Kiezersbedrog versus verkiezingsbedrog
Commentaar van Peter Vandermeersch, onder de titel Carrousel van kiezersbedrog
'Als je een mandaat krijgt van de kiezer, moet je dat ten volle invullen', zei Yves Leterme gisteren toen hij bekendmaakte dat hij bij de komende verkiezingen een ondersteunende rol gaat spelen. Dat is een heel juiste stelling. Alleen is het wel eigenaardig om die nu plots te horen verdedigen door de ex-premier. Laat ons de man toch even herinneren aan zijn eigen parcours. Nadat hij in 2003 was verkozen als federaal volksvertegenwoordiger, kandideerde Leterme in 2004 op de CD&V/N-VA-lijst voor de Vlaamse verkiezingen. Het vierjarige mandaat dat hij van de kiezer gekregen had, heeft hij toen dus maar voor een vierde 'ten volle ingevuld'. In mei 2007, halverwege zijn Vlaams mandaat, hield hij het alweer voor bekeken en maakte hij bekend dat hij de Senaatslijst zou trekken bij de federale verkiezingen van een maand later. Met andere woorden, de man die nu met zijn principes zwaait, heeft diezelfde principes verloochend bij de jongste Vlaamse en jongste federale verkiezingen. Yves Leterme is dus wel de laatste die nu de andere politici de oren moet wassen...
Geen marginaal fenomeen
De Wakkere Burger stelde na de eedaflegging op 28 juni 2007 in Kamer en Senaat een overzicht op van 'schijnkandidaten' en hun opvolgers'.
- 17 verkozenen (en opvolgers) op Vlaamse lijsten lieten hun zetel 'zomaar' over aan een ander;
- deze schijnkandidaturen betekenen samen een 'verspilling' van +/- 828.000 voorkeurstemmen;
- hun opvolgers haalden ongeveer 319.000 voorkeurstemmen, of +/- 509.000 naamstemmen minder dan de (schijn)kandidaten-titularissen.
Bert Anciaux (SP.A-Spirit) - Frieda Brepoels (CD&V-N-VA) - Agnes Bruyninckx (VB) - Hilde Claes (SP.A-Spirit) - Filip Dewinter (VB) - Marijke Dillen (VB) - Vera Dua (Groen!) - Caroline Gennez (SP.A-Spirit) - Patrick Janssens (SP.A-Spirit) - Kris Peeters (CD&V-N-VA) - Jan Peumans (CD&V-N-VA) - Johan Sauwens (CD&V-N-VA) - Ivo Belet (CD&V-N-VA) - Frank Vanhecke (VB) - Greet Van Linter (VB) - Gerda Van Steenberge (VB) - Jurgen Verstrepen (LDD)
Definitie 'schijnkandidaat' versus kiezersbedrog
De Wakkere Burger schreef in de zomer van 2004 een memorandum aan toenmalig Vlaams formateur Yves Leterme. Een uittreksel:
Doet u er ook iets aan?
Marc Reynebeau in De Standaard van 27 januari 2009, over het kiezersbedrog: 'Ik weet het, dit verhaal is al eens eerder verteld, ook door mij. Ik kan alleen hopen dat ik het falende geheugen of het murwe democratische geweten wat kon helpen. Want het verschijnsel blijft zich maar herhalen, zonder dat er witte of andere protestmarsen op straat komen of dat de dubieuze kandidaten met zero stemmen weer naar af worden gestuurd.' De organisatie van een protestmars tegen dubieuze kandidaten moet u van de website Nieuw Pierke niet verwachten. Wel zullen we het thema volgen en er zo veel mogelijk over berichten, en elk initiatief dat iets doet tegen het kiezersbedrog met plezier vermelden.
14.01.2009 - WEBLOG VAN FRANK VANHECKE (VLAAMS BELANG)
Kiezersbedrog? Welnee: alle hens aan dek!
Enkele kranten melden vandaag op hun webstek dat ik bij de komende verkiezingen naast de Europese lijst in heel Vlaanderen ook de West-Vlaamse lijst voor het Vlaams Parlement zal aanvoeren. Dat klopt weliswaar, maar is eigenlijk oud nieuws. Een en ander werd maanden geleden reeds beslist, zowel lokaal als nationaal, werd goedgekeurd door de partijraad en zelfs reeds openbaar aangekondigd op ons congres van een paar maanden geleden in Gent. Yesterday's papers, telling yesterdays news.
Interessanter is de opmerking van enkele journalisten dat ik daarmee aan 'kiezersbedrog' zou doen, vermits het voor de hand ligt dat ik maar een van de twee mandaten kan opnemen: hetzij Vlaams Parlement, hetzij Europees Parlement. Het andere mandaat komt dan automatisch toe aan de eerste opvolger op de lijst. Technisch gezien klopt dat natuurlijk ook, maar is dat kiezersbedrog?
Welnu, een ideale situatie is het zeker niet. Ik had liefst enkel de lijst voor het Europees Parlement getrokken en daar ook al mijn tijd en inzet aan besteed. Maar we zijn niet bij een strijdpartij om te doen wat we liefst doen. We moeten doen wat nuttig is voor die strijdpartij en voor ons ideaal. In het geval van West-Vlaanderen staan we voor een zeer grote uitdaging, met een concurrentie die ons met zeer bekende gezichten op het terrein komt bestrijden en openlijk zegt ons te willen 'uitroken' en 'vernietigen'. Die tegenstanders genieten de zeer actieve steun van media en politiek. Moeten wij dan met de handen op de rug gebonden een lijst opstellen met (weliswaar zeer waardevolle!) mensen die relatief onbekend zijn? Of moeten wij alles op alles zetten? De West-Vlamingen hebben voor het tweede gekozen en ze hebben gelijk. We zijn trouwens vast van plan om te laten zien dat we vechten kunnen. Ze mogen van mij elke dag onze partij in hun peilingen begraven – op 7 juni beslissen de kiezers nog altijd en zullen wij opnieuw voor de verrassing zorgen.
En dan wat het 'kiezersbedrog' betreft. Oké, het is geen ideale situatie, ik geef dat toe. Maar de kiezers weten waar ze aan toe zijn, en ze weten ook waarom ik op twee lijsten sta. 'Kiezersbedrog', dat is iets helemaal anders. Kiesbedriegers, dat zijn mensen die hun overtuiging, hun kiesbeloften en hun idealen verraden om toch maar in een of andere pluchen zetel terecht te komen. Moet ik er enkele noemen? Bourgeois ('ik onderhandel zelfs niet vooraleer de splitsing van BHV een feit is' - mei 2004!), Verhofstadt ('met de VLD komt er géén vreemdelingenstemrecht!') of Leterme (te veel om op te noemen). Dát zijn kiesbedriegers. En als sommige journalisten er zich aan storen dat er niet zo erg veel 'bekende' Vlaams Belangers zijn om lijsten aan te voeren, dan kunnen ze beginnen met ons (dus ook die minder bekende parlementsleden) in de media de plaats te geven die ons toekomt.
Hoe democratisch is onze democratie?
In het federale parlement zetelen nagenoeg 40 procent niet rechtstreeks verkozen mandatarissen (n.v.d.r.: in 2006, toen die tekst werd geschreven). Politici die hun zitje te danken hebben aan de talrijke verschuivingen van de ene naar de andere raad en van het parlement naar de regering. In hun plaats kwamen niet zelden illustere onbekenden die nauwelijks stemmen hebben gehaald. Hoeveel kiezers zouden er nog weten wie hun verkozenen zijn? Het parlement van opvolgers. Kiezersbedrog of stoelendans door een strategische samenstelling van de kiezerslijsten.
Onze democratie is dus eigenlijk eerder een particratie. Het zijn de partijen – en niet de kiezer – die beslissen wie op welke zetel terechtkomt. Dat er partijen bestaan, daar is op zich niets mis mee. Ze zijn inherent aan onze democratie en geven de kiezer duidelijkheid over de algemene maatschappelijke visie van de kandidaten op de lijst. De cruciale vraag is niet of een 'parlement van opvolgers' minder of meer performant is, maar hoe groot het democratisch deficit is van een kiessysteem dat dergelijke aberraties toestaat. Spiritist Walter Muis zetelde in 2003 in de Kamer met 686 voorkeurstemmen. Met zo'n 'monsterscore' kan je nog niet zetelen in de gemeenteraad van – pakweg – Alveringem.
Bij de democratische legitimiteit van de opvolgers kan men vragen stellen. Dat zij hun functie zouden beperken tot jaknikken uit angst voor lijfbehoud, is een premature veralgemening. Ze hebben vier jaar tijd om dit morele lijfeigenschap in democratische controle om te zetten. Vele door de wol geverfde politici worden trouwens als opvolger geposteerd om het systeem maximaal te benutten. De dubbele kandidaatstelling van politieke tenoren op de Kamer- en Senaatslijst heeft voor deze opvolgersinflatie gezorgd. Bert Anciaux was in 2003 goed voor vier mandaten: een Europees zitje voor Bart Staes, een senatorieel voor Lionel Vandenberghe, een Kamerzitje voor 'stemmenkanon' Walter Muis en een ministerstoel voor zichzelf. De kopstukken Di Rupo, De Gucht, Stevaert, Verhofstadt, Michel... waren allen goed voor twee extra parlementaire arbeidsplaatsen. Voor Steve Stevaert hadden 734.910 'mensen' gestemd (130.339 in de Kamer en 604.571 in de Senaat). Hij zetelde in geen enkele van beide en heeft zichzelf gepromoveerd tot keizer van Limburg met paleis en hofhouding incluis. Noblesse oblige voor een gouverneur-bruggepensioneerde. (...)
Als het systeem misbruikt wordt, moet je de misbruiken beteugelen, niet het systeem afschaffen. Schaf dan bijvoorbeeld het opvolgerssysteem af (zoals bij gemeenteraadsverkiezingen). Bij vervanging komt dan een kandidaat in de plaats die volgens de wiskundige volgorde van voorkeurstemmen de wil van de kiezer respecteert. Wie verkozen wordt moet zetelen. Ook het gelijktijdig kandideren op meer dan één lijst moet verboden worden. Weg met de dubbele kandidaatstelling. Politiek is geen zelfbedieningszaak.
De ziekte van de politiek is de opvolgerscultuur die het parlement degradeert tot vazalleninstituut. Jobzekerheid in ruil voor volgzaamheid. Door zich op alle lijsten te plaatsen, zorgen sommige tenoren voor drie tot vier opvolgersplaatsen. Verkiezingen zijn geen populariteitstest voor partijvoorzitters, maar hebben het grondwettelijk doel om vertegenwoordigers van het volk aan te duiden. De vaandelvlucht van ministers in de vorige legislatuur gaf het Vlaams Parlement het gewicht van een veredelde gemeenteraad. Jobhopping en mandatenshopping tot norm verheven. Zolang zelfs ministers zich laten gebruiken als playmobils in de speeltuin van een kleine politieke nomenclatuur, zolang hun eigenwaarde niet groter is dan hun carrièrevrees, institutionaliseren ze zelf het democratisch deficit.
'Het is goed in 't eigen hart te kijken, even voor het slapen-gaan', schreef Alice Nahon. Het zou van zelfrespect getuigen dat de parlementairen zich niet meer laten kiezen om dan onbeschroomd hun zitje door te spelen naar een opvolger.
De aanstelling van 27 opvolgers in het Vlaams Parlement in 2004 bracht een nieuwe stoelendans op gang in de Kamer, waar nu één derde van de reservebank komt. Van de senatoren is minder dan de helft rechtstreeks verkozen. De MR heeft in de Senaat zelfs haar quotum van negen opvolgers opgebruikt. De vaudeville rond Marc Wilmots is tekenend voor het failliet van het systeem. Als hij zijn ontslag geeft moet Wallonië terug naar de stembus. Volgens professor Wilfried Dewachter trekken zwakke parlementen zwakke kandidaten aan die op hun beurt de instellingen nog meer verzwakken. Parlementsleden gedragen zich dan als bedienden van hun partij. De socialistische voorman Jos Van Eynde wist het ook al: de kiezers verdelen de kaarten en de politieke partijen spelen ermee.