N-VA, VLD en CD&V zijn voor een confederaal België. Zoiets als een overstijgende trap van federaal: federaler, confederaal. Voor een confederatie heb je echter (minstens) twee onafhankelijke staten nodig. Die partijen willen dus iets wat per definitie niet kan bestaan. Maar wat willen ze dan eigenlijk? Iets in de goede Belgische surrealistische stijl van: 'ceci n'est pas une confédération...'
CD&V zegt in zijn verkiezingsprogramma: 'Om al deze redenen is het voor CD&V duidelijk dat een volgende stap in de staatshervorming noodzakelijk is om de welvaart van alle Belgen veilig te stellen. De staatshervorming is een belangrijke hefboom voor een beter beleid.... Onze finaliteit voor deze staatshervorming blijft het confederaal model met het zwaartepunt naar de deelstaten en niet het separatisme. We willen het land grondig hervormen, niet splitsen.'
N-VA: 'Hoog tijd dus om te gaan naar een confederale staatsvorm ten bate van Vlaanderen én Wallonië. We moeten het volle gewicht van het beleid in handen van de deelstaten leggen.'
VLD: 'Een grote staatshervorming moet ons land opnieuw in beweging brengen. Wij willen niet dat het land splitst. Wel dat ons land evolueert naar een confederaal model waarbij het zwaartepunt bij de deelstaten Vlaanderen, Wallonië en Brussel ligt.' (Terzijde: maar tezelfdertijd willen ze alle verkiezingen opnieuw laten samenvallen. Een vreemde kronkel, als men het zwaartepunt bij de deelstaten wil leggen.)
Ook het zesde Gravensteenmanifest (17.05.2010) gebruikt het modewoord 'confederalisme': '(...) een staatshervorming die de structuren van deze staat confederaal maakt. Dit is een helder democratisch perspectief. Blijft men het negeren, dan zal op termijn niet alleen BHV, maar de hele staat gesplitst worden.'
Ze dwalen
Echter: ze dwalen allemaal, en vertellen onzin. Een confederale staat is een contradictio in terminis, een tegenstrijdigheid, evenzeer als een 'confederale staatsvorm' of een 'confederaal model'. Het is of één (al dan niet federale) staat, of een confederatie van onafhankelijke staten. Voor confederaties moet men ver teruggaan naar vorige eeuwen, zoals naar de Zwitserse Confederatie van vóór de grondwet van 1848, of nog veel verder, naar Amerika van vóór de grondwet van 1787. De Zwitserse Confederatie gaat terug tot de dertiende eeuw toen een duurzame defensiealliantie werd gesloten, in de zestiende eeuw uitgroeide tot een confederatie van dertien kantons, en vervolgens, na de Grondwet van 12 september 1848, een federale staat werd met nu zesentwintig kantons. (Dat Zwitserland zich officieel nog steeds 'Confederatie' noemt – Schweizerische Eidgenossenschaft, Confédération Suisse – is een herinnering aan de geschiedenis, want in het dagelijks taalgebruik spreekt men van de 'Bondsstaat'. Maar men kan hierdoor wellicht verkeerdelijk denken dat een confederatie ook gevormd kan worden binnen één staat, in plaats van tussen afzonderlijke staten?) De eerste dertien van de nu vijftig Amerikaanse staten hebben hun verbond, nadat het gedurende zeven jaren als 'Confederation' had gefunctioneerd, met de ondertekening van de Grondwet in 1787 tot een federale staat omgevormd: 'the United States of America'.
Wat zegt prof. em. Walter Van Gerven hierover: 'Wat moet onder confederatie worden verstaan? Daarmee wordt verwezen naar een associatie van autonome staten die haar oorsprong vindt in een internationaal verdrag, niet in een grondwet, zij het dat in een later stadium een grondwet kan worden vastgesteld. In een confederaal systeem behoudt elke deelnemende staat zijn volle soevereiniteit, hetgeen impliceert dat beslissingen bij unanimiteit moeten worden genomen – en elke staat dus een vetorecht heeft – en, bovendien, dat de vastgestelde regels niet onmiddellijk doorwerken in de interne rechtsorde van de Staten maar door hen moet worden 'gerecipieerd'. De soevereiniteit van de Staten wordt overigens in die mate geëerbiedigd dat elk van hen de confederatie kan verlaten wanneer hem dat schikt.' (Definitie ook te vinden bij: L. Favoeu, et al., Droit constitutionnel, Dalloz, 4e uitgave, 2001, p.369.)
België heeft al sinds 1970 sommige kenmerken van een confederatie ingevoerd, met zijn alarmbelprocedure, pariteit in de regering, soms met meerderheden die nodig zijn in elke taalgroep om een wet goed te keuren, vergelijkbaar met een vetorecht dus, maar het maakt van België nog geen confederatie. Daarvoor zouden er eerst onafhankelijke staten moeten bestaan, of eerst opgericht worden, die dan een confederatie vormen. De 'Confederatie van voormalig België' zou wellicht een naam hiervoor kunnen zijn, als men verder de naam 'België' voor die confederatie wil gebruiken. Zoals Macedonië volgens een beslissing van de Verenigde Naties in het internationale verkeer de benaming 'Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië' (in het Engels Former Yugoslav Republic of Macedonia) moet gebruiken. Of nog 'de Verenigde Staten van België'?
De mirakels zijn de wereld nog niet uit...
Nu willen echter zowel N-VA als VLD en CD&V een mirakel doen: de staat België omvormen tot een confederatie, zonder eerst de stap van de onafhankelijkheid van de deelgebieden te zetten. De VLD spreekt zelfs in onoplosbare raadsels: 'Wij kiezen voor een confederale staat als eindstation en niet als tussenstation naar separatisme.' Hoezo, mijnheer De Croo? Als u voor confederalisme bent, moet u toch eerst zorgen voor separatisme, en pas daarna kan u confedereren? Ook CD&V wil België niet splitsen, maar is voor een 'confederaal model'. In het verkiezingsprogramma van N-VA 'staat niet de Vlaamse onafhankelijkheid, maar wel het confederalisme centraal'. Toch vormt dat 'een gigantische stap in die richting', benadrukt Jan Jambon. Het confederalisme (een samenwerking van soevereine staten dus) is een gigantische stap naar de Vlaamse onafhankelijkheid? In een interview met Bart De Wever in La Libre van zaterdag 22 mei 2010 is hij iets duidelijker, of eigenlijk weer niet (zie onderaan dit artikel), want hij stelt dat men naar confederalisme moet gaan, waarbij twee autonome entiteiten een verdrag sluiten over wat ze nog samen willen doen. Maar dat een splitsing in twee onafhankelijke staten noemen, vindt hij dan weer grote woorden. Wel moet er dus een verdrag komen tussen twee autonome entiteiten, herhaalt hij, en er moet een zekere solidariteit bewaard worden. Wat zal het dan zijn, mijnheer De Wever: echt confederalisme, met onafhankelijke staten die een verdrag sluiten? Of zit u gewrongen tussen een broodnodige voltooiing van België tot een echte federale staat (het zogenaamd 'confederalisme', dat geen federalisme genoemd mag worden), die u veel meer stemmen kan opleveren dan naar de stembus te trekken met de oorspronkelijke beginselverklaring van uw partij, voor een onafhankelijk Vlaanderen?
