De federale regering wil ‘gewone’ burgers een stem geven bij het herzien van de grondwet. Waarom niet, denkt Marc Reynebeau (De Standaard 21-11-2020). Want nu beslist een particratie die in staatshervormingen ook nooit erg transparant is. Het leidde plots tot opwinding en schampere commentaren: ook ‘uitgelote’ burgers mogen meepraten over een volgende staatshervorming...De klacht was: dat is de turf van verkozen politici, niet van willekeurige individuen die niemand ter verantwoording kan roepen.
Maar, oppert hij, nu gebeurt het “in de beslotenheid van kastelen of achterafzaaltjes, in een geven en nemen tussen de partijen en in compromissen tussen regeringsbeleid en communautaire keuzen, met een eindresultaat waarvan alleen de partijvoorzitters de kleine lettertjes kennen.”..”Zij bestendigen hun monopolie in kennis en controle door al evenzeer door niemand verkozen kabinetten of dito dure advocatenkantoren de wetteksten te laten schrijven en die desnoods ‘met de karwats’ – dixit wijlen Volksunievoorzitter Hugo Schiltz – door het parlement te jagen. Zo werd de term ‘junta’ gangbaar, zo haalde de particratie het immer op de legitieme eis van democratische verantwoording. Nog altijd staan in de grondwet artikels die niemand goed kan uitleggen, of waarvan geestelijke vaders als wijlen Jean-Luc Dehaene (CD&V) verwachtten dat niemand ze kon doorgronden, laat staan uitvoeren.
En dan bezorgd zijn dat het advies van eventueel uitgelote, ‘gewone’ burgers democratisch niet transparant is.
Marc Reynebeau in De Standaard 21-11-2020
Meer Democratie VZW is het eens met de stelling: “Vertrouw de burger toch maar.”
Immers wat is het ultieme doel van de (grond)wet? Dit is toch zorgen dat het er in onze samenleving rechtvaardig aan toegaat. Met andere woorden, onze (Grond)wet(ten) moet(en) rechtvaardig zijn, een weerspiegeling zijn van het rechtvaardigheidsgevoel dat bij alle burgers aanwezig is. En dit rechtvaardigheidsgevoel zegt: iedereen gelijk voor de wet. Opdat iedereen gelijk voor de wet zou kunnen zijn moet ook iedereen op gelijke wijze kunnen deelnemen aan het maken van de wet (en niet alleen in het gehoorzamen). Want in een rechtvaardige samenleving moeten diegenen die de gevolgen van een beslissing moeten dragen ook mee kunnen beslissen, en de gevolgen kennen van hun beslissing. Dit gelijkheidsbeginsel wordt in onze huidige grondwet geschonden, meer bepaald in art.33 dat luidt: “Alle machten gaan uit van de natie. Zij worden uitgeoefend op de wijze door de grondwet bepaald”. Wie is de natie? Dit staat verder in Art. 42: “De leden van beide kamers vertegenwoordigen de Natie en niet enkel degenen die hen hebben verkozen”. Met andere woorden, de macht wordt niet uitgeoefend door de gelijkwaardige burgers, maar door de leden van de kamer waarvan we weten dat het partijsoldaten zijn. Dat deze politici onbetrouwbaar zijn is ten overvloede bewezen. Waarom het maken van de grondwet toevertrouwen aan deze onbetrouwbaren alsof die “in de beslotenheid van kastelen of achterafzaaltjes, in een geven en nemen tussen de partijen en in compromissen tussen regeringsbeleid en communautaire keuzen, met een eindresultaat waarvan alleen de partijvoorzitters de kleine lettertjes kennen” een rechtvaardige grondwet zouden maken?
In een echte democratische staat, waar het rechtvaardigheidsgevoel van alle burgers tot uiting kan komen zou Art. 33 van de grondwet moeten luiden: “De Federale soevereiniteit behoort de burgers toe. Zij oefenen die soevereiniteit uit door hun vertegenwoordigers of bij referendum en op de door de grondwet bepaalde wijze”. De via een referendum tot stand gekomen (grond)wet is steeds transparant want alle burgers kennen hem en hebben er over kunnen stemmen. Het is niet voor niets dat in Zwitserland een grondwetswijziging verplicht via een referendum moet gebeuren.