Grondwetspecialist Toon Moonen (UGent) zegt dat het advies van de Raad van State kritisch is, 'maar geen fundamentele bezwaren bevat'. De Raad adviseert om niet met ministeriële besluiten te werken, maar met koninklijke besluiten (KB's). Maar wat met de rol van het parlement? De Raad van State ziet geen graten in de pandemiewet, wel integendeel. “De Raad zegt dat een bekrachtiging bij wet (door het parlement) van de koninklijke besluiten achteraf niet nodig is” m.a.w. de rol van het parlement wordt weer verder beknot.
Het gelijkheidsprincipe in de pandemiewet: De Liga voor Mensenrechten benadrukt terecht in haar nota voor de Kamercommissie Binnenlandse zaken het gelijkheidsprincipe in de pandemiewet. Immers: “...Voor de meest kwetsbaren in onze samenleving heeft deze crisis immers nog meer kwetsbaarheid betekend….” Kan het parlement hiervoor zorgen? Vertegenwoordigt het parlement werkelijk het volk? Reeds lang weten we dat het parlement niet is verkozen door de burgers, maar door de partijbureaus, omdat de burgers geen inspraak hebben in de samenstelling van de kieslijsten. In het parlement zitten dus partijvertegenwoordigers en geen volksvertegenwoordigers! Een goed begrepen gelijkheidsprincipe houdt echter in dat iedere burger een vrije en gelijke stem heeft in het tot stand komen van beslissingen en wetten. In een rechtvaardige samenleving moeten de burgers op basis van gelijkheid medezeggenschap krijgen in de te nemen maatregelen, omdat zij het zijn die de gevolgen ervan moeten dragen. Het sociale vereist altijd het doeltreffende, maar ook het proportionele. Dus de hamvraag is: Wat is in mijn sociale omgeving voor mij en de gemeenschap nu passend en rechtvaardig als te nemen maatregel(en)? Dit kan alleen gevonden worden in een open maatschappelijk gesprek waar iedere burger een gelijke en vrije stem heeft. Van hieruit kunnen de burgers zelf wetsvoorstellen formuleren, die ze als rechtvaardig en proportioneel ervaren. In casu ook over de “Pandemiewet”! In plaats van slechts “gehoord” te worden moeten de burgers kunnen beslissen. Sluit u aan bij Meer Democratie vzw en steun ons om dit mogelijk te maken.
Het voorontwerp van pandemiewet: onze nota voor de Kamercommissie Binnenlandse Zaken
“Als er iets is wat we de voorbije maanden geleerd hebben, dan is het wel dat mensen willen bijdragen aan een collectief doel en tijdelijk vrijheden willen inleveren als het aangetoond is dat die opoffering noodzakelijk is en in verhouding staat met wat we als samenleving willen bereiken, en de lasten gelijk verdeeld zijn. Ook dit laatste principe is belangrijk om te benadrukken in een pandemiewet.
Christof Vanschoubroek schrijft in De Standaard van 15-04-2021:
‘De Raad van State geeft hier duidelijk het signaal dat je met dit wetsontwerp vooruit kan, mits een aantal aanpassingen’, zegt de Gentse grondwetsspecialist Toon Moonen. ‘De regering is geslaagd, maar niet met onderscheiding’, zegt zijn Leuvense collega Stefan Sottiaux. ‘Als de regering wil, kan ze met dit ontwerp snel verder.’ “...De voornaamste opmerking slaat op het gebruik van ministeriële besluiten voor de coronamaatregelen en geen Koninklijke Besluiten”… De maatregel moet wel proportioneel zijn, opgelegd worden in overleg met de regio’s en noodzakelijk zijn om het gezondheidsdoel te bereiken”….“De Raad van State maakt ook erg duidelijk dat voor de bestrijding van een pandemie in de toekomst geen gebruik meer kan gemaakt worden van de Wet op de civiele veiligheid.
Tex Van berlaer schrijft in Knack van 15-04-2021:
“Op enkele punten van kritiek na heeft de Raad van State geen al te grote bezwaren bij het voorontwerp van pandemiewet van minister Annelies Verlinden (CD&V). Wel wil ze de machtsconcentratie bij de minister van Binnenlandse Zaken wegnemen.” Grondwetspecialist Toon Moonen (UGent) zegt dat het advies van de Raad van State kritisch is, 'maar geen fundamentele bezwaren bevat'. De Raad adviseert om niet met ministeriële besluiten te werken, maar met koninklijke besluiten (KB's). Zo is niet enkel de minister, maar de gehele regering verantwoordelijk. In zekere zin knipt de Raad de vleugels van de minister van Binnenlandse Zaken.”...”Blijft het feit dat organisaties als de Liga voor Mensenrechten kritisch blijven. Voor hen moet het parlement een veel centralere rol krijgen”