De kikker en de politiek

Een kikker koken is naar het schijnt vrij eenvoudig. Je plaatst het beestje in een pan met koud water, en zet die pan op een zacht vuurtje. De opwarming van het water verloopt zo langzaam dat de kikker het niet opmerkt en rustig blijft zitten totdat hij is doodgekookt. Zou je een kikker in een pan met heet water plaatsen, zou die er natuurlijk onmiddellijk terug uit springen. Politiek werkt helaas vaak net zo.

Als je tegen een willekeurige burger of politicus zou voorstellen om de 'democratie' (lees: particratie) af te schaffen, tezamen met de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van vereniging en de rechtsgelijkheid, en om terzelfder tijd de staat verregaande inmenging te permitteren in het persoonlijke leven van de burgers, zou je in het beste geval simpelweg voor gek verklaard worden. Mocht zo'n voorstel uitgaan van een persoon met autoriteit en macht (zoals ministers en partijvoorzitters), zou er enorme verontwaardiging rijzen, en als de regering die maatregelen daadwerkelijk zou invoeren, zou er minstens ernstige politieke onrust ontstaan.

Als je echter eerst de vrijheid van meningsuiting afschaft met een wet die uitzonderlijke uitspraken over een verschrikkelijke historische gebeurtenis – zoals de Holocaust tijdens de Tweede Wereldoorlog – verbiedt, zal je op weinig tegenstand stoten, en wellicht op goedkeuring kunnen rekenen. Als je vervolgens een bepaalde extreme politieke ideologie – die gelinkt is aan die welbepaalde historische gebeurtenis – ook verbiedt, zal je hier en daar wel wat protest horen, maar toch nog vooral applaus. Mensen met 'slechte ideeën' hebben immers geen recht van spreken, die mag je hun recht op vrije meningsuiting niet laten 'misbruiken' om slechte dingen te doen, nietwaar? En dan komen de eerste processen. Tegen mensen die de officiële versie van de Holocaust niet aanvaarden en tegen politieke partijen die een welbepaalde politieke ideologie aanhangen. En ondertussen voert men wetten in die, en voert men een actief beleid dat, mensen rechten geeft op basis van hun geslacht en hun huidskleur. Men klaagt mensen aan vanwege hun uitspraken en vanwege bepaalde voorkeuren die ze in hun handelingen laten blijken. Er komen nog meer domeinen waarover men niet meer mag zeggen en denken wat men wil, en ondertussen blijft iedereen rustig zitten, en het water warmt op...

Het is enorm verleidelijk om verworven rechten als 'definitief' te beschouwen. Niet ten onrechte trouwens, sleutelen aan het systeem zelf brengt je immers op korte termijn geen stap verder. Het is zoals met een auto die een raar getik produceert. Naar de garage gaan veroorzaakt kosten, tijdverlies, en zorgt ervoor dat je in de tussentijd je auto niet kan gebruiken. Als dat tikken echter krachtiger wordt en er ook nog andere problemen opduiken, doe je er het best aan toch eens naar de garage te gaan, want als je auto het op de snelweg ineens laat afweten, zullen de kosten en het tijdverlies véél groter zijn.

We moeten de huidige hetze – tégen het Vlaams Belang, tegen racisme en discriminatie, en vóór de multiculturele samenleving, positieve discriminatie, censuurwetten en quota – dus niet begrijpen als een gewone politieke strijd. Het gaat om het systeem zelf dat men begint af te breken.

Vrije meningsuiting, vrijheid van vereniging, vrijheid van denken en handelen, vrije verkiezingen, ... het zijn stuk voor stuk instellingen die het klassieke politieke debat van 'goed tegen slecht' mogelijk moeten maken, die dus bóven dat debat uitstijgen. Die vrijheden zijn noodzakelijk omdat nu eenmaal niemand de waarheid in pacht heeft, ook al denken we dat zo vaak en zo graag. Bovendien vertonen mensen nogal eens een sterke onverdraagzaamheid tegenover mensen die anders denken – tegenwoordig vaak een sterkere onverdraagzaamheid dan tegenover mensen die er anders uitzien. Die vrijheden dienen dus om elk individu zijn of haar recht op een eigen 'waarheid' te garanderen. Doen we dat niet, dan belanden we in een spiraal van haat, vervolging en geweld. Dat de aanstokers van de huidige antidemocratische hetze het blijkbaar juist gemunt hebben op die onverdraagzaamheid, verandert niets aan de zaak. Het doel heiligt de middelen niet, want iederéén wil zijn eigen doel wel heilig verklaren, en daarmee wordt Pandora's doos aan plotseling 'legitiem' geworden middelen geopend.

We kunnen dus allemaal rustig in de pot met water blijven zitten, tevreden lachend met de kikker die als eerste zijn vingers verbrandt, maar ondertussen niet opmerken dat daarmee het water voor iederéén warmer aan het worden is...