(Onderstaand opiniestuk werd eind april als opiniestuk naar De Standaard en De Morgen gezonden, als reactie op persberichten die in deze Witte Werf zijn afgedrukt. Zoals gebruikelijk werd het artikel door deze kranten niet gepubliceerd.)
De Kamercommissie voor politieke vernieuwing heeft de afgelopen dagen gedebatteerd over de invoering van het beslissend referendum op volksinitiatief. We herinneren eraan dat de invoering van het referendum is opgenomen in het regeerakkoord: 'De artikels met betrekking tot het referendum werden niet voor herziening vatbaar verklaard. Evenwel zal de Regering de mogelijkheden om volksraadplegingen te houden of in te voeren gevoelig uitbreiden en dit op verschillende niveaus. De meerderheidspartijen verbinden er zich toe om rekening te houden met de uitslag van deze volksraadplegingen.' (federaal regeerakkoord De brug naar de eenentwintigste eeuw - §2) Ook het Vlaams regeerakkoord spreekt zich uit in die zin: 'In afwachting van de invoering van het bindend referendum en het volksdecreet wordt het consultatief referendum ingevoerd om de burgers nauwer bij het beleid te kunnen betrekken. De Vlaamse regering verbindt er zich alvast toe de uitslag van deze referenda te respecteren.' (Vlaams regeerakkoord Een nieuw project voor Vlaanderen - hoofdstuk 1, §8)
In ons systeem van zuiver representatieve besluitvorming hebben de parlementsleden, en niet de burgers het laatste woord. Het parlement kan perfect wetten goedkeuren tegen de meerderheidswil van de bevolking. Het parlement kan ook hervormingen afwijzen die door de meerderheid van de bevolking worden voorgestaan (zoals de invoering van het bindend referendum). Het volk kan in ons systeem wel weigeren om een parlementslid te herverkiezen, maar het kan de invoering van een ongewenste wet niet tegenhouden. Het volk is dus niet soeverein, en van authentieke democratie is geen sprake. Omdat de parlementsleden hun stemgedrag vrijwel steeds op hun partijbestuur afstemmen, kan men gerust stellen dat de politieke soevereiniteit de facto bij de bestuursleden van de meerderheidspartijen ligt. Wij leven momenteel niet in een democratie, maar in een particratie. Toppolitici als premier Verhofstadt of minister Verwilghen hebben deze stelling trouwens expliciet uitgesproken. Partijen als de CVP, die op dit vlak het status quo willen handhaven, verdienen dan ook het label niet van 'democratische partij' (1).
De invoering van het bindend referendum op volksinitiatief is een democratisch instrument dat structureel het laatste woord geeft aan de burgers. Door het bindend referendum kunnen de burgers ingrijpen wanneer de verkozenen de samenleving gaan inrichten op een wijze die tegen de meerderheidswil ingaat. Het bindend referendum is geen utopisch systeem. Direct-democratische besluitvorming bestaat sinds bijna een eeuw in Zwitserland en in 24 Amerikaanse deelstaten en de democratische waarde ervan wordt, na een ervaring doorheen vele generaties, door de meeste betrokken burgers zeer hoog ingeschat.
In de commissie werden enkele van de gebruikelijke argumenten tegen directe democratie aangehaald. Zo werd alweer het versleten doodstraf-argument van stal gehaald. Vooreerst dient opgemerkt dat de invoering van de doodstraf niet wordt bevorderd door het bestaan van direct-democratische besluitvorming. In Zwitserland bestaat de doodstraf niet, omdat er bij de Zwitserse bevolking geen meerderheid voor is. In Texas, de Amerikaanse deelstaat waar de meeste executies worden uitgevoerd, bestaat dan weer geen enkele vorm van directe democratie. Meer essentieel is echter het volgende. In een democratie bestaat er geen autoriteit boven het volk die gemachtigd is om grenzen op te leggen aan de soevereine volkswil. Tegenstanders van directe democratie zijn eigenlijk van oordeel dat een of andere morele elite achter de schermen het recht heeft om via de staatsmacht haar ethische voorkeuren op te leggen aan de meerderheid van de mensen. Indien het debat over een ethische kwestie als de doodstraf ontbrandt, moeten voor- en tegenstanders hun argumenten verdedigen op het publieke forum, waarna de kiezer beslist. Er bestaat geen morele autoriteit boven het volk die grenzen kan opleggen aan de democratie. Mensenrechten zijn niet abstract en a priori gegeven. Mensenrechten komen tot leven in het hart van de mensen, en worden na een maatschappelijk rijpingsproces langs democratische weg in wetten gegoten. Zij kunnen niet via ideologische dwang door een minderheid worden opgelegd, zonder tegelijk hun karakter van mensenrecht te verliezen.