Het is dus niet evident, ook als de ondertekenaars van de tekst 13 juni: van 'federale verkiezingen' naar Vlaams referendum dat zo graag wensen, dat 'een Vlaams-radicale uitslag van de drie V-partijen, boven de 50 procent, wie van de drie ook de meeste stemmen verzamelt, gelezen moet worden als een plebisciet pro onafhankelijkheid'. Daarvoor heeft N-VA te veel mist gespoten, door bijvoorbeeld zijn 'confederalisme' een 'gigantische stap naar onafhankelijkheid' te noemen. Gecombineerd met eerdere uitspraken van De Wever, de voorkeur voor stapsgewijze 'verdamping' van België ('De N-VA pleit niet voor de revolutie, maar voor een evolutie'), kan het dus goed zijn dat N-VA de grootste partij van Vlaanderen, eventueel zelfs van België wordt, omdat veel kiezers hopen, helemaal niet dat deze partij de onafhankelijkheid van Vlaanderen uitroept, maar dat ze kan zorgen voor een voltooiing van de staatshervorming, om van België eindelijk een 'normale' federale staat te maken. Wat N-VA, VLD en CD&V dan ten onrechte 'confederalisme' noemen, maar in wezen niets met onafhankelijkheid te maken heeft. Ook de Gravensteengroep pleit met zijn 'confederalisme' eigenlijk voor de voltooiing tot een echte federale staat, want als er geen 'confederalisme' komt, 'zal op termijn niet alleen BHV, maar de hele staat gesplitst worden'. Dus 'confederalisme' om te vermijden dat er een confederatie zou ontstaan...
Wat zit er concreet in de 'confederale' dozen?
Echt confederalisme is geen gigantische stap naar onafhankelijkheid, maar de gigantische stap van de uitroeping van de onafhankelijkheid gaat een eventuele confederatie vooraf. In het politiek woordgebruik worden de zaken nu dus door elkaar gehaald, termen verkeerd gebruikt, de kiezer op het verkeerde been gezet, enzovoort. (Zie ook mijn artikel hierover, al van bijna twee jaar geleden, 16.07.2008: 'Confederale chaos'). Die drie partijen blijven echter nogal in gebreke als het om de invulling van dat 'confederalisme' gaat. Wat zit er concreet in? Voor N-VA krijgen de deelgebieden volledige fiscale en budgettaire verantwoordelijkheid, de sociale zekerheid wordt helemaal opgesplitst, en dat soort dingen. Maar dat betreft allemaal verschuivingen van begrotingen en belastingen, niet hoe ze het bestuur van de staat zien. CD&V besteedt maar anderhalve bladzijde op 66 aan 'De Staatshervorming', met algemene slagwoorden als 'subsidiariteit' en 'homogene bevoegdheden'. VLD blijft ook in hoofdzaak bij budgettaire en fiscale zaken: 'Daarom moeten de regio's bevoegd worden voor het arbeidsmarkt- en economisch beleid en moeten ze zelf bevoegd worden voor het innen van belastingen. Zodat ze meer verantwoordelijk worden voor hun uitgaven en inkomsten. Nieuwe financiële afspraken moeten er ook voor zorgen dat de federale overheid de middelen heeft om haar kerntaken – zoals justitie – goed te vervullen.'
Dat zijn allemaal varianten op voornamelijk een herziening (of voor N-VA: afschaffing) van de financieringswet. Maar hoe zien ze de werking van een 'confederale' staat? Anders dan in voltooide federale staten liggen de residuaire bevoegdheden – de bevoegdheden die niet specifiek zijn toegewezen – in België namelijk nog steeds op het nationale vlak. Artikel 35 van de Grondwet voorziet sinds 1993 in de mogelijkheid om ze van de gewesten en de gemeenschappen te laten uitgaan. Om België als federale staat te voltooien volstaat het uitvoering te geven aan dat artikel 35, waarbij onder meer de materies moeten worden aangeduid die federaal blijven; alle overige worden aan de gemeenschappen/gewesten toebedeeld. Alleen VLD zegt in zijn verkiezingsprogramma iets over dat artikel 35: 'Voor Open VLD moeten enkel volgende materies federaal blijven: buitenlandse zaken, defensie en politie, en vervolgens 'de basis van' een reeks dingen: de basisorganisatie van de justitie, de economische en sociale basiswetgeving, de basissokkel van de (para)fiscaliteit, en delen van de sociale zekerheid; verder moet er een transparant solidariteitsmechanisme zijn.' (De Standaard online, dinsdag 25.05.2010)
Een volwaardige federale staat
Maar alle drie zwijgen ze over de manier van besturen van het federale niveau in de (con)federale staat. Is het afgelopen met alarmbellen en paritaire regeringen? Geen dubbele meerderheden meer per taalgroep voor sommige wetten? Juist al die blokkeringen waren toch de oorzaak van de verlamming en besluiteloosheid van de laatste drie, of zelfs de laatste tien jaar. Zelfs wat volgens de Belgische wetten in deze zogenaamde 'consensusdemocratie' met een gewone meerderheid goedgekeurd kan worden, de splitsing van de kieskring BHV, blijkt onmogelijk door het gebruik van allerhande blokkeringsmechanismen. Op federaal niveau moet het principe gehuldigd worden: één afgevaardigde heeft één stem in het federaal parlement; een veto van Franstalige ministers of partijen kan niet meer. Elke Belg is gelijk voor de Belgische wet, als het over federale materies gaat. Er bestaan geen te beschermen minderheden.
In de Duitse Bundestag zitten meer Wessi's dan Ossi's, maar de ex-Oost-Duitsers hebben geen bijzondere rechten om iets lam te leggen. In het Zwitsers parlement (Nationalrat) zitten meer Duits- dan Franstaligen, maar ook daar geen enkele speciale behandeling van 'minderheden' te bespeuren in de grondwet. Een eenvoudige meerderheid moet ook hier voldoende zijn (tenzij voor grondwetswijzigingen), ook al bestaat die een keer uit meer Vlamingen dan Walen, en een andere keer omgekeerd. Het begrip 'taalgroepen' moet op federaal niveau verdwijnen. Thema's waar de Franstaligen (of de Vlamingen?) geen gewone meerderheid voor aanvaarden, moeten dan naar de deelgebieden verhuizen. Zonder dit eenvoudig maar helder principe van een volwaardige federale staat blijven we in hetzelfde bedje ziek, en kan het kibbelen en 'non' zeggen verdergaan, zij het dan over 'basissokkels'. En als blijkt dat er voor niets nog een gewone meerderheid aanvaardbaar is, dan blijft er niets anders over dan België te splitsen in twee of drie onafhankelijke staten, die dan zo gewenst een echte confederatie kunnen vormen.
Een volwaardige federale staat betekent niet alleen artikel 35 van de Grondwet uitvoeren en één man één stem, maar ook:
- het invoeren van een hiërarchie der wetten ('Bundesgesetz bricht Landesgesetz'), dus voorrang aan federale wetten;
- geen procedures meer van belangenconflicten die men probeert op een politieke manier tussen de niveaus te 'arrangeren' met overlegbijeenkomsten, maar een Grondwettelijk Hof met de volle bevoegdheid om geschillen tussen de verschillende overheden te beslechten.
Niet direct daarmee verbonden, maar goed om tezelfdertijd in te voeren:
- het recht van de burgers en kandidaten op een daadwerkelijke rechtsbescherming van hun politieke subjectieve rechten op correcte verkiezingen, door toegang tot een rechterlijke toetsing van geschillen over de parlementsverkiezingen. België is een van de laatste drie landen in Europa die dit niet kennen. (Zie Matthias Storme: 'Scheiding der machten en effectieve rechtsbescherming');
- een ernstige controle op de partijsubsidies, zoals gevraagd door de Raad van Europa (zie: 'Partijen controleren zichzelf').
Daarover zou ik graag het standpunt van de Vlaamse partijen die voor een 'confederaal model' zijn horen, en heb het hun dan ook vandaag gevraagd.
Vlaanderen omvormen tot een deelstaat
Over de voltooiing van België tot federale staat schreef Walter Van Gerven, prof. em. hoogleraar Rechten, KU Leuven, gewezen advocaat Generaal Europees Hof van Justitie, al twee jaar geleden (18.02.2008) een grondige en nog steeds actuele tekst.
Wat zegt grondwetspecialist prof. em. Robert Senelle over 'confederalisme'? 'Wij Vlamingen moeten België ombouwen tot een echte federale staat, samengesteld uit deelstaten, zoals dat ook in Zwitserland, Canada, de Verenigde Staten en Duitsland het geval is. De onafhankelijkheid van Vlaanderen uitroepen, schept een heleboel internationale problemen die we kunnen missen als de pest, met name met de Europese Unie... Ik vind dat de N-VA een strategische fout maakt. Voortdurend spreken over een onafhankelijk Vlaanderen of over confederalisme heeft geen zin. Ze zouden beter alles inzetten op het definitief omvormen van Vlaanderen tot een deelstaat. Dat zou veel slimmer zijn, want het enige wat haalbaar is, en aanvaardbaar voor Europa.' (Knack, 19.05.2010)
Als N-VA 'incontournable' veel stemmen haalt, zal dat niet zijn omdat de kiezer wenst dat Vlaanderen zijn onafhankelijkheid uitroept, of om een of ander schimmig 'confederalisme' in te voeren, maar om de Belgische augiasstal op te ruimen en te vervangen door een veel efficiënter en veel goedkoper echt en volwaardig federaal België, met ook een veel efficiëntere en veel goedkopere Vlaamse deelstaat. (Recent uitvoerig behandeld in 'Voor een federaal België: stem N-VA... (een strategische stem)?', 21.05.2010)
Want de toekomstige kiezer, toch volgens een opiniepeiling van TNS-Dimarso, heeft er blijkbaar geen probleem mee dat N-VA een 'stategische fout' maakt, of zogenaamd 'warrige doelstellingen' heeft, of 'dubbelzinnig' is, zoals CD&V, Béatrice Delvaux en vele anderen haar verwijten. CD&V onderzocht bij tienduizend Vlamingen hoe ze tegen België aankijken. Niet minder dan 84,6 procent van de ondervraagden zegt 'neen' op de vraag 'Vindt u dat België moet worden opgedoekt?'. Dus zouden er, statistisch gezien, slechts 15,6 procent voor N-VA 'mogen' stemmen. Toch geven vandaag 26 procent te kennen voor N-VA te zullen stemmen, heel wat meer dan voor CD&V, die onder de 20 procent zakt. Dus zijn er dan weer, statistisch gezien, 10,6 procent die voor N-VA stemmen, 'ondanks' hun separatistisch en dubbelzinnig discours. Dat lijkt logisch, gezien Bart De Wever uitgaat van een langzame verdamping van België. Om tot een verkeerdelijk 'confederaal' genaamd België te komen, een volwaardig federaal land dus, zijn er veel meer kiezers die vertrouwen dat N-VA daarin slaagt dan andere partijen. (Noot: zoals ik eerder schreef, had en heb ik geen enkele affiniteit, laat staan enige band met de partij N-VA, maar is het mijn persoonlijke analyse van de politieke situatie: wie België wil redden, moet op een partij stemmen die de augiasstal durft en wil opkuisen.)
Of een Belgisch compromis?
Als er bijna niets meer gevonden wordt op federaal niveau dat kan werken volgens het principe van een volwaardige federale staat (één man, één stem), kan men wellicht een surrealistisch compromis à la belge bedenken: zonder over te gaan tot de splitsing in onafhankelijke staten, België volledig inrichten alsof het een federatie is van onafhankelijke staten. Een confederatie, bestaande uit één enkele staat. Een unicum in de wereld: de confederale staat België. Een contradictio in terminis, die er in dit geval geen is.
Uitsmijter: over N-VA en Europa
Ik vind het pleidooi van N-VA voor een 'sterker Europa' wat triest, want zonder enige kritiek op het volstrekt ondemocratisch karakter van de Europese Unie. N-VA wil zelfs een administratie, de Europese Commissie, de macht geven om een afdwingbaar beleid te voeren, wat ze dan een 'democratisch kader' durft te noemen: 'De N-VA wil aan de Europese Commissie een sterke rol toekennen als vertrekpunt voor een institutioneel en democratisch kader voor een evenwichtig sociaaleconomisch bestuur. De Europese Commissie moet in die zin ook het mandaat krijgen om afdwingbare sociaaleconomische doelstellingen vast te leggen in het kader van de Europese strategie 2020... De N-VA wil een sterker Europa, dat niet alleen economisch maar ook politiek alsmaar sterker en eendrachtiger wordt. Europa moet zo veel mogelijk aan één zeel trekken, zowel binnen de EU als op het wereldtoneel. Vele uitdagingen van de toekomst kunnen we niet aan op het niveau van de lidstaten afzonderlijk. Daarvoor hebben we een sterk Europa nodig.' (uit hun verkiezingsprogramma) Dat past natuurlijk in hun basisverhaal van 'een onafhankelijk Vlaanderen, lidstaat van een democratisch Europa'. Maar 'democratisch' koppelen aan Europa is een even grote contradictio in terminis als 'confederaal' koppelen aan een federaal België.
