De aanval tegen de burgerlijke vrijheden: berichten van het front

De dienaars van het globale kapitalisme streven in eerste instantie de installatie van een opiniedictatuur na. Daarbij geldt het principe dat een dictatuur des te efficiënter werkt naarmate hij beter verdoken is. De opiniedictatuur bestaat uit twee luiken. Enerzijds is er een actieve campagne om bepaalde opvattingen koste wat kost bij het brede publiek ingang te doen vinden. Het gaat om de instandhouding van het ideologische rookgordijn. Eén voorbeeld is de bewering dat wij in een 'democratie' leven. Alle politici hebben het voortdurend over 'onze democratie' en de traditionele partijen noemen zich in blok de 'democratische partijen'. De waarheid is dat wij níét leven in een democratie, maar in een particratie. Toch blijven vrijwel alle politici stereotiep spreken over 'onze democratie', en zij worden daarin natuurlijk gesteund door de weldenkende pers. Geen wonder: deze pers ontvangt grootschalige staatssubsidies en de journalisten leven in een soort symbiose met de politieke klasse. Regelmatig komen nieuwe ideologische concepten het jargon versterken. Zo moet de term 'actieve welvaartstaat' het feit verdoezelen dat wij ondanks de stijgende productiviteit meer en langer moeten werken, om de stroom van rentes en dividenden naar kapitaalbezitters verder te laten aanwassen. Daarnaast bestaat er een actieve campagne om alle streven naar nationale soevereiniteit in Europa, en vooral in Duitsland, te demoniseren. Europa moet zich maar gedachteloos in het door de USA gedomineerde globale kapitalisme inpassen. Tegelijk moet de bevolking voorbereid worden op de passieve acceptering van de vernietiging van wat nog rest aan Europese cultuur. De staatscontrole op het onderwijs, waarvan de inhoud alsmaar verder wordt getrivialiseerd, wordt voortdurend versterkt. Bijzondere aandacht gaat daarbij naar rassendiscriminatie en xenofobie. Waarom precies deze discriminaties? Waarom bijvoorbeeld niet de discriminatie van de mensen met lage inkomens als zodanig? Het antwoord is eenvoudig: de bekamping van de discriminatie van mensen met lage inkomens stelt het kapitalisme in vraag, terwijl de bekamping van 'racisme' en 'xenofobie' juist het kapitalisme dient, omdat het de lokale particulariteiten en autonomieën bestrijdt en de massale migratiestromen voorbereidt die het globale kapitalisme voor zijn handhaving nodig heeft.

De eigenlijke ideologische kern van de opiniedictatuur bestaat in de ontkenning van het individuele, met reden en geweten begiftigde menselijke 'ik'. Meer en meer worden wij, in naam van de politieke correctheid, de emancipatie en het zogenaamde antiracisme, gereduceerd tot vertegenwoordigers van biologische categorieën. Een van de meest ontstellende maatregelen die nu in de pijplijn zitten, is de mogelijkheid om statistisch materiaal aan te voeren als bewijs voor discriminatie. Indien in uw stad vijftien procent allochtonen wonen, dan moet uw bedrijf ook zowat vijftien procent allochtone werknemers in dienst hebben, moet uw school ongeveer vijftien procent allochtone leraren en leerlingen tellen enzovoort; zo niet, rust de verdenking van racisme op uw instelling. Dit soort regels impliceert dat mensen gecatalogeerd moeten worden volgens ras of afkomst, en dat men bij het sluiten van bijvoorbeeld arbeids- of huurovereenkomsten met ras of afkomst rekening moet houden om de 'evenwichten' te respecteren. Met andere woorden: deze zogezegd antiracistische wet verplicht de mensen om elkaar constant door een rassenbril te bekijken. Een belangrijke component van deze ideologische terreur is de permanente en onterechte culpabilisering. Indien men bijvoorbeeld vaststelt dat verhoudingsgewijs veel allochtone leerlingen in het beroepsonderwijs terechtkomen, dan wordt dit automatisch toegeschreven aan een gebrek aan 'kansen' en aan discriminatie. De zeer plausibele mogelijkheid dat deze groep gemiddeld minder genetisch bepaalde intellectuele begaafdheid bezit, wordt nooit onderzocht.
 
Een andere vorm van biologisme die steeds meer de kop opsteekt, is de invoering van geslachtelijke quota. De parlementaire werkgroep voor politieke vernieuwing schijnt maar weinig ijver aan de dag te leggen voor de invoering van het referendum. Maar de invoering van het zogenaamde ritsprincipe op de lijsten lijkt een hoge prioriteit te zijn. Ook hier geldt dat een biologisch kenmerk gebruikt wordt om groepsevenwichten te creëren waaraan de individuen ondergeschikt worden gemaakt. Door de invoering van zulke biologistische quorums wordt de kans op verkiezing expliciet afhankelijk gemaakt van het geslacht van het individu. De eigenlijke individualiteit, de innerlijke eigenschappen die de basis vormen voor het vertrouwen, worden ondergeschikt gemaakt aan de biologische kenmerken. De geest van deze maatregelen is volkomen retrograad, en werpt ons terug in de diepe middeleeuwen. Het meest absurde is dat de voorstanders van zulke maatregelen zich als 'progressief' beschouwen. Om het achterlijk karakter van het biologisme te maskeren wordt het nieuwspraak-vocabularium uitgebreid met een reeks nieuwe termen. Zo spreekt men in verband met de geslachtelijke quorums over 'paritaire democratie'. Beide delen van deze uitdrukking zijn op zich een leugen. Vooreerst bedoelen diegenen die deze term invoeren met 'democratie' eigenlijk 'particratie'. Ook de term 'paritair' is in alle opzichten willekeurig. Ten eerste maakt het feit dat er evenveel vrouwen als mannen in het parlement zitten, helemaal geen eind aan de gigantische impariteit die bestaat tussen de paar honderd parlementairen die het monopolie op het wetgevend werk behouden, en de miljoenen burgers – mannen en vrouwen – die de activiteit van die parlementairen machteloos moeten ondergaan. Ten tweede is de geslachtelijke scheidingslijn op zich willekeurig gekozen. Het verschil tussen mensen met een laag inkomen en mensen met een hoog inkomen is eindeloos veel groter dan het verschil tussen mannen met een hoog inkomen en vrouwen met een hoog inkomen. Maar natuurlijk wordt niet naar een inkomenspariteit in het parlement gestreefd. Het idee! De politieke prioriteit van de Kamercommissie voor politieke vernieuwing lijkt vooralsnog de installatie van het biologisme te zijn, terwijl echte burgerdemocratie met directe volkssoevereiniteit op de lange baan wordt geschoven.