Het groot kiezersbedrog komt weer op gang. Vlaamse ministers en parlementsleden, zelfs de voorzitter van het Vlaams Parlement, staan op federale lijsten, maar zeggen al vooraf dat ze blijven zitten waar ze nu zitten. En de Vlaamse Volksbeweging roept op dienst te weigeren om de kiesbureaus te bemannen, maar roept tezelfdertijd op om te gaan kiezen. In onbemande stembureaus? Dit moet België zijn...
De lijsten zijn nog niet klaar. Maar nu reeds is het weer duidelijk massaal kiezersbedrog in alle partijen. Twee van de negen Vlaamse ministers zijn zelfs lijsttrekker voor de Kamer (Lieten in Limburg, Bourgeois in West-Vlaanderen), Vlaams Parlementslid en partijvoorzitster Caroline Gennez 'trekt' de Antwerpse lijst voor de Kamer. Op de tweede plaats staat nog een Vlaams Parlementslid, tevens Antwerps burgemeester, Patrick Janssens. Pas op de derde plaats staat iemand die nu in de Kamer zetelt, Maya Detiège. In Limburg 'trekt' Vlaams fractieleider Lode Vereeck de LDD-Kamerlijst, die ook al aankondigde te blijven zitten.
Nog veel andere kandidaten op de lijsten zitten nu in het Vlaams of het Europees Parlement. Lijstduwer bij de opvolgers bij VLD West-Vlaanderen is Vlaams Parlementslid Mercedes Van Volcem. Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen 'duwt' op de laatste plaats de CD&V-Kamerlijst in Limburg, Vlaams Parlementslid Veerle Heeren staat er op één na laatste. Minister-president Kris Peeters, die zijn ministers had gevraagd zich tijdens de campagne 'terughoudend' op te stellen, 'duwt' de Antwerpse CD&V-Kamerlijst, waar ook nog verschillende Vlaams Parlementsleden op staan. Zo 'steunen' Koen Van den Heuvel en Tinne Rombouts de lijst als opvolgers. Bij de SP-Kamerlijst in Oost-Vlaanderen 'duwt' Vlaams Parlementslid Kurt De Loor de lijst van de opvolgers. In diezelfde provincie 'duwt' Vlaams Parlementslid Filip Anthuenis de VLD-Kamerlijst. In Limburg 'trekt' Europees Parlementslid Frieda Brepoels de N-VA-Kamerlijst, en als 'duwer' vindt men er niemand minder dan Vlaams Parlementsvoorzitter Jan Peumans. Vlaams Parlementsleden Bart De Wever en Filip De Winter doen mee bij de Senaat. (Of dit ook nepkandidaten zijn die zullen blijven zitten waar ze zitten, is mij niet duidelijk.)
Het federaal parlement zal dus gegarandeerd opnieuw ruim bevolkt worden door opvolgers waar we niet voor gekozen hebben. Her en der hoort men dus opnieuw pleidooien om de regionale, federale en Europese verkiezingen weer te laten samenvallen, Zoals in het boek van VRT-journalist Ivan De Vadder dat deze week uitkwam, Pleidooi voor een eerlijke politiek, gesteund in een opiniestuk van Kamervoorzitter Patrick Dewael in De Morgen (07.05.10): 'Ik deel zijn conclusie dat "samenvallende verkiezingen een uitstekende kans bieden om het grote verloop van parlementsleden in te dijken". We hebben nu de kans om dat voor eens en voor altijd te regelen.' Zelfs als die zouden samenvallen, zou men toch daarbovenop moeten verbieden op verschillende lijsten te staan, anders blijft het kiezerbedrog onverminderd voortduren. (Bewijs vandaag al geleverd: bij de verkiezingen in 2009 stonden er 105 kandidaten op twee lijsten, vijf zelfs op drie, door zowel in Brussel als in Vlaanderen en voor Europa op te komen.)
