Zwitserland en zijn Volksinitiatieven

Geschreven door Willy Adriaens op 12-02-2025
In Zwitserland kunnen burgers via een volksinitiatief een volledige of gedeeltelijke herziening van de federale grondwet voorstellen. Hiervoor zijn 100.000 handtekeningen van kiesgerechtigde burgers nodig, die binnen een periode van 18 maanden moeten worden verzameld.

 

Volksinitiatieven zijn vastgelegd in verschillende federale wetten, waaronder:

  • De Federale Wet op Politieke Rechten (Bundesgesetz über die politische Rechte, BPR)

  • De Federale Grondwet van de Zwitserse Bondsstaat (Bundesverfassung der Schweizerischen Eidgenossenschaft, BV)

  • De Federale Wet op de Federale Vergadering (Bundesgesetz über die Bundesversammlung, PARL)

1. Verzamelen van handtekeningen

Voordat het verzamelen van handtekeningen begint, controleert de Bondskanselarij of de handtekeningenlijst voldoet aan de wettelijke vereisten (art. 69 lid 1 BPR). Na deze voorlopige beoordeling worden de titel en tekst van het initiatief, evenals de namen van de leden van het initiatiefcomité (art. 68 lid 1 sub e BPR), gepubliceerd in het Staatsblad (art. 69 lid 4 BPR).

De ondertekende lijsten met handtekeningen moeten uiterlijk 18 maanden na de publicatie van het initiatief worden ingediend bij de Bondskanselarij (art. 71 lid 1 BPR). Na deze termijn beslist de Bondskanselarij of het initiatief het vereiste aantal geldige handtekeningen heeft behaald en dus rechtsgeldig tot stand is gekomen (art. 72 lid 1 BPR).

In 1977 werd het benodigde aantal handtekeningen verhoogd van 50.000 naar 100.000.

2. Volksinitiatief voor een totale herziening van de grondwet

Volgens artikel 138 van de federale grondwet (BV) kunnen burgers een totale herziening van de grondwet initiëren. Dit verzoek moet ter stemming aan het volk worden voorgelegd (art. 138 lid 2 BV). De federale conventie kan hierover een stemadvies uitbrengen.

Als het volk het verzoek goedkeurt, worden zowel de Nationale Raad als de Raad van Staten (Kantonsraad), evenals de Bondsraad, opnieuw gekozen (art. 193 lid 3 BV). De nieuw verkozen autoriteiten stellen vervolgens een ontwerp van grondwet op, die ter stemming wordt voorgelegd aan zowel de burgers als de kantons (art. 140 lid 1 sub a BV).

Indien de nieuwe grondwet wordt goedgekeurd, treedt deze in werking op de dag van de aanneming door het volk en de kantons (art. 195 BV), tenzij anders bepaald in een federaal decreet. Wordt de herziening daarentegen verworpen, blijft de bestaande grondwet van kracht.

Tot op heden is slechts één volksinitiatief voor een volledige grondwetsherziening ingediend. Dit gebeurde op 8 september 1935 en werd met meer dan 70% van de stemmen afgekeurd.

3. Volksinitiatief voor een gedeeltelijke herziening van de grondwet

Een gedeeltelijke herziening van de grondwet kan worden ingediend als een voorontwerp of als een algemeen voorstel (art. 139 lid 2 BV). Sinds de invoering van deze mogelijkheid zijn beide vormen toegestaan, al worden de meeste initiatieven als een concreet ontwerp ingediend.

Uiterlijk één jaar na de indiening van het initiatief moet de Bondsraad een verslag en een ontwerp van federale resolutie indienen bij de Federale Vergadering (art. 97 lid 1 PARL). Indien de Bondsraad besluit een tegenvoorstel op te stellen, wordt deze termijn verlengd tot 18 maanden (art. 97 lid 2 PARL).

De Bondsvergadering beoordeelt vervolgens de geldigheid van het volksinitiatief. Het voorstel moet inhoudelijk samenhangend zijn en mag niet in strijd zijn met het dwingend internationaal recht. Indien het initiatief hier niet aan voldoet, wordt het geheel of gedeeltelijk ongeldig verklaard (art. 139 lid 3 BV).

Om te garanderen dat er een besluit wordt genomen, zelfs als de twee raden van de Federale Vergadering het oneens zijn over de geldigheid van (delen van) het initiatief, wordt een speciale procedure gevolgd. Het volksinitiatief of het betwiste deel ervan wordt als geldig beschouwd als de raad die de geldigheid heeft bevestigd, dit besluit handhaaft (art. 156 lid 3 sub a BV; art. 98 lid 2 PARL).

Elke beslissing over de ongeldigheid van een volksinitiatief wordt genomen in de vorm van een eenvoudige federale beslissing, wat betekent dat deze niet aan een referendum wordt onderworpen

Volksinitiatief als uitgewerkt ontwerp

Wanneer een volksinitiatief in de vorm van een uitgewerkt ontwerp wordt ingediend, beslist de Federale Conventie binnen 30 maanden na de indiening of het initiatief geldig is. Indien dit het geval is, bepaalt de Conventie of het initiatief wordt aanbevolen voor aanvaarding of afwijzing door de kantons en de burgers (art. 100 PARL).

Indien één van de Raden bij de algemene stemming een tegenvoorstel aanneemt, kan de Federale Conventie de termijn voor de behandeling van het volksinitiatief met één jaar verlengen (18.art. 105 lid 1 PARL).

Het referendum over het initiatief vindt uiterlijk 10 maanden na de beslissing van de Federale Conventie plaats (art. 75a lid 1 BPR). In jaren waarin federale verkiezingen plaatsvinden, kan deze periode worden verlengd tot 16 maanden (art. 75bis lid 3 BPR).

