Een democratie is geen lottocratie

“Minister van Staat Mark Eyskens staat stil bij hoe een hervorming van de democratische besluitvorming er in ons land kan uitzien.” (Knack 15-08-2021Hij gaat in op het voorstel van professor Landemore om het bestaan van politieke partijen overbodig te maken door een parlement van burgers samen te stellen dankzij lottrekking.

Hierbij stelt hij: “Een democratie zonder politieke partijen is onbestaanbaar. “ maar toch merkt hij op: “Door grote delen van de publieke opinie worden politieke partijen evenwel beschouwd als onverbiddelijke machtsmachines, waarvan de interne keuken geacht wordt ondoorzichtig en onwelriekend te zijn”...” De partijleiders zijn geen verantwoording verschuldigd en vormen bij wijlen onder elkaar een soort oligarchische 'junta', die belangrijke politieke dossiers beslecht, topbenoemingen verricht en regeringen vormt. Deze perceptie voedt uiteraard de antipolitiek”….Het radicale voorstel van professor Landemore om het bestaan van politieke partijen overbodig te maken door een parlement van burgers samen te stellen dankzij lottrekking, betekent uiteraard dat men het kind met het badwater weggooit en het functioneren van de democratie onderuit haalt”.  Dit lijkt ons een gratuite demagogische bewering. Hij gaat voorbij aan de essentie van de democratie, waarbij de burgers zelf hun samenleving kunnen vormgeven, los van partijstructuren. Zie ook: Wat is democratie

...“De lottocratie waarborgt geenszins dat de belangrijkste maatschappelijke opiniestromingen in het parlement zouden zijn vertegenwoordigd.” Het parlement hoeft geen opiniestromingen te vertegenwoordigen, maar moet het volk vertegenwoordigen.

“..Het uitoefenen van een politieke functie vereist bovendien ook enige maatschappelijke bekwaamheid. Niet om het even wie is in staat een vliegtuig te besturen of een building te bouwen. Ook politici hebben tot taak zich te specialiseren in een of ander beleidsdomein.”                                                     Wat verstaat Mark Eyskens onder “maatschappelijke bekwaamheid?  Hier verwart hij de parlementsleden met “ministers”. Ministers zijn de uitvoerders (=uitvoerende macht) van parlementsbeslissingen (= wetgevende macht), daarom moeten alleen de ministers over een “vakbekwaamheid” beschikken op het gebied dat hen is toevertrouwd. Parlementsleden maken wetten en besluiten waarbij rechtvaardigheid en proportionaliteit van belang zijn en die alle burgers aangaan en waartoe alle burgers bekwaam zijn. Mark Eyskens gaat voorbij aan het feit dat in het huidige systeem de partijen bepalen wie op een verkiesbare plaats komt en dit heeft als resultaat dat het parlement bevolkt wordt door “partijvertegenwoordigers” en niet door “volksvertegenwoordigers”. In een echte democratie met een geloot parlement is er juist wel een betere garantie dat de ganse bevolking wordt vertegenwoordigd.

“...De burgers willen zelf steeds meer hun zeg hebben over steeds meer aangelegenheden, ook als ze die niet helemaal begrijpen. Een meerderheid verlangt naar een referendaire democratie, zoals uit allerlei peilingen blijkt…. Toch is een referendaire democratie niet zonder gevaar omdat de kiezers gevraagd wordt zich uit te spreken over meestal heel ingewikkelde vraagstukken en een keuze te maken met een 'ja' of 'neen'. Zo simpel is het meestal niet en referenda maken genuanceerde uitspraken onmogelijk.” Dit is weer een typische opmerking van een particraat. In een rechtvaardige samenleving is iedereen gelijk voor de wet. Opdat iedereen gelijk voor de wet zou kunnen zijn, moet ook iedereen op gelijke wijze kunnen deelnemen aan de productie van wetten – en niet alleen gelijk zijn in het gehoorzamen eraan. In een democratie is het leidende principe bij gelijk stemrecht via referenda niet de gedachte dat elk mens even redelijk is of evenveel kennis van zaken heeft. Het gaat erom dat elke mens in dezelfde mate geraakt wordt door politieke beslissingen. Daarin situeert zich de gelijkheid. En de hoogopgeleide mens is daarom nog geen wijze mens die het hart op de juiste plaats heeft en die verbindend werken kan. Wanneer voorafgaand aan het referendum tijd wordt voorzien om voor- en tegenargumenten in een publiek debat aan bod te laten komen, dan kunnen burgers wel degelijk overdacht hun stem uitbrengen.