De Wever in een interview in La Libre, zaterdag 22.05.2010
Quel est votre objectif pour ce scrutin du 13 juin?
Il est très clair: le fédéralisme ne marche plus. Notre projet est clairement confédéraliste. La démocratie belge est scindée, on doit aller vers le confédéralisme, c'est à dire qu'on doit aller vers deux entités autonomes qui signent entre elles un Traité disant ce qu'elles font encore ensemble.
Deux 'entités autonomes', donc deux pays différents?
On doit inverser la logique actuelle. Quand on n'est pas d'accord en Belgique, tout reste unitaire. Il faut que cela soit l'inverse. Le fédéralisme, ce n'est qu'un euphémisme pour un pays qui est en train d'éclater lentement. Le confédéralisme, c'est se mettre d’accord pour dire: ce que nous n'arrivons plus à gérer ensemble, on le fait chacun de notre côté. On voit bien que chacune de nos deux démocraties est en train de se replier et que le critère de décision est devenu le paramètre francophone et le paramètre flamand. Il est devenu impossible de gérer ces deux démocraties.
Pour être transparent: vous voulez scinder le pays si vous en avez la possibilité?
Scinder le pays, c'est un grand mot. Il faut un Traité entre deux entités autonomes. Ma vision est celle-ci : les entités sont souveraines et on doit garder une certaine solidarité. Et pour nous, la scission de la sécurité sociale est absolument nécessaire si on veut conserver une solidarité. Aujourd'hui, la sécu ne garantit plus rien, ce sont des transferts d'argent qui n'aident pas la Wallonie à se redresser, c'est juste le contraire. Ils maintiennent la situation telle quelle...
Met de nodige emocratie verscheen ook volgende beschouwing op LEF:
Confederalisme: Waarom proberen wat altijd mislukt?
Confederalisme: je hoort de term haast alle dagen in de media, waarbij het door NVA'ers en een Jean-Marie Dedecker wordt voorgesteld als dé oplossing van 'het Belgisch probleem'. Haast nooit wordt er door de journalist van dienst ingegaan op wat de term feitelijk betekent en of men voorbeelden heeft van confederalistische landen waar België zich aan kan spiegelen. Bij 'B Plus' werd de begripsverwarring rond de term ook opgemerkt en dus maakte de vereniging een dossier dat onthult wat Confederalisme eigenlijk inhoudt en waarom het voor ons land zeker geen oplossing zijn kan.
Federalisme geen synoniem voor confederalisme
Laat het duidelijk zijn, stellen die van B Plus: 'Een confederatie is geen staat maar een verbond van twee of meer staten (statenbond), in tegenstelling met een federatie die wel een staat is (bondsstaat). De confederatie is een verdragsrechtelijke binding tussen onafhankelijke staten die overeenkomen bepaalde materies (bijvoorbeeld delen van de buitenlandse zaken, van de fiscaliteit en van de sociale zekerheid, landsverdediging, enzovoort) samen te beheren. De samenwerkende staten blijven volledig soeverein, terwijl in het federalisme de soevereiniteit gedeeld wordt tussen de federatie en de deelstaten. Autonomie is in de confederatie de regel, eenheid de uitzondering. Confederale beslissingen dienen unaniem genomen te worden. Elke samenwerkende staat heeft een vetorecht, wat de broosheid van het model mee verklaart. Confederaties vallen dan ook snel uiteen of groeien door tot een federale staat.'
