De Grote Illusie heeft toegeslagen

'De oplossing voor de stagnerende economie heeft dan ook alles te maken met het herstellen van het democratische proces in de samenleving.

Onder dat democratische vernisje schuilt een fors leger van ambtenaren, vakbonden, ziekenfondsen en intercommunales. Zij voeren voor de kiezer een show op, om hem dan des te makkelijker te kunnen melken en aan zich te binden. Het probleem is wel dat ongeveer de helft van de bevolking er rechtstreeks of onrechtstreeks van afhankelijk is. Een opstand beperkt zich tot goed georkestreerde witte en stille marsen. De Grote Illusie heeft toegeslagen.

Vrijheid van meningsuiting wordt in naam van het politiek correcte denken de mond gesnoerd.

Het principe van de scheiding der machten wordt dagelijks met voeten getreden. Ministers en staatssecretarissen krijgen hun opdrachten rechtstreeks van de partijvoorzitters en burgemeesters stellen hun mandaat aan diezelfde partijvoorzitters ter beschikking. Dat hoeft niet te verwonderen in een verkiezingssysteem waarbij kiesdrempels en allerlei regels ervoor zorgen dat met moeite de helft van de politieke mandaten werkelijk door het stembiljet ingevuld werden. Het betekent dat ternauwernood een kwart van de stemgerechtigden mag hopen dat zijn stem wel degelijk meetelde.

In de grondwet staat ingeschreven dat de macht ontleend wordt aan 'de natie'. Die term stamt uit een postnapoleontische periode, waarin natie synoniem was met de burgers in een democratie. Toentertijd was democratie elitairder. Maar wat moeten we dan denken als anno 2006 diezelfde term aangegrepen wordt om democratische instrumenten zoals een referendum als niet-grondwettelijk te verklaren?
De vraag is zelfs of de politiek verkozenen wel degelijk macht uitoefenen, of dat ze eerder een front zijn voor belangengroepen waar ze al decennia hun pionnen in gedropt hebben. Bij elke verkiezing geeft de burger zijn mandaat, maar beseft hij wel dat hij daarmee enkel een formele vrijheid overhoudt?

Het wordt tijd dat de macht ontleend wordt aan de burger en niet aan een zichzelf aangestelde pseudo-elite.'

 

Het volledige artikel

Het economische proces is essentieel een democratisch proces. De oplossing voor de stagnerende economie heeft dan ook alles te maken met het herstellen van het democratische proces in de samenleving.

In een opmerkelijk interview met Het Laatste Nieuws verklaarde senator Alain Destexhe de democratie op sterven na dood. In Vlaanderen durft enkel Jean-Marie Dedecker die analyse te maken. Hoeft het nog gezegd: democratie en economie gaan samen. De verklaring daarvoor is simpel: het economische proces is essentieel een democratisch proces. Bij elke vorm van monopolisering eigent men zich op een onrechtmatige manier (lees: machtsmisbruik) meer toe dan wat men in ruil aanbiedt.

In de politiek begint dat met wetgeving te (doen) stemmen die via allerlei constructies voordelen oplevert aan een bepaalde groep. Het gaat verder met slaafse pionnen te droppen in belangengroepen en het eindigt met te denken dat men ongenaakbaar is en dat verantwoording niet meer nodig is. In de economie gebeurt dat ook, maar daar speelt gelukkig het correctiemechanisme van de markt sterker. Het wijzigen van de grondwet neemt decennia in beslag, op de beurs wordt gerekend in seconden.

Als er een probleem is, dan is het meestal omdat het rechtsapparaat van de overheid niet langer in staat is snel en corrigerend op te treden. De rechtsstaat, een basisvoorwaarde voor democratie en voor een vlot functionerende economie, verdrinkt in zijn zelfgeschapen complexe en dikwijls formalistische wetgeving.

In de politiek, en dan niet alleen in Wallonië maar in alle regio's, is het democratische beginsel in principe de corrigerende factor. In ons land is dat grotendeels uitgeschakeld. De machtsgreep is zo goed als geruisloos, maar wel succesvol verlopen in het zicht van iedereen die wilde toekijken. Stemmen is verplicht. Maar als je de som maakt van het cordon sanitaire, kiesdrempels en blanco of ongeldige stemmers, komt de helft van de kiezers niet meer aan bod. Het resultaat is dat eenzelfde groep de facto al decennialang de lakens uitdeelt. Rooms-blauw met een groene tint werd eerst paars, maar is stilaan de 'grijze nevel' geworden.

