensusdemocratie

Vijftien maanden regeringsvorming. Dan is er iets mis met het systeem. Ingenieurs vragen zich dan af: wat was de 'root cause' van deze 'major system failure'?

Misschien zijn de politieke partijen behalve met het algemeen belang te veel bezig met hun eigenbelang? Ze streven naar een groter marktaandeel, waardoor samenwerking met concurrenten onnatuurlijk is. Dat systeemprobleem is er theoretisch niet in een tweepartijensysteem zoals in de VS, omdat de winnende partij de absolute meerderheid heeft.

In de tijd van de Grieken, toen de democratie werd ingevoerd, was er geen sprake van politieke partijen. De vertegenwoordigers in het parlement werden bij loting aangewezen omdat dat de efficiëntste manier was – en misschien nog is – om een representatieve vertegenwoordiging van de bevolking te bekomen. Loting bestaat vandaag nog voor de aanwijzing van een assisenjury. De Griekse bevolking kon wél stemmen om een ongewenst leider te verbannen. In Rome werd men senator door coöptatie.

In vele andere landen waar een parlement werd ingevoerd, zoals Engeland in 1066, werden de leden bepaald op basis van hun vermogen of status. In de meeste gevallen was de rol van het parlement de vorst bij te staan in het maken van wetten, het spreken van recht en het ondersteunen van het beleid, bijvoorbeeld op het vlak van belastingen. Ze werden lang niet verkozen. Het eerste parlement dat op een primitieve manier verkozen werd, was dat van Simon van Montfort in 1265. In het Engelse Lagerhuis dat nadien vorm kreeg, wordt voor mensen gekozen, niet voor een partij. Pas rond 1680 verenigden verkozenen zich in twee groepen die men politieke partijen zou kunnen noemen, doordat verkozenen zich over een bepaald thema, in dit geval het geloof van de koning, polariseerden.

Politieke partijen zijn dus geen essentieel onderdeel van een democratisch systeem. Naar België vertaald zou men 250 kiesomschrijvingen kunnen maken ter grootte van steden als Sint-Truiden, Turnhout of Halle die elk één afgevaardigde naar het parlement sturen. Grotere gemeenten tellen dan meerdere kieskringen, kleinere worden samengevoegd. Het voordeel is dat de kiezers de kandidaten veel beter kennen dan nu, en dat de lokale belangen veel evenwichtiger zouden zijn vertegenwoordigd in het beleid dan nu.

Met een politieke partij kiest de kiezer voor waarden die de vertegenwoordigers van die partij geacht zijn te verdedigen. Hij hoeft dus de individuele kandidaten niet te kennen. Vandaag zijn de waarden en programma's van politieke partijen echter erg vergelijkbaar, zodat de beste tv-performer de verkiezingen wint.

Behalve voor het afschaffen van politieke partijen pleiten specialisten voor systeemwijzigingen om de concurrentie zo veel mogelijk te vervangen door samenwerking. Convergentie- of consensusdemocratie heet dat.

In België heeft Steve Stevaert dat gedaan in Hasselt en Patrick Janssens in Antwerpen. Met zeer goede resultaten. Door de partijen die eigenlijk de verkiezingen verloren hebben toch te betrekken in het beleid en dat ook consequent dagelijks vol te houden, creëert men een sfeer van vertrouwen en samenwerking. Het mooiste voorbeeld is Europa, waar in het begin voor alles een consensus van de lidstaten nodig was. En Zwitserland, een land dat erg vergelijkbaar is met België, is een consensusdemocratie. Alle partijen zijn in de regering vertegenwoordigd, steeds met hetzelfde aantal leden, tenzij er zéér grote verschuivingen zijn in het aantal stemmen. Alle partijen werken dus samen. Dat is mede te danken aan de bindende referenda, waardoor de hoogste macht bij de bevolking ligt. Ook regeringsbeslissingen kunnen er ongedaan gemaakt worden via referenda.

Beter? Het overheidsbeslag op de welvaart bedraagt in Zwitserland 32 procent, in België 54 procent. De belastingen zijn in verhouding. Het gemiddelde inkomen is hoger, de werkloosheid veel lager en er zijn geen stakingen in het openbaar vervoer en de gevangenissen.

