Als het voor invoering van directe democratie gaat, dan is de grondwet heilig, en wordt de meest strikte interpretatie van de grondwet toegepast om geen directe democratie toe te laten. Als het in hun eigenbelang is, dan is de grondwet een vodje papier voor de politici.
De overheid wil optreden tegen malafide praktijken, maar zet zelf een carrousel op rond de grondwet. Hendrik Vuye is professor staatsrecht aan de universiteit van Namen. De grondwetgever van 1831 vond dat men de grondwet slechts met bevende handen mag wijzigen. De herzieningsprocedure (artikel 195) is rigide en kent twee momenten. Eerst moet het Parlement, bij gewone meerderheid, een verklaring tot herziening opstellen. Die verklaring is een lijst van artikels die gewijzigd kunnen worden. Vervolgens dient het Parlement te worden ontbonden en worden verkiezingen georganiseerd.
Het nieuw verkozen Parlement kan de grondwet wijzigen met een meerderheid van ten minste 2/3. Alleen de bepalingen vervat in de verklaring tot herziening kunnen gewijzigd worden. De bedoelingen van de grondwetgever waren nobel. Verkiezingen betekent dat de kiezer zich over de toekomstige grondwetsherziening mag uitspreken. Het meerderheidsvereiste van 2/3 maakt dat de herziening een groot draagvlak moet hebben. Ooit struikelde het Egmontpact over artikel 195. Eerste minister Leo Tindemans (CD&V) bulderde op 11 oktober 1978 in volle Kamer dat de grondwet 'geen vodje papier' is. 'Ik wil niet dat avonturiers van links of van rechts ooit een precedent van Tindemans zouden inroepen om hun daden goed te praten. (...) Ik verlaat deze tribune; ik ga naar de koning en bied hem het ontslag van de regering aan.'
En toch is artikel 195 een vodje papier. In 1919 werd bijvoorbeeld het algemeen meervoudig stemrecht ingevoerd in strijd met artikel 195. De grondwet bepaalde immers dat verkiezingen moesten gebeuren via het cijnskiesrecht. Pas bij de grondwetsherziening van 1920-1921 wordt dit rechtgezet. Vanaf 1951 ontstaan de eerste Europese instellingen. België treedt tot deze instellingen toe, opnieuw zonder de grondwet aan te passen. Deze ongrondwettelijkheid wordt rechtgezet in 1970. In dat jaar werden de (cultuur)gemeenschappen en de gewesten opgericht, zonder dat deze mogelijkheid was opgenomen in de verklaring tot herziening. Een meer flagrante schending van artikel 195 is niet denkbaar.
De eerste stappen richting democratie, het toetreden tot de Europese instellingen en de eerste stappen richting federalisering, nooit was artikel 195 een hinderpaal. Telkenmale was het een vodje papier en de avonturiers, ze deden maar. In 1970 werd artikel 195 zelfs helemaal ontbloot. Een grondwetsherziening veronderstelt een 2/3-meerderheid. Maar wat betekent dit? Of anders geformuleerd, hoe dient een onthouding in rekening te worden gebracht? Artikel 195 biedt hierover geen uitsluitsel. Uiteindelijk werd een 'avontuurlijke' oplossing bedacht.
In de reglementen van Kamer en Senaat werd ingeschreven dat een onthouding niet wordt meegeteld bij het berekenen van de 2/3-meerderheid. Wat betekent dit? Er zijn 150 volksvertegenwoordigers. Stel dat er 10 afwezig zijn, 137 onthouden zich, 1 stemt tegen en 2 stemmen voor. Dit is voldoende om de grondwet te wijzigen. Maar dit kan de grondwetgever van 1831 toch nooit hebben bedoeld? Nu vertrekt ook de regering-Di Rupo, voor de gelegenheid aangevuld door Groen en Ecolo, op avontuur. Artikel 195 wordt tijdelijk uitgekleed. Bedoeling is om in artikel 195 in te schrijven dat ook bepalingen die niet werden opgenomen in de verklaring tot herziening, deze keer – en alleen deze keer – toch gewijzigd kunnen worden. Dit kan, omdat artikel 195 zelf werd opgenomen in de verklaring tot herziening gestemd in 2010. Bij een volgende staatshervorming belooft men plechtig artikel 195 opnieuw te eerbiedigen.
Al in 2003 was de paars-groene regering-Verhofstadt van plan om artikel 195 te versoepelen of tijdelijk buitenspel te zetten. Geen wonder dus dat SP.A, Open VLD en Groen geen moeite hebben met de huidige plannen. Heftig verzet kwam er van CD&V. Fractieleider Hugo Vandenberghe sprak over de 'constitutionele striptease' van paars-groen. In 2007 onderstreepte huidig staatssecretaris voor Staatshervorming Servais Verherstraeten in de Kamer nog het belang van artikel 195. Nu poneert dezelfde Verherstraeten op zijn website dat 'de eerste steen van de staatshervorming is gelegd' met het akkoord omtrent artikel 195. Zijn de geesten gerijpt? Of heeft CD&V ook deze bocht genomen? Ook de Franstalige partijen hebben een bocht genomen.
Tot voor kort was artikel 195 de waarborg voor het voortbestaan van België. Nu is er eensgezindheid om artikel 195 eventjes te schorsen. De reden hiervoor is overduidelijk, maar de paars-groen-oranje coalitie tracht ze angstvallig te verzwijgen. Het is onjuist te stellen dat men artikel 195 buitenspel moet zetten om de bevoegdheidsoverdrachten te realiseren. Al evenmin moet dit gebeuren om B-H-V te splitsen. Artikel 195 dient buitenspel gezet om een al bij al beperkte hervorming van de Senaat te realiseren, maar vooral om alle compensaties die de Franstaligen hebben onderhandeld in de grondwet te verankeren, zo bijvoorbeeld de mogelijkheid om in de zes randgemeenten te stemmen voor Brusselse lijsten en het uitzonderingsregime inzake de burgemeesters van die gemeenten.
Dit tijdelijk buitenspel zetten van artikel 195 is kennelijk in strijd met artikel 187. Dit laatste bepaalt immers dat de grondwet noch geheel, noch ten dele kan worden geschorst. Het Vlindercompromis van de regering-Di Rupo is niets anders dan een schorsing van artikel 195. Helaas is geen enkele instantie, ook niet het Grondwettelijk Hof, bevoegd om deze schending ongedaan te maken. Dit brengt ons bij een wel heel fundamentele vraag: is een staat waar politici ongestraft de grondwet aan hun laars kunnen lappen eigenlijk wel nog een rechtsstaat? Fraude en fraudeconstructies worden nog steeds zwaar onderschat, stelde John Crombez (SP.A) recent. Inderdaad, grondwetsfraude door politici wordt in België niet gesanctioneerd.
Door Hendrik Vuye, professor staatsrecht aan de universiteit van Namen
Bron: De Morgen 16.02.2012