Federale kieskringen bestaan zo goed als nergens

Dewaels bedrieglijke vergelijking

In zijn verdediging van het Pavia-voorstel voor een federale kieskring haalt Patrick Dewael (DS 26.10.2007) een argument aan dat kan tellen als wetenschappelijke onzin: 'Want kijken we bijvoorbeeld naar Duitsland, Zwitserland, Canada en de Verenigde Staten van Amerika, dan kunnen we vaststellen dat er bijvoorbeeld een volwaardig Grondwettelijk Hof bestaat, een Senaat samengesteld uit de vertegenwoordigers van de deelstaten en een federale kieskring voor bepaalde verkiezingen, bijvoorbeeld voor de verkiezing van de president. In de Belgische federatie zijn, abstractie makend van een Grondwettelijk Hof, die elementen niet aanwezig. Nochtans zijn het juist die elementen die in federale landen als noodzakelijk voor de stabiliteit van het land beschouwd worden.'

Welnu, in de Verenigde Staten is er helemaal geen federale kieskring, ook niet voor de verkiezing van de president. Die wordt verkozen door de kiesmannen die door de verschillende staten worden verkozen. Zolang Dewael ook geen Belgische president wil laten verkiezen, zijn Amerikaanse presidentsverkiezingen er trouwens met de haren bij gesleurd. Het is trouwens een publiek geheim dat koning Boudewijn zich verzet heeft tegen een federale kieskring omdat hij vreesde dat de monarchie een systeem met nationaal populaire politici en een de facto rechtstreeks verkozen premier niet overleeft.

In Duitsland is er inderdaad een Grondwettelijk Hof, maar geen federale kieskring: de eerste stem bepaalt de rechtstreeks verkozen volksvertegenwoordiger per district (meerderheidsstelsel), de Zweitstimme gaat naar lijsten per deelstaat. De president wordt niet rechtstreeks verkozen. En de Duitse Bundesrat als model voor de Belgische Senaat? Toe maar! In de Bundesrat zitten de minister-presidenten van de deelstaten met een stemkracht in verhouding tot hun bevolking. Dat invoeren in België betekent een Senaat die bestaat uit de minister-presidenten van de gewesten en gemeenschappen, waarbij Kris Peeters op zijn eentje 60 procent van de stemmen heeft. Als dat niet de bedoeling is, stop dan het bedrieglijk verwijzen naar de Duitse Bundesrat.

In Zwitserland is er al evenmin een federale kieskring: alle parlementsleden worden per kanton verkozen. Er is niet alleen geen Grondwettelijk Hof, maar in beginsel zelfs geen grondwettigheidstoetsing door de rechter: die toetsing wordt door het volk zelf uitgeoefend door middel van referenda en volksinitiatieven. De zetels in de Ständerat (Senaat) worden ingevuld door de kantons, in beginsel twee per kanton, maar er zijn veel meer Duitstalige kantons dan Franstalige zodat het opnieuw bedrieglijk is hierin een argument voor een paritaire senaat te zien.

In Canada is er inderdaad een Grondwettelijk Hof, maar de volksvertegenwoordigers worden per district verkozen (meerderheidsstelsel). De leden van het Hogerhuis worden helemaal niet verkozen, maar naar Brits model benoemd door de monarchie op voordracht door de eerste minister, wat moeilijk een democratisch model kan worden genoemd voor België. Bij die benoemingen wordt wel een zekere proportie per deelstaat in acht genomen (maar géén pariteit). Aangezien het een monarchie is, zijn er in Canada ook geen federale presidentsverkiezingen.

Wat verder opvalt, is dat de landen die Dewael aanhaalt allemaal voorbeelden zijn van centripetaal federalisme, federaties die ontstaan zijn uit voorheen onafhankelijke staten, en niet van centrifugaal federalisme, dit is door defederalisering zoals in België. En voor alle duidelijkheid: ook andere centrifugale federaties (Spanje, Verenigd Koninkrijk) kennen geen federale kieskring, behalve Irak...

De waarheid is dat nationale kieskringen of andere nationale verkiezingen juist typisch zijn voor unitaire landen, zoals Nederland, Portugal (president), Polen (president), Slovenië... Daarbij wordt dan telkens strikt de hand gehouden aan de gelijkheid van elke stem, aan een ver doorgedreven proportionaliteit. Wat Dewael verzwijgt, is dat het voorstel voor een federale kieskring in België ook op dit punt bedrieglijk is, omdat het aantal Nederlandstalige en Franstalige gekozenen op voorhand zou worden vastgelegd en niet op basis van de uitslag van de verkiezingen. De waarheid is ook dat er zelfs in die zeldzame gevallen waar de deelstaten in een Senaat evenveel zetels hebben, dit nooit een pariteit inhoudt, omdat het nooit om tweeledige landen gaat. Het is de fundamentele tweeledigheid van het le pays réel die maakt dat België hoogstens nog als confederatie kan overleven, maar niet als federatie. De waarheid is ten slotte dat aparte Grondwettelijke Hoven in veruit de meeste gevallen zijn ingevoerd na de val van een totalitair of minstens dictatoriaal regime om de jonge democratie te versterken tegen concentratie van politieke macht.

België is de uitzondering waar dat Hof inderdaad, zoals Dewael impliciet stelt, is ingevoerd om bescherming te bieden tegen centrifugale krachten, en daarbij de Vlaamse meerderheid neutraliseert. Waarmee ik geen kritiek wil uiten op de wijze waarop het Hof zijn bevoegdheid invult, maar enkel stellen dat het principieel geen gezond systeem is in een echte democratie. Laten we daarvoor maar wat meer naar Zwitserland kijken, op een correcte wijze natuurlijk en niet op zijn Dewaels.

 

Matthias Storme in De Standaard van 06.11.2007
Matthias Storme is hoogleraar rechtsvergelijking KU Leuven

Een overzicht van dit thema vind men op de site van de Groupe Pavia-Groep · Federale kieskring | Circonscription fédérale (paviagroup.be)