Maar dat is slechts het verschijnsel aan de oppervlakte. Onder dat democratische vernisje schuilt een fors leger van ambtenaren, vakbonden, ziekenfondsen en intercommunales. Zij voeren voor de kiezer een show op, om hem dan des te makkelijker te kunnen melken en aan zich te binden. Het probleem is wel dat ongeveer de helft van de bevolking er rechtstreeks of onrechtstreeks van afhankelijk is. Een opstand beperkt zich tot goed georkestreerde witte en stille marsen. De Grote Illusie heeft toegeslagen.

Opportunistische herinterpretatie van oude principes en afspraken is dagelijks aan de orde. Zelfs de grondwet moet eraan geloven. Vrijheid van meningsuiting wordt in naam van het politiek correcte denken de mond gesnoerd. De discussie wordt uitgeschakeld. Vrijheid van arbeid wordt in naam van het sociale opgeheven. De facto ontzegt men vooral de zwakkeren in de samenleving voor eeuwig het recht een menswaardig bestaan na te streven. Er ontstaat een nieuwe klassenmaatschappij, waarvoor de democratie ooit de remedie was.

 

Scheiding der machten

Het principe van de scheiding der machten wordt dagelijks met voeten getreden. Ministers en staatssecretarissen krijgen hun opdrachten rechtstreeks van de partijvoorzitters en burgemeesters stellen hun mandaat aan diezelfde partijvoorzitters ter beschikking. Dat hoeft niet te verwonderen in een verkiezingssysteem waarbij kiesdrempels en allerlei regels ervoor zorgen dat met moeite de helft van de politieke mandaten werkelijk door het stembiljet ingevuld werden. Het betekent dat ternauwernood een kwart van de stemgerechtigden mag hopen dat zijn stem wel degelijk meetelde.

In de grondwet staat ingeschreven dat de macht ontleend wordt aan 'de natie'. Die term stamt uit een postnapoleontische periode, waarin natie synoniem was met de burgers in een democratie. Toentertijd was democratie elitairder. Maar wat moeten we dan denken als anno 2006 diezelfde term aangegrepen wordt om democratische instrumenten zoals een referendum als niet-grondwettelijk te verklaren?

De macht zit vandaag bij vakbonden en politieke partijen zonder juridisch statuut, die niet bestaan in grondwettelijke termen. De vraag is zelfs of de politiek verkozenen wel degelijk macht uitoefenen, of dat ze eerder een front zijn voor belangengroepen waar ze al decennia hun pionnen in gedropt hebben. Bij elke verkiezing geeft de burger zijn mandaat, maar beseft hij wel dat hij daarmee enkel een formele vrijheid overhoudt?

 

Tabula rasa

Welke tsunami kan een einde stellen aan die entropische aftakeling? Tabula rasa maken is wellicht de beste oplossing, maar maatschappelijk de moeilijkste om te bewerkstelligen. Aan de reactie van de burgers op de Waalse en de Antwerpse schandalen te zien, zal het zo'n vaart niet lopen. Het kortetermijndenken overheerst, ook al kunnen zelfs ambtenaren met een toch genereus statuut er een tweede job op na houden om hun levensstijl op peil te kunnen houden.

Als we kijken naar de voormalige communistische landen, dan wordt het wachten tot de economie volledig vastloopt vooraleer er ingrijpende maatregelen komen. Nochtans kan de ommekeer er snel komen. Slovakije is in een paar jaar tijd geëvolueerd naar een land met een vrij doorzichtige en efficiënte overheid, en kon dan ook massaal buitenlandse investeringen aantrekken. Subsidies waren daar niet voor nodig. In ons land kunnen we nog een tijdje teren op de reserves. En wellicht kan een zachtere aanpak zoals beschreven in het Prospero-rapport van McKinsey de gaten in de dijk wat dichten. Maar niet meer voor lang.

Men moet beseffen dat zelfs de beste verzameling micromaatregeltjes met ronkende namen zoals Generatiepact en Marshallplan ten hoogste de illusie geven dat er nog hoop is. Als we het beschermde monument dat dit land is willen conserveren, dan kunnen we alleen de gevel behouden als we het binnenwerk tegen de vlakte gooien. De oplossing voor de stagnerende economie heeft alles te maken met het herstellen van het democratische proces in de samenleving. Alleen dan kan en wil de burger weer ten volle bijdragen aan de welvaart en het welzijn van iedereen. Dat vergt weliswaar een mentaliteitsverandering die van beneden moet komen. Economie en democratie zijn en blijven een zaak van mensen. Het wordt tijd dat de macht ontleend wordt aan de burger en niet aan een zichzelf aangestelde pseudo-elite.

De auteur is voorzitter van de onafhankelijke denktank www.workforall.org

Eric Verhulst

De Tijd, 06.06.2006