Geweld, democratie en multiculturaliteit

Migrant MotherGeweld doet een rechtsstaat, of ze nu democratisch is of niet, op haar grondvesten daveren. Men verlaat dan immers het idee van de wet als 'heersend' principe dat moet gelden in de samenleving ten voordele van het onvoorspelbaar geweld van individuen of groepen die eenzijdig hun eigen regels bepalen. Er is al veel geschreven en gezegd over de recente gevallen van geweld die de laatste tijd in ons land hebben plaatsgevonden, en het lijkt dan ook moeilijk daar nog iets zinvols aan toe te voegen. We zullen toch proberen.

Het valt niet te ontkennen dat (minstens sommige van) de gewelddaden zelf, en zeker de reacties die erop volgden, geïnspireerd waren door het debat over de 'multiculturele samenleving'. De uitzichtloosheid waarin dat debat vandaag meer dan ooit zit, laat zich zeker kenmerken door het feit dat zowat elke gebeurtenis door beide kampen tegengesteld wordt geïnterpreteerd, als een versterking van het eigen gelijk. Om een onvolledige en ongenuanceerde schets te geven, het geweld van allochtonen tegen autochtonen wordt door het ene kamp geïnterpreteerd als een uiting van terechte frustratie, door het andere kamp als het ultieme bewijs van de onwerkbaarheid van die multiculturele samenleving. Het geweld van autochtonen tegen allochtonen wordt door het ene kamp verklaard als een gevolg van het verzet tegen die multiculturele samenleving, terwijl het andere kamp de hypocrisie aanklaagt van het verschil in aandacht dat die gewelddaden krijgen ten opzichte van gevallen waarin de dader-slachtofferrol omgekeerd is.

Op een dieper niveau wijt het ene kamp het falen van de integratie en de enorme maatschappelijke achterstand van bepaalde allochtonengroepen aan het racisme en de onverdraagzaamheid van de autochtone bevolking, terwijl het andere kamp dat juist als een bewijs ziet van de fundamentele onwerkbaarheid van de multiculturele samenleving.

We gaan hier geen uitspraak doen over deze kwestie in de trant van 'als democraat moet je partij kiezen voor A' of juist voor 'B'. Niet omdat we dat niet durven, maar omdat dat principieel niet mogelijk is. Democratie is in eerste instantie een manier van samenleven, zonder dat het zegt met wie je moet samenleven. Je kan een heleboel zinnige dingen zeggen over de implicaties of de voorwaarden van democratie op filosofisch, maatschappelijk of menselijk vlak, maar als puntje bij paaltje komt, gaat democratie over procedures. Dat neemt natuurlijk niet weg dat de keuze voor democratische procedures op zichzelf geen politieke betekenis heeft, integendeel. Maar in dit concreet debat kan er vanuit dat democratisch gedachtegoed geen inhoudelijk oordeel geveld worden over de kwestie van de multiculturele samenleving. We kunnen wel een democratische manier aangeven om met het debat en de beslissingen daarrond om te gaan, en dat is dan ook wat we zullen proberen te doen.

De reden dat de 'migrantenproblematiek' zo'n enorme rol speelt in de politiek is dat de aanwezigheid van mensen met een culturele achtergrond die soms fundamenteel verschillend is, de basis van het maatschappelijke en politieke systeem zelf aantast. De basis van een samenleving is immers in de eerste plaats de wil om samen te leven, geconcretiseerd in gebruiken, gewoonten en een enorm complex aan 'normen en waarden'. Dat die cultuur allesbehalve statisch of vatbaar is, moge duidelijk wezen, en dat er ook binnen de leden van zo'n cultuurgemeenschap enorme verschillen bestaan, is eveneens evident. Dat neemt echter niet weg dat er globaal genomen zeer relevante verschillen bestaan tussen verschillende culturen, en dat het samenleven van mensen met verschillende culturele achtergrond allesbehalve een vanzelfsprekendheid of een eenzijdige 'verrijking' is. Voorstanders van een multiculturele samenleving (alhoewel die term strikt genomen intern tegenstrijdig is als we de definitie van 'cultuur' bepalen als 'de basis van een samenleving') kunnen dan echter terecht opwerpen dat het samenleven met mensen van een andere culturele achtergrond wél verrijkend kan zijn, en dat de eigen cultuur geen doel op zich is maar slechts een middel tot samenleven. Een middel dat dus aangepast kan worden als dat nodig is.

