Directe democratie levert meer welvaart en welzijn op

Zoals u wellicht weet hebben we vroeger reeds een negatieve correlatie tussen het overheidsbeslag en welvaartscreatie vastgesteld (zie de eerste studies van WorkForAll en andere). Al geruime tijd zeggen wij dat er werklozen zijn omdat de economie niet meer werkt, dat de economie niet meer werkt omdat de democratie niet meer werkt en dat de democratie niet meer werkt omdat de morele basis ondergraven is. Reden waarom we eerder voor een democratisch staatsbestel op zijn Zwitsers pleitten, ook al wordt dit model zo goed als doodgezwegen.

Er zijn nu studies die effectief aantonen dat er een positieve correlatie bestaat tussen enerzijds meer directe democratie en anderzijds welvaart en welzijn. Uitgevoerd door Zwitsers en wel door binnen Zwitserland de kantonnale verschillen te gaan bekijken. Het mooie aan het Zwitserse model met zijn directe en lokale democratie is dat de democratie er in elk kanton anders ingevuld wordt. Een prachtig wetenschappelijk werk. Hierbij een korte tekst van Jos Verhulst uit zijn boek dat men hier kan downloaden.

Deze studies zijn in feite verbluffend, want ze bewijzen met mathematische nauwkeurigheid hetgeen we al lang zeggen, weten en soms meer aanvoelen dan echt kunnen bewijzen, namelijk dat alles samenhangt: democratie — openbaarheid van bestuur — efficiëntie — welvaart — welzijn — … vrijheid.

De tegenhanger hiervan staat voor: dictatuur — corruptie en nepotisme — verspilling — armoede — verzuring — … een slaaf zijn in eigen land.

In dit landje zitten we ergens halverwege, maar het is meer en meer aan het afglijden naar het tweede. Die cirkel moeten we doorbreken. We hebben het hier bewust niet over politieke of ideologische stromingen, want geen enkele ervan is zuiver op de graat. Opportunisme en macht doet vroeg of laat de idealen de das om. Reden te meer dat het systeem aan de basis zeer zuiver op de graat moet zijn. De Zwitsers hebben hier het voorbeeld gegeven. Hun democratie gaat decennia terug en de jaarlijkse stemming met handopsteking in vele dorpen gaat terug naar het oude Germaanse recht, wellicht een tiental eeuwen oud. Zwitserland kent al 150 jaar geen oorlog, maar is wel telkens het toevluchtsoord voor al wie vervolgd wordt. Het heeft ook een van de laagste belastingregimes in de wereld, maar dat belet niet dat de welvaart er hoog is en men sociaal niets tekortkomt. De hamvraag is vandaag niet of het Zwitserse model geen navolging verdient, de hamvraag is waarom men het angstvallig probeert dood te zwijgen.

 

Resultaten studies naar economische correlatie

Jos Verhulst & Arjen Nijeboer, Directe democratie: feiten, argumenten en ervaringen omtrent de invoering van het referendum. Brussel, Democracy International, 2007.

De vele referenda die sinds ruim honderd jaar in Zwitserland gehouden zijn, leveren een goudmijn aan gegevens op wat er gebeurt als de bevolking haar lot in eigen hand kan nemen. Een groep economen en politicologen van de universiteiten van Zürich en Sankt Gallen – Bruno S. Frey, Reiner Eichenberger, Alois Stutzer, Lars P. Feld, Gebhard Kirchgässner, Marcel R. Savioz en anderen – onderzoeken sinds enige tijd systematisch de effecten van directe democratie op het beleid en de maatschappij. Hierbij maken zij gebruik van het feit dat er grote verschillen bestaan in de mate van directe democratie die de Zwitserse kantons hebben. Omdat de kantons ook grote bevoegdheden hebben – Zwitserland is eigenlijk een confederaal samenwerkingsverbond tussen soevereine kantons – is het mogelijk om op veel terreinen te meten wat de gevolgen zijn van directe democratie. Hierbij hebben zij uiteraard steeds de overige factoren die ook van invloed konden zijn op het onderzochte verband, verdisconteerd in hun statistische berekeningen (het ceteris paribus-beginsel). In 1999 vatten Kirchgässner, Feld en Savioz een groot aantal onderzoeken samen in de studie Die Direkte Demokratie: Modern, erfolgreich, entwicklungs- und exportfähig. Maar ook sindsdien zijn vele nieuwe onderzoeken gepresenteerd. Hieronder een aantal van de meest sprekende onderzoeksresultaten:

- Feld en Savioz (1997) namen een nauwkeurige index van de mate van directe democratie in alle Zwitserse kantons en correleerden deze met de economische prestatie van de kantons op diverse tijdstippen tussen 1982 en 1993. Na vele bewerkingen te hebben uitgevoerd en alternatieve verklaringen te hebben uitgesloten, concludeerden zij dat, afhankelijk van het tijdstip, de economische prestatie in de direct-democratische kantons tussen de 5,4 en 15 procent hoger was dan de representatieve kantons. 'Het naast elkaar bestaan van representatieve en directe democratie in Zwitserland leidt tot een natuurlijke vraag: indien directe democratie efficiënter is dan representatieve democratie, waarom nemen de representatief-democratische kantons dan niet de succesvolle strategie van hun buren over?', aldus Feld en Savioz (1997, p. 529).