Een ander belangrijk bezwaar tegen het confederalisme is dat het een fundamenteel ondemocratische constructie is, want de bevolking heeft geen enkele inspraak in het confederale bestuur. De samenwerking tussen de staten wordt intergouvernementeel geregeld, tussen de regeringen, boven de hoofden van de burgers.
'Een federale staat daarentegen is een volwaardige staat. De federatie is meer dan de optelsom van de deelstaten. In tegenstelling met een confederatie zijn de burgers hier van zowel de bondsstaat als de deelstaten. Hét federalisme bestaat niet.' Er bestaal zoveel varianten van als er federale staten zijn.
België is momenteel nog altijd een federaal land, maar het heeft al enkele confederale kenmerken. Zo is er bijvoorbeeld geen hiërarchie van de normen. De federale Belgische staat kan zijn wil niet zomaar opleggen aan de deelstaten wanneer die het niet eens raken. De meeste kenmerken van het federalisme zijn volgens B Plus evenwel aanwezig, zodat België een federale staat genoemd mag worden, ook als is ons federalisme onvoltooid.
De term confederalisme wordt aan Nederlandstalige kant dan ook meestal oneigenlijk gebruikt. B Plus: 'Ofwel bedoelt men er een ver doorgedreven federalisme mee en gebruikt men het woord confederalisme omdat dit radicaler klinkt dan federalisme. Ofwel werkt men met een verborgen agenda: men zegt confederalisme, maar men bedoelt separatisme. Aangezien die term in Vlaanderen weinig populair is bij de bevolking, kiest men omwille van de politieke marketing voor de term confederalisme. Ook een paar Franstalige intellectuelen scheppen verwarring. Zij gebruiken de term confederalisme in de zin van een doorgedreven federalisme en stellen dat alleen juristen dat een probleem vinden. Dit is even absurd als appelen om een of andere reden 'peren' noemen en dan te stellen dat alleen fruitboeren daarmee een probleem hebben.'
Confederalisme: welke partijen zijn voor of tegen?
Bij de Franstalige partijen is de toestand eenvoudig, stelt B Plus vast: 'Alle partijen verwerpen het confederalisme.' Af en toe doet een Franstalige politicus weleens kortzichtige uitspraken met de term confederalisme erin verwerkt. Dat versterkt dan weer de spraakverwarring.
Aan Nederlandstalige kant pleit de CD&V 'officieel wel voor confederalisme, maar deze term kon slechts via een procedurele handigheid op een meerdaags congres in september 2001 in het partijprogramma opgenomen worden. De commissie voor institutionele aangelegenheden hield over het confederalisme pas een stemming in de late uurtjes. Door een succesvolle mobilisatie van radicalen werd het confederalisme door een tweederdemeerderheid van de commissieleden goedgekeurd. Volgens het congresreglement mocht er in dat geval over dit punt achteraf niet meer gestemd worden in de plenaire vergadering van het congres. Voordien had het partijbestuur nog met een grote meerderheid het confederalisme van de tafel geveegd.'
Zo zie je maar weer welke vuile spelletjes er gespeeld worden. B Plus noteert ook dat 'een hele reeks vooraanstaanden in de CD&V het confederalisme verwierpen. En er is meer. Het partijprogramma van de CD&V wil een ver doorgedreven federalisme waarbij het zwaartepunt naar de deelstaten gaat: men noemt dit confederalisme, maar ten onrechte. Ook voor de radicalen zoals Luc Van den Brande blijft er een Belgisch parlement en een Belgische regering bestaan. Misschien (of wellicht?) is dit ver doorgedreven federalisme in de geest van sommige radicalen een stap naar het einde van België, maar daar is geen hard bewijs voor.'
Ook de Open VLD koos formeel op een congres in december 2002 voor confederalisme. 'Genoemd congres was een aanvullende congresdag omdat het "echte" congres zijn agenda niet had afgerond. In november waren er meer dan duizend deelnemers. In december amper een driehonderdtal. Hiervan stemden 128 mensen voor en 124 mensen tegen confederalisme.'