..”Daarbij komt dat in landen waar geen stemplicht bestaat, bij een referendum meerderheden ontstaan die in feite minderheden zijn, als een groot deel van de potentiële kiezers thuis blijft en niet gaat stemmen. Dit was kennelijk het geval met de Brexit in Groot-Brittannië, die werd goedgekeurd met een nipte meerderheid van 70% van de kiesgerechtigden en dus in werkelijkheid slechts door nauwelijks 35% van de Britse potentiële kiezers.” Dit is een bedrieglijke voorstelling van de Brexit. De Brexit en aanverwante volksraadplegingen zijn geen referenda maar plebiscieten: nep-referenda die door politici van bovenaf zijn uitgeschreven om hun eigen doelstellingen te dienen. Terwijl plebiscieten tools zijn voor politici om burgers te manipuleren, is de werking van echte referenda juist omgekeerd: hiermee kunnen de burgers politici corrigeren als hun beslissingen als onrechtvaardig worden aangevoeld.

“ [het proportionele partijpolitieke systeem in België] is een systeem waarbij geen enkele partij helemaal gelijk krijgt en dat is een waarborg voor de democratie. Anderzijds verzwakken coalitieregeringen de geloofwaardigheid van de politiek, want de kiezer heeft gestemd voor een partij die in een coalitieregering maar een fractie van haar eigen programma kan realiseren. De kiezer voelt zich dan ook niet zelden in het ootje genomen.” Dit dilemma kan worden opgelost door directe democratie met referenda op volksinitiatief. De burgers moeten dan niet kiezen voor deze of gene partij of politicus, maar gaan in plaats daarvan “stemmen” voor of tegen een wetsvoorstel. Diegene die niet gaat stemmen geeft de facto een mandaat aan diegene die wel gaat stemmen.

“...Het "one man, one vote" systeem is al bij al een vrij brute manier om zijn voorkeur uit te drukken en te kiezen tussen talrijke partijen en nog talrijker kandidaten, programmapunten en beleidsopties. Met maar één stem kan de kiezer evenmin de intensiteit van zijn voorkeur tot uiting brengen.” Het is inderdaad zinloos om voor enige partij, kandidaat of programma te (moeten) kiezen omdat het stemgedrag in het parlement onder directe controle staat van de partijhoofdkwartieren en niet van de mensen die zij dienen te vertegenwoordigen.

En dan stelt Mark Eyskens: ...”Vandaar een voorstel dat ik reeds in het verleden heb geformuleerd en dat erin bestaat aan elke kiezer niet één stem naar bijvoorbeeld 10 stemmen toe te kennen, die hij zou kunnen verdelen over verschillende partijen, lijsten en kandidaten. Dergelijk systeem kan men de naam van "punt-stemmen" toekennen. Dankzij de pluraliteit van het aantal stemmen, kan de kiezer zijn voorkeursintensiteit uitdrukken, stemmen voor verschillende partijen en ook kiezen voor een kandidaat op een andere partijlijst, die hem aantrekt door zijn programma of zijn of haar persoonlijkheid. “.. Hier kronkelt Mark Eyskens zich als een duivel in een wijwatervat om de particratie – mogelijks in een verzwakt vorm - te redden door het toekennen van meerdere stemmen.

Mark Eyskens besluit met: “De democratie is een beschavingsproduct en democraten zijn verzocht meer dan ooit hun beschavingsverantwoordelijkheid op te nemen. In tijden van intense verandering is er grote nood aan een ethiek van de verandering, veel meer dan aan een verandering van de ethiek.” De democraten zijn verzocht hun verantwoordelijkheid te nemen: Dit houdt de installatie in van een democratie dat woord waardig. Een democratie in een beschaafde samenleving, is die samenlevingsvorm waarin de burgers steeds het laatste woord kunnen hebben. Deze vorm, ‘directe democratie’ genoemd, is eigenlijk democratie tout court.