- Pommerehne onderzocht de 103 grootste steden van Zwitserland op het verband tussen directe democratie en de efficiëntie van de overheid, met als voorbeeld de afvalverwerking. In de steden met directe democratie was de afvalverwerking – ceteris paribus – 10 procent goedkoper dan in de steden zonder directe democratie.
Bovendien vond Pommerehne een flinke kostenbesparing indien de afvalverwerking door de stad werd uitbesteed aan een privaat bedrijf. In de steden met directe democratie en private afvalverwerking waren de kosten 30 procent lager – ceteris paribus – dan in de steden met een representatief systeem en publieke afvalverwerking (Kirchgässner, Feld en Savioz, 1999, p. 98-100).

- Kirchgässner, Feld en Savioz (1999, p. 92-98) bekeken 131 van de 137 grootste Zwitserse gemeenten om het verband tussen directe democratie en publieke schuld vast te stellen, met data uit 1990. In de gemeenten waarin referenda over de publieke uitgaven zijn toegestaan, met directe democratie, was de publieke schuld – ceteris paribus – 15 procent lager dan in gemeenten waar dit niet het geval was.

- Feld en Matsusaka (2003) onderzochten het verband tussen overheidsuitgaven en directe democratie. In sommige Zwitserse kantons bestaat een 'Finanzreferendum' waarbij alle overheidsbeslissingen boven een bepaald bedrag (het gemiddelde is 2,5 miljoen Zwitserse frank) verplicht door de burgers moeten worden goedgekeurd. In kantons met zo'n referendum waren de overheidsuitgaven tussen 1980 en 1998 gemiddeld 19 procent lager dan in kantons zonder dit instrument. – Benz en Stutzer (2004) onderzochten het verband tussen directe democratie en de politieke kennis waarover burgers beschikken, zowel in Zwitserland als in de EU.
Voor Zwitserland namen zij gegevens van 7500 inwoners en correleerden die met een index van de mate van directe democratie van de 26 kantons, van 1 tot 6. De hoogste mate van directe democratie kwam voor in het kanton Basel, indexcijfer 5,69; de laagste mate in kanton Genève, indexcijfer 1,75. Er werd gecontroleerd voor andere relevante variabelen, waaronder geslacht, leeftijd, opleiding, inkomen en het al dan niet lid zijn van een politieke partij. Zij concludeerden dat het verschil in politieke kennis tussen een inwoner van Genève en Basel – ceteris paribus – aanzienlijk was en evenveel bedroeg als het verschil tussen wel en niet lid zijn van een politieke partij, of tussen de inkomensgroep van 5000 Zwitserse frank en 9000 Zwitserse frank. Voor de EU, waarbij 15 Europese landen werden bekeken waarvan er 6 in de laatste 4 jaar voorafgaand een nationaal referendum hadden gehouden, kwamen zij tot soortgelijke resultaten.

- Frey, Kucher en Stutzer (2001) onderzochten of het zelfgerapporteerde geluksgevoel ('subjective well-being') van burgers beïnvloed wordt door directe democratie. Geluksgevoel kan gewoon worden gemeten, in de zin dat je mensen gewoon kan vragen hoe gelukkig zij zichzelf voelen. Frey nam dezelfde index van de Zwitserse kantons als Benz en Stutzer, en correleerde die aan de antwoorden van zesduizend Zwitsers op de vraag: 'Hoe tevreden bent u tegenwoordig met uw leven in zijn geheel?'. Frey controleerde voor vele andere variabelen. Dit konden zij aangeven in een schaal van 1 tot 10. Een inwoner van Basel (het meest direct-democratische kanton) bleek 12,6 procentpunt hoger te scoren op de geluksschaal dan een inwoner van Genève (het meest representatieve kanton). Ook bekeek Frey het verschil tussen geluksgevoel dat ontstaat omdat het beleid meer volgens de wensen van de burgers is (uitkomst), versus het geluksgevoel dat ontstaat door deelname aan het stemmen zelf (het proces). Dit deed hij door een groep buitenlanders mee te nemen, die op kantonnaal niveau niet mogen stemmen, maar wel de vruchten plukken van de uitkomsten van referenda. De niet-stemmende buitenlanders waren in de direct-democratische kantons ook gelukkiger, maar minder dan de stemmende Zwitsers. Hieruit concludeerde Frey dat het deelnemen aan de stemmingen voor twee derde verantwoordelijk was voor het toegenomen geluksgevoel, en het meer met de volkswil overeenkomende beleid voor één derde.