Dat beperken tot één lijst hoor ik Dewael echter niet zeggen. Bovendien wordt hierbij niet gezegd dat samenvallende verkiezingen betekenen dat ook Kamer en (zolang die nog bestaat) Senaat dan een vaste periode van vijf jaar mogen uitdoen, zonder het risico op vervroegde verkiezingen. Nog meer baat voor de partijen en meer jobzekerheid voor hun kopstukken en de 'witte konijnen' allerhande. Bart Maddens schreef in 2008 dat men bij samenvallende verkiezingen even goed het dubbelmandaat opnieuw kan invoeren. Correcter zou zijn, ofwel de verplichting om zijn opgenomen mandaat uit te doen, ofwel de verplichting om het mandaat waarvoor men laatst gekozen werd op te nemen. Dan hoeven verkiezingen helemaal niet samen te vallen omwille van een stoelendans of kiezersbedrog. Uiteraard zou er ook nog geen verbod moeten komen om op verschillende lijsten te staan bij de regionale/Europese verkiezingen. Het is natuurlijk triest dat men hiervoor moet pleiten, en de politieke partijen zozeer het respect voor ons, de kiezers, aan hun laars lappen dat ze dit niet van zich uit respecteren. 'Duwers' die toch geen kans maken op een mandaat, kan men hiermee nog niet uitsluiten, maar de ergste vormen van kiezersbedrog zouden toch onmogelijk worden: verkozen worden en niet zetelen. Want het groot kiezersbedrog bestaat toch daarin dat mensen als Lieten, Bourgeois, Patrick Janssens, Peumans, Vandeurzen, Kris Peeters, enzovoort, alleen de bedoeling hebben om massaal stemmen te ronselen voor hun partij, maar op voorhand al zeggen dat ze een neus maken naar de kiezers.
Minstens zou de kiezer dus een intelligente kiezer zijn als hij die nepkandidaten geen enkele stem geeft. Dan droogt de praktijk wel op, want zonder enig succes. Maar helaas, dat gebeurt niet, en de kiezer laat dus met zich sollen. Heeft het in die omstandigheden eigenlijk wel zin te gaan stemmen, vraag ik mij af, zonder er een antwoord op te hebben, als op voorhand al vaststaat dat er toch een hoop onverkozen vervangers, met beduidend minder stemmen (*), een postje zullen krijgen (**), en er coalities gevormd worden waar we ook al helemaal niets in de pap te brokken hebben, ook al roept de Vlaamse Volksbeweging op zeker te gaan kiezen? (Zie hun bericht hieronder) Tezelfdertijd roept de VVB echter op tot een boycot tegen de organisatie van ongrondwettelijke verkiezingen, door niet te gaan zetelen in een stembureau of telbureau als men daarvoor opgeroepen wordt. Als deze actie een groot succes zou kennen, zouden dus bureaus niet bemand geraken, en kan men geen gevolg geven aan de andere oproep van de VVB, om te gaan stemmen, want men zou dan voor gesloten stembureaus staan. Rustig gaan stemmen kan dus alleen als de boycotactie minimaal blijft, en anderen wel de bureaus bemannen. Een wel heel vreemde dubbeloproep.
(**) Door het kiezersbedrog telde de Kamer aan het eind van de legislatuur 2003-2007 zesenvijftig leden (één op de drie!!!) die via opvolging zetelden. Het kiezersbedrog herhaalde zich voor de Kamerverkiezingen in 2007. Na die verkiezingen namen meteen in de Kamer alleen aan Vlaamse kant een tiental plaatsvervangers een zitje in, en later kwamen er nog een tiental bij. Na drie jaar is van de 88 Vlaamse Kamerleden ongeveer één op de vijf een opvolger. Bij de Vlaamse verkiezingen in 2009 gingen meteen vijftien vervangers in het Vlaams Parlement zitten. Daarna kwamen er nog zes opvolgers bij voor verkozenen die minister werden, wat betekent dat 17 percent parlementsleden werden die wij niet verkozen hadden. Bijna één op de zes dus, al meteen bij het begin van de legislatuur. Dat zijn geen parlementen meer, maar duiventillen.