Een initiatief dat door de Federale Vergadering geheel of gedeeltelijk ongeldig is verklaard, wordt niet ter stemming voorgelegd aan het volk en de kantons, of slechts in zijn geldige delen (art. 99 PARL).

Tegen ontwerpen of voorstellen

Er zijn directe en indirecte tegenvoorstellen.

Directe tegenvoorstellen

De Federale Vergadering kan een grondwetsvoorstel aannemen dat direct ingaat tegen een volksinitiatief en dit samen met het initiatief aan een referendum onderwerpen (art. 101 lid 1 PARL). Kiezers kunnen beide voorstellen goedkeuren (een "dubbel ja") en in een extra vraag aangeven welk voorstel hun voorkeur heeft, voor het geval beide worden aangenomen (art. 139bis lid 2 BV).

Indien het ene voorstel meer stemmen krijgt van het volk en het andere meer stemmen van de kantons in de extra vraag, treedt het voorstel in werking dat de hoogste som van deze beide percentages behaalt (art. 139bis lid 3 BV).

Een direct tegenvoorstel kan worden ingediend door de Bondsraad of door de Raden via een motie (art. 76 lid 1 PARL). Het voorstel wordt in beide Raden besproken voordat een definitief stemadvies wordt opgenomen in het federale decreet over het volksinitiatief (art. 101 lid 2 PARL).

Indirecte tegenvoorstellen

In plaats van een direct tegenvoorstel kan het parlement ook een indirect tegenvoorstel aannemen. Hoewel dit type voorstel nauw verband houdt met het volksinitiatief, wordt het er in een referendum niet rechtstreeks mee vergeleken. Meestal gaat het om een federale wet, maar het kan ook een grondwetswijziging, een federaal decreet of een ordonnantie zijn.

Zowel de Bondsraad, op basis van haar initiatiefrecht (art. 181 BV), als de Raden, via een parlementair initiatief (art. 107 PARL), kunnen een indirect tegenvoorstel indienen.

Bij indirecte tegenvoorstellen heeft de Federale Vergadering twee opties:

  1. Uitgestelde publicatie: Het voorstel wordt pas in het Staatsblad gepubliceerd als het volksinitiatief in het referendum wordt ingetrokken of verworpen.

  2. Onmiddellijke publicatie: Het voorstel wordt direct gepubliceerd zodra het in de eindstemming door beide Raden is aangenomen. In het geval van ordonnanties gebeurt dit in de officiële collecties.

In het eerste geval is het lot van het indirecte tegenvoorstel gekoppeld aan dat van het volksinitiatief:

  • Wordt het volksinitiatief aangenomen, dan vervalt het indirecte tegenvoorstel.

  • Wordt het volksinitiatief ingetrokken of verworpen, dan treedt het indirecte tegenvoorstel in werking, tenzij een referendum daarover wordt gehouden en het voorstel wordt verworpen.

Het initiatiefcomité kan het volksinitiatief op elk moment intrekken totdat de Bondsraad het referendum officieel heeft vastgesteld (art. 73 lid 1 BPR). Meestal gebeurt dit onvoorwaardelijk (art. 73a lid 1 BPR).

Indien de Federale Conventie echter uiterlijk bij de eindstemming over het volksinitiatief een indirect tegenvoorstel in de vorm van een federale wet aanneemt, kan het initiatiefcomité zijn voorstel intrekken onder de voorwaarde dat het indirecte tegenvoorstel niet in een referendum wordt verworpen (art. 73a lid 2 BPR).

Volksinitiatief als algemene suggestie

Wanneer een volksinitiatief wordt ingediend in de vorm van een algemeen voorstel, beslist de Bondsvergadering binnen twee jaar of het initiatief wordt opgevolgd (art. 103 lid 1 PARL).

  • Indien de Bondsvergadering het initiatief goedkeurt, stelt zij een grondwettekst op en legt deze ter stemming voor aan het volk en de kantons (art. 104 lid 1 PARL).

  • Indien de Bondsvergadering het initiatief verwerpt, wordt het rechtstreeks aan het volk voorgelegd (art. 103 lid 2 PARL).

  • Keurt het volk het initiatief goed, dan is de Federale Conventie verplicht een overeenkomstig wetsontwerp op te stellen en dit opnieuw ter stemming voor te leggen aan het volk en de kantons (art. 104 lid 1 PARL).

De federale grondwet vormt het juridische kader van de Zwitserse Bondsstaat. Ze regelt de relatie tussen de Confederatie en de kantons, de structuur en verantwoordelijkheden van de federale autoriteiten, en de fundamentele rechten en plichten van alle burgers.

Afkortingen en bronnen

  • BPR – Federale wet op de politieke rechten (Bundesgesetz über die politische Rechte)

  • BV – Federale grondwet van de Zwitserse Bondsstaat (Bundesverfassung der Schweizerischen Eidgenossenschaft)

  • PARL – Federale wet op de federale conventie (Bundesgesetz über die Bundesversammlung)

Bij interesse kunnen deze artikelen ter inzage worden aangevraagd.

Sluit u aan bij Meer Democratie vzw en steun ons om ons land democratischer te maken. Onze acties zijn alleen mogelijk door mensen als u. Meer Democratie krijgt geen subsidie en de meeste private fondsen sluiten politieke doelstellingen uit. Help ons nog sterker te staan en word Vriend voor een maandbedrag dat u zelf kiest. Daarmee zorgt u dat we snel kunnen handelen en acties op langere termijn kunnen plannen. Maar ook met een eenmalige donatie helpt u onze acties vooruit!

Doneer nu