Bij SP.A liggen de kaarten duidelijk: 'Geen enkel SP.A-parlementslid of -minister is voorstander van confederalisme. Alleen ex-minister Luc Van den Bossche, die de politiek verlaten heeft, is confederalist van oudsher.'
Bij Groen! een gelijkaadige situatie. De partij is tegen conferalisme behoudens enkele overlopers uit de oude VU (Bart Staes, Geert Lambert...).
De PVDA (Partij van de Arbeid van België) verdedigt het Belgisch unitarisme en telt dus geen confederalisten.
Eigenlijk is in de hele politieke linkerzijde het confederalisme vrijwel totaal afwezig.
Anders is dat bij de rechterzijde: 'de beide Vlaams-nationalistische partijen (Vlaams Belang en N-VA (Nieuw-Vlaamse Alliantie) opteren als enige partijen voor het separatisme, zonder het confederalisme als tussenstap. Zij hebben alvast het voordeel van de duidelijkheid.'
En Lijst Dedecker? 'Die telt zowel federalisten, confederalisten als separatisten. Na enige aarzeling opteerde de partij voor het confederalisme met een "Belgium light" als koepel. De lidstaten beslissen wat zij op confederaal niveau zullen beheren en het confederaal "parlement" bestaat enkel uit delegaties van de parlementen van de lidstaten. Er zijn dus geen confederale verkiezingen, wat conform is met de definitie van het confederalisme.'
Het korte leventje van confederale experimenten
Supranationale organisaties zoals de EU of de Organisatie van Afrikaanse Eenheid (OAU) zijn zeker niet als confederaties te beschouwen. Landen die ooit wel confederaties waren maar evolueerden naar echte federaties, zijn de Verenigde Staten van Amerika en Zwitserland. Hun ontstaansgeschiedenis toont volgens B Plus juist aan dat de federale staatsvorm een aantal voordelen biedt ten opzichte van de lossere confederatie. Een zwak centraal gezag blijkt nu eenmaal weinig geschikt om het hoofd te bieden aan allerlei problemen.
Andere confederale entiteiten bleken een kort bestaan beschoren: denk aan de 'Confédération de Sénégambie' (tussen de West-Afrikaanse landen Senegal en Gambia, opgericht in 1982 en ontbonden in 1989) of aan de kortstondige alliantie tussen Servië en Montenegro (van 2003 tot 2006). Ook de Verenigde Arabische Republiek (Egypte + Syrië) was van kortstondige duur. Het besluit van B Plus: 'confederale structuren is geen lang leven beschoren, ofwel evolueren zij naar een federale staatsvorm ofwel gaan zij roemloos ten onder'.
B Plus zelf pleit voor een een evenwichtig federalisme waarbij evenveel belang wordt gehecht aan een solidaire, stevige en efficiënte federale staat als aan stevige en efficiënte deelstaten. Er zijn voldoende overheidstaken om alle beleidsniveaus een flink deel van de taart te gunnen. Overigens is B Plus voorstander van hiërarchie van de normen om aldus tot een 'volwassen' federalisme te komen. Aan de voorstanders van het confederale model antwoordt B Plus dat 'een per definitie tijdelijke staatsvorm zoals de confederatie geen oplossing kan zijn voor het dossier België'.
Iets belangrijks nog wat in het B Plus-dossier niet met zoveel woorden gezegd wordt, maar op de persconferentie wel is dat als je een confederatie wil, je eerst een separatie, een scheiding moet hebben. Separatisme gaat confederalisme vooraf. Niet omgekeerd zoals sommige Vlaans-nationalisten stellen. Zij suggereren dat het confederalisme een stap naar de scheiding is, maar het is dus net omgekeerd. En dat is geen juridische vitterij, maar een essentieel politiek gegeven.
Jan-Pieter Everaerts (De Groene Belg, nr. 350)
PS Het dossier Het confederalisme ontmaskerd werd geschreven door Luk Ryckaert, Luc Van Coppenolle en Gilles Vanden Burre. De tekst van het volledige dossier van B Plus (10 pagina's) kunnen we u op aanvraag in een Word-bestand toezenden. Mailen naar mediadoc.diva@skynet.be (27.05.2010).