CVP-senator Vandenberghe verdedigde de antidemocratische houding van zijn partij door te wijzen op het 'gevaar voor manipulatie'. Het gevaar voor manipulatie is echter veel groter bij representatieve organen. Een goedgeorganiseerde lobby kan veel gemakkelijker een partijcenakel naar zijn hand zetten dan enkele miljoenen burgers. Of denkt Vandenberghe dat Agusta zijn helikopters had kunnen plaatsen via manipulatie van een referendum? De waarheid is dat machtsgroepen nooit vragende partij zijn geweest voor directe democratie en hun zaakjes liever in Poupehan-stijl regelen dan voor de ogen van het publiek.
De antidemocratische hoofdvogels worden evenwel afgeschoten door de socialisten. De SP'ster Myriam Vanlerberghe suggereert dat het referendum leidt tot dominantie van de 'mannelijke, hoger opgeleide en bemiddelde veertiger'. Heeft Vanlerberghe al eens de samenstelling bekeken van onze parlementen, regeringen en partijbureaus die momenteel de dienst uitmaken? Heeft zij al eens haar eigen parlementaire wedde vergeleken met die van een gemiddelde (en momenteel mede door haar politiek monddood gehouden) bediende of arbeider? Zij heeft zelf als parlementslid toegang tot gratis openbaar vervoer, terwijl haar partij in Gent de modale en minder bemiddelde burgers het recht ontzegde, om zich per referendum uit te spreken over gratis openbaar vervoer voor allen. Wees maar gerust dat er verhoudingsgewijs meer 'mannelijke, hoger opgeleide en bemiddelde veertigers' te vinden zijn in het parlement dan in het kiezerskorps bij een referendum. De werkelijkheid is dat in het huidige systeem enkele honderden beroepspolitici de politieke agenda bepalen, terwijl de rest van de bevolking machteloos moet toekijken. PS-kopstuk Eerdekens is in elk geval tegen het referendum op federaal niveau, omdat dan bijvoorbeeld een Vlaamse meerderheid de splitsing van de sociale zekerheid zou kunnen goedkeuren. Claude Eerdekens stelt zich dus expliciet op het standpunt dat de politieke elite moet kunnen beslissen tégen de meerderheid van de bevolking. Hoe kan zo iemand zich democraat noemen? Indien de Belgische staatsconstructie onverenigbaar is met een authentieke democratie, dan is het de staatsconstructie en niet de democratie die moet wijken.
Wij willen aan de leden van de commissie Politieke Vernieuwing, en in het bijzonder aan de leden van de regeringsmeerderheid, de volgende aanbevelingen doen:
* Hou hoorzittingen met buitenlandse experts die wetenschappelijke studies hebben gemaakt over directe democratie (een lijst met mogelijke experts werd reeds overhandigd aan de commissievoorzitter).
* Overweeg – indien het echt niet anders kan – op federaal niveau de invoering van een referendum met dubbele meerderheid. In Zwitserland moet een federaal referendum een meerderheid behalen, niet alleen op nationaal niveau, maar ook in een meerderheid van de afzonderlijke kantons. In België zou men een meerderheid in minstens zes provincies kunnen eisen, waarbij voor deze tweede meerderheid het hoofdstedelijk gewest buiten beschouwing blijft.
* Voer in afwachting van de vereiste grondwetswijziging het afdwingbare niet-bindende referendum in, gecombineerd met de expliciete belofte vanwege de huidige regeringspartijen om de uitslag van dergelijke referenda te respecteren.
* Met andere woorden: voer het regeerakkoord uit.
Jos Verhulst, Antwerpen en Arthur De Decker, Gent
(De eerste auteur publiceerde onlangs een boek over het referendum; de tweede auteur was initiator van de twee Gentse volksraadplegingen.)
(1) Blijkens een bericht in De Standaard van 11 mei (zie deze Witte Werf) zou de CVP nu een officieel pro-referendumstandpunt hebben ingenomen – natuurlijk met de nodige haken en ogen.