In Het Vierde Burgermanifest staat er helemaal niets meer over het referendum.
Ook niet op het Congres over een Open Samenleving. Het zijn praktisch alleen nog de Vivanters van de Open VLD die nog voor directe democratie ijveren.
'Ik ga niet beweren dat alle ideeën uit de burgermanifesten werden verwezenlijkt. Nogal wat van die voorstellen bleven in de kartons van de goede voornemens steken. En dan denk ik aan het begraven van de stemplicht, de invoering van referenda of volksraadplegingen of het afschaffen van de Senaat. Mensen vragen zich af hoe dit in hemelsnaam mogelijk is, nu ik toch al meer dan zeven jaar de regering leid? Het antwoord is eenvoudig. Om in onze democratie je ideeën te realiseren, moet je beschikken over een parlementaire meerderheid. En schaart die meerderheid in het parlement zich niet achter jouw mening, dan mag je het vergeten, hoezeer je het ook anders wil. Dat is wat ik de 'zwaartekracht' van de Belgische politiek zou willen noemen. De Wetstraat in Brussel is een bijzonder complex universum waarin tal van meerderheden en coalities nodig zijn om iets in beweging te krijgen.'
Daarmee deelt Open VLD de politiek gemeenschappelijke deler: geen referendum maar vertegenwoordigende democratie. De agenda van de burgers is ondergeschikt. Alleen de politieke agenda telt. Waarom kunnen eisen van politici wél snel ingang vinden maar burgereisen niet? De euro, Europa enzovoort.
In Het Derde Burgermanifest lezen we de oplossing van dit raadsel.
'Een politicus die geen macht nastreeft, is verachterlijk, want dan streeft hij enkel een inkomen na. Wie in de politiek macht nastreeft, moet dat doen om veranderingen en verbeteringen aan te brengen in de maatschappij.' Die 'veranderingen en verbeteringen' zijn een maskerade voor de legitimatie van de macht. De noodzakelijke veranderingen die de burger vraagt komen er niet. Macht is in totale tegenspraak met een (directe) democratie. Politici zijn partijdienaren geworden in plaats van volksdienaren.