Luc Huyse legt in De Morgen van 20 augustus een viertal mythes, dit wil zeggen: 'als juist aanvaarde maar ongefundeerde voorstellingen omtrent een persoon, zaak of toedracht', op de weegschaal. Een ervan is dat België sinds 1970 geen democratie meer is. Om die 'mythe' te weerleggen, creëert Huyse zelf een andere mythe: de mythe dat in 'modeldemocratie' Zwitserland de Duitstalige meerderheid gebonden is door afspraken 'die de demografische minderheid de mogelijkheid bieden om bepaalde beslissingen te blokkeren'. Dat is volledig uit de (wetenschappelijke) lucht gegrepen.
In het Zwitserse federale parlement, zowel in de Nationalrat (200 vertegenwoordigers van het Zwitserse volk) als in de Ständerat (46 vertegenwoordigers van de twintig kantons en zes halfkantons), bestaat er geen enkele techniek om de meerderheidsregel te neutraliseren en de taalminderheid te beschermen. Belangenconflicten inroepen is er niet mogelijk. Een alarmbelprocedure is er onbekend. Van stemmingen met een bijzondere meerderheid (en dus een meerderheid in elke 'taalgroep') is er geen sprake. Het federale parlement kent trouwens geen taalgroepen; enkel de partijaanhorigheid van de volksvertegenwoordigers telt, niet de taalaanhorigheid.
Ook bij referenda, waarvan er jaarlijks enkele tientallen plaatshebben, speelt enkel de 'brute meerderheidsregel' en is er geen enkele techniek om een taalminderheid te beschermen, noch op het federale niveau, noch in de meertalige kantons.
Een wetenschappelijk onderzoek uit 1996 leert dat bij de 430 federale referenda in de periode 1875-1994 de Franstalige kiezers vijftien keer 'overstemd' werden door de Duitstalige (met andere woorden een ja-stem of nee-stem van de Franstalige kiezers werd tenietgedaan door een nee-stem respectievelijk ja-stem van de Duitstalige kiezers, of omgekeerd). Ook na 1994 was dat het geval. Zo werd in 2004 een al door het parlement goedgekeurde grondwetsherziening over de inburgering van vreemdelingen van de tweede generatie door een meerderheid van de Zwitserse kiezers verworpen; het nieuwe grondwetsartikel kreeg nochtans ruime steun van de kiezers van de Franstalige kantons.
Bij de referenda in de meertalige kantons geldt eveneens de gewone meerderheidsregel. In Fribourg/Freiburg bijvoorbeeld, een kanton met 63 procent Franstaligen en 30 procent Duitstaligen, werd op 24 september 2000 een nieuwe wet over het onderwijs in de andere landstaal, door de kiezers afgewezen. In de Duitstalige kieskringen had de wet de steun gekregen van ruim 70 procent van de kiezers, in de Franstalige van nog geen 40 procent. Doordat er meer Franstalige kiezers waren, 'overstemden' zij de ja-stem van de Duitstalige minderheid, die de beslissing op geen enkele manier kon blokkeren.
Pariteit of een gelijke vertegenwoordiging van de vier taalgemeenschappen in de Zwitserse federale regering bestaat evenmin. Wel is het zo dat sinds 1959 alle politieke partijen in de zevenhoofdige federale regering vertegenwoordigd zijn. Die afspraak past in de Zwitserse Konkordanzdemokratie, die erop gericht is beleidsbeslissingen in consensus te nemen. Dat bij die consensusvinding niet alleen met de partijstandpunten maar ook met 'gevoeligheden' van de verschillende taalgemeenschappen rekening wordt gehouden, spreekt voor zich. Dat het consensusmodel in Zwitserland behoorlijk werkt, is iets geheel anders dan dat er in Zwitserland technieken zouden bestaan die de demografische minderheid de mogelijkheid geven beslissingen van de meerderheid te blokkeren, zoals Huyse beweert.
Waarheid – en dus geen mythe – is dat er geen enkele (al dan niet federale) staat bestaat waarin een taal- of etnische minderheid zo (over)beschermd is als in België. In die mate dat je niet anders kan dan vaststellen dat de regel 'de numerieke meerderheid regeert', die toch de universele maatstaf van democratische besluitvorming is (en ook in Zwitserland geldt), hier sinds 1970 niet meer geldt.
Mark Deweerdt
Raadgever op het kabinet van minister Bourgeois
23 augustus 2011