Vertaald naar België zou een stap in die richting betekenen dat er een regeerakkoord komt over de volgende verkiezingen heen, omdat die er over twee jaar al aan komen. Anders lijkt het bijzonder moeilijk de voor onze welvaart zo noodzakelijke geleidelijke afslanking van de overheid door te voeren.

 

Bron: De Tijd, 24.09.2011

 


 

De tekst lijkt me goed doch nogal dubbelzinnig i.v.m. politieke partijen.

Men zou radicaal moeten gaan, in zoverre vertegenwoordigende organen nodig zijn voor besluitvorming, voor het (wel vermelde) loterijsysteem. Politieke partijen zijn een negatief verschijnsel, ze zijn niet alleen geen essentieel onderdeel van een democratie, ze zijn een majeur obstakel voor democratie. Politieke partijen zijn een soort bendes die zich tussen de burger en de besluitvorming hebben gewrongen, die zich hebben opgedrongen als  onontwijkbare 'vertegenwoordiger' voor de burger en die aldus het besluitvormingsproces corrumperen. Ook in Zwitserland werken politieke partijen negatief. Alleen hebben ze daar wat minder impact vermits democratische besluitvorming (volksstemmingen) mogelijk is. De ideologische concepten die de politieke klasse heeft ingevoerd, met in de kern de bewering dat ons systeem op een of andere manier 'democratisch' zou zijn, moeten tot op de grond worden bestreden en afgebroken.

Partijenvrije consensusdemocratie, in plaats van de valse 'vertegenwoordigende democratie' met politieke partijen in de hoofdrol, is in wezen een vervanging van de cultus van de politieke leugen door de cultus van de waarheid. Het begrip 'consensus' heeft inderdaad alleen maar zin indien men uitgaat van het gegeven dat mensen elkaar daadwerkelijk kunnen vinden in het zoekproces naar objectief voorhanden zijnde waarheid. Het is de waarheid, en de mogelijkheid om die te vinden, die aan het concept van maatschappelijke consensus en maatschappelijke besluitvorming zin geeft.

Ook secundaire door de politieke kaste ingevoerde nepbegrippen of memen dienen integraal te worden ontmanteld. Ik noem bijvoorbeeld het concept 'solidariteit', dat in België heel populair is, omdat het onder meer de verantwoording moet leveren voor de eindeloze transfers van noord naar zuid. Deze 'solidariteit' is een vals begrip omdat ze op staatsdwang berust, terwijl echte solidariteit door de aard der zaak op vrijheid berust. Ik ben wel een voorstander van solidariteit, maar die moet vrij zijn, d.w.z. de individuele burger dient de mogelijkheid te hebben om te bepalen hoeveel hij inzake solidariteit wil afstaan aan de Franstaligen, aan de Somaliërs, aan de asielzoekers, enzovoort. Dwangsolidariteit is ononderscheidbaar van diefstal. Door de politieke klasse opgelegde dwangsolidariteit is massale dieverij, met als verzwarende omstandigheden de aspecten bendevorming en recidive.

Ten slotte dient opgemerkt dat daadwerkelijke democratie slechts een middel is om goede ideeën te implementeren. Die ideeën ontstaan niet door het voorhanden zijn van democratie, maar dienen eerst ontwikkeld te worden. Bijvoorbeeld democratie zal niet volautomatisch de financiële crisis oplossen; democratie is geen ideeënproducerende instelling maar een ideeënverwerkend instituut.

 


 

Ik ga volledig akkoord met wat Jos Verhulst schrijft.

Ik meen dat het een belangrijke stap is dat Roland Duchâtelet langzaam aan het inzien is dat politieke partijen overbodig zijn. Ik meen ook dat deze wending irreversibel is. Hij heeft op de laatste Vivant-vergadering expliciet verwezen naar de gesprekken die hij met een aantal mensen van Meer Democratie hierover heeft gehad. Ik meen dat het jouw verdienste is als een van de eersten dit idee te hebben aangebracht. Goede ideeën overtuigen mensen, en die overtuigen weer op hun beurt andere mensen.

Hij heeft een column in De Tijd, en via de Vivant-beweging zullen ook een aantal mensen hem volgen in deze nieuwe richting. De piratenbeweging zit ook op dergelijk spoor (maar dan voornamelijk stemmen via internet). Ik geloof nog steeds dat ideeën sterker zijn dan wapens.