Als een samenleving voor zo'n fundamentele keuze staat, stelt zich de vraag of een politiek systeem als een particratie die uitdaging wel aankan. Een particratie leidt immers per definitie tot het verscherpen van maatschappelijke tegenstellingen in politieke partijen. Een particratie maakt de burger telkens gedurende vier jaar monddood omdat individuele burgers toch geen invloed hebben op de politieke besluitvorming en er hun tijd dus ook niet aan willen verliezen. Je kan dan nog beweren dat er in essentie niets mis is met zo'n systeem omdat politici beter geïnformeerd zouden zijn – wat het geval niet is, maar soit –, maar de vraag is of zo'n particratie ook in staat is om de de maatschappelijke impact van immigranten op te vangen van wie de integratie niet van een leien dakje loopt. Op dat moment – en de actualiteit bewijst het iedere dag – leidt dat 'scherpstellen van maatschappelijke problemen' door middel van politieke partijen immers tot een zeer ongezonde kloof tussen voor- en tegenstanders van die multiculturele samenleving. Deze kwestie is te groot en te belangrijk om enkel aan politici over te laten, en zelfs als we dat zouden willen, zouden ze het nog niet kunnen. Een conflict tussen werknemers en werkgevers is nu eenmaal van een fundamenteel andere aard dan een conflict tussen 'nieuwkomers' (zelfs al zijn ze van de tweede of derde generatie) en 'oude Belgen'.

Een land dat geconfronteerd wordt met immigranten moet immers zijn 'samenlevingscontract' herzien, en dat kan enkel van mens tot mens gebeuren, dat kan je niet doen door een bolletje te kleuren voor een politieke partij. De enige manier om aan een oplossing te beginnen werken is dus om het politieke besluitvormingsproces te verleggen van het parlement naar de volledige samenleving. We hebben het dan niet over vrijblijvende 'gelegenheden tot inspraak' of over goedbedoelde 'interculturele evenementen'. Zonder afbreuk te willen doen aan hun waarde, maar ze zijn niet het geschikte middel om de huidige problemen op te lossen. Je kan het politieke debat tussen mensen pas echt op gang brengen als mensen ook daadwerkelijke politieke beslissingsmacht hebben. Enkel dan zullen mensen – terecht – de nodige tijd en moeite opbrengen voor politiek.

Op die manier, door mensen met direct-democratische instrumenten zelf te laten beslissen over de wetten die moeten gelden in deze maatschappij, zal het samenlevingscontract langzaam kunnen worden her-onderhandeld. Een voorwaarde om tot zo'n contract te komen is echter dat de uitkomst volledig open is. Je kan pas echt 'ja' zeggen tegen een multiculturele samenleving als je ook de mogelijkheid hebt om desgewenst 'nee' te zeggen, en vice versa. 'Strijden tegen racisme' of stellen dat 'racisme geen mening' is is dan uit den boze, want dan stigmatiseer je net zozeer een groep mensen als wanneer gesteld wordt dat 'alle migranten' lui en/of crimineel zijn. De voorwaarde voor zo'n debat mét besluitvorming is dat we zowel mensen die vinden dat alle migranten een pest zijn, als mensen die vinden dat alle migranten een zegen zijn (en natuurlijk iedereen die daartussen zit) aan het woord laten zonder ze meteen te brandmerken als 'racist' of als 'politiek-correcte waterdrager'.

Dat debat zal niet simpel zijn, en de verwijten van 'vuile racist' en 'vuile makak' zullen in het begin waarschijnlijk niet van de lucht zijn, maar het is misschien de enige weg die ons rest. Politici zullen dan wel hun monopolie op de politieke besluitvorming moeten opgeven. Hoe graag ze in dit hele debat ook talloze maatregelen en initiatieven nemen, hoezeer ze ook slaan en zalven, hoe vaak ze ook hoogdravende, opruiende of vermanende verklaringen afleggen, dit is een probleem dat enkel door de bevolking zélf opgelost kan worden, en waar ze dus ook de nodige direct-democratische middelen voor nodig hebben.

Dames en heren politici, het woord is in dezen níét aan u.