Big Brother

Zonder dat er tot nu toe al te veel ruchtbaarheid aan is gegeven, beslist het kernkabinet vandaag over de goedkeuring van een ingrijpend Koninklijk Besluit dat de federale en lokale politie in staat stelt zeer uitgebreide en gevoelige informatie op te slaan over miljoenen burgers.
 
Vanaf de leeftijd van veertien jaar kan de politie voortaan een waslijst van gegevens opslaan: gezinsbanden, beroepssituatie, