Hoe democratisch is democratische vernieuwing

“Inzetten op directe burgerdemocratie is geen onschuldig spel. Een poging om de democratie te versterken kan zich ook tegen de democratie keren” beweert Prof. Patrick Loobuyck in Knack van 10-06-2022. 

Hij staat stil bij de voor- en nadelen van initiatieven rond directe, participatieve democratie. Voorstanders gaan er vaak ook vanuit dat gelote burgerpanels de politieke besluitvorming kunnen versnellen en verbeteren. Burgerpanels die door loting tot stand komen, kunnen het voordeel hebben dat er een grotere diversiteit aan stemmen wordt gehoord dan in het parlement waarin alleen beroepspolitici zitten. Er zou ook vrijer gesproken kunnen worden omdat de deelnemers niet in de pas moeten lopen van een politieke partij. De particratie wordt buiten spel gezet. In deze panels kan ook op langere termijn worden nagedacht omdat er geen verkiezingen zijn, zij hoeven zich er geen zorgen over te maken of zij herkozen worden of niet.

Prof. Patrick Loobuyck beschouwt dit als een valkuil. In de gelote burgerraden krijgen de burgers een politiek mandaat zonder verkozen te zijn, zij kunnen er electoraal niet op worden afgerekend. Dat gelote burgers geen verkiezingen moeten vrezen, is volgens hem geen versterking van de democratie, maar hij noemt dit een uitholling van de democratie. Dit lijkt ons een zeer kortzichtige conclusie want de echte “afrekening” bestaat er in dat deze burgers zelf de gevolgen van hun beslissingen moeten dragen. Zij zullen dus zorgvuldiger afwegen en rechtvaardigere beslissingen nemen. Een volgende valkuil bestaat er volgens hem in dat, om meer inspraak geven aan de burger, een methode gebruikt wordt die de meeste burgers buiten spel zet. Burgerpanels werken bovendien niet noodzakelijk transparant en kunnen sterk beïnvloed worden door de visie van bepaalde experten die input geven of het gesprek begeleiden. Eerst en vooral is dit een tegenwerping die ook geldt voor het huidige particratische systeem.

Verder beweert hij:

“Democratie als zelfbestuur is niet gediend met een participatieve shortcut die boven de hoofden van het gros van de burgers wordt genomen…. Het gebruik van burgerpanels gaat zo in tegen de idee dat democratie een vorm van zelfbestuur is….Veel, zoniet alles, hangt natuurlijk ook af van de manier waarop de inspraak wordt georganiseerd.” Hieruit blijkt dat hij niet echt begrijpt of weet wat democratie is. “Participatie” door middel van inspraak via al of niet gelote burgerpanels is nog lang geen democratie. Hij lijkt dit te beseffen wanneer hij schrijft:”... Ook bij de burgerpanels die de regering wil invoeren, zal het van kapitaal belang zijn dat die op een geloofwaardige manier worden ingezet. Ze zullen, zeer terecht, geen wetgevende bevoegdheid hebben.”   

Het installeren van burgerpanels kan zinvol zijn maar als de uiteindelijke beslissingen worden genomen door beroepspolitici, waarvan we weten dat het partij soldaten zijn, blijft de aloude particratie bestaan. Politieke vernieuwing is dan een lachertje. We kunnen van een politieke vernieuwing spreken als de burgers steeds het laatste woord kunnen hebben. Hierover rept Prof. Loobuyck met geen woord. Heeft hij het begrip “Democratie “ wel helder voor de geest? Zoals vele academici en politici stellen zij democratie gelijk met verkiezingen. Het kunnen “verkiezen” van volksvertegenwoordigers is echter nog geen echte democratie. In een echte democratie hebben de burgers zelf wetgevende bevoegdheid en kunnen ze zelf stemmen over wetten. Om praktische redenen zullen niet alle burgers over iedere wet of beslissing moeten meebeslissen. Het is veel praktischer om dit te mandateren aan volksvertegenwoordigers die zetelen in het parlement. Maar hoe kom je nu aan volksvertegenwoordigers zonder voor “kandidaten” te moeten kiezen die door de partijen zijn aangeduid, die daardoor partijvertegenwoordigers zijn en geen volksvertegenwoordigers? Dit kan door de parlementsleden te loten uit een pool van burgers die zo’n mandaat willen opnemen. Zij hebben wetgevende bevoegdheid met dien verstande dat de burgers, naast het parlement, de mogelijkheid hebben om ten allen tijde zelf wetsvoorstellen in te dienen die het parlement moet behandelen. Noem het maar wetsonderwerpen of wetsvoorstellen op volksinitiatief, die mits voldoende handtekeningen op de agenda komen. Wanneer echter het parlement een voorstel niet behandelt of het resultaat van de beslissingen voor de bevolking ondermaats is, kunnen de burgers zelf hierover een referendum organiseren. Alle burgers kunnen dan hun stem uitbrengen over deze wet of beslissing en deze uitslag is bindend. We noemen dit het bindend referendum op volksinitiatief. Deze mogelijkheid moet er zijn want de burgers moeten zelf de gevolgen van hun beslissing dragen. Op deze manier worden geen beslissingen “boven de hoofden van het gros van de burgers ... genomen”

Tot slot schrijft Prof. Loobuyck:

“Het risico bestaat dat de participatieve verwachtingen groter zijn dan wat politiek haalbaar is. Al snel ontstaat dan de perceptie van schijnparticipatie: politici die er burgers bij betrekken om hen de indruk te geven dat er naar hen geluisterd wordt. Wanneer deze indruk zou worden gewekt, zal dit het wantrouwen in de politiek alleen maar groter maken. Inzetten op directe burgerdemocratie is daarom geen onschuldig spel. Een poging om de democratie te versterken kan zich ook tegen de democratie keren. Laat ons maar hopen dat we van dit perverse neveneffect gespaard kunnen blijven.” Deze analyse lijkt ons correct. Maar hij komt er niet toe om het begrip democratie helder te krijgen en te zien dat dit perverse neveneffect kan voorkomen worden via het referendum op volksinitiatief. Wanneer de burgers hun samenleving, via bindende referenda, zelf kunnen vormgeven zal het democratische bewustzijn van de bevolking groeien en krachtiger worden. Het huidige “wantrouwen” tegenover “de politiek” verdwijnt dan want de burgers besturen zichzelf.

Bij Meer Democratie vzw zetten wij ons hiervoor in.

Sluit u dus bij ons aan en steun onze acties om van België een democratie te maken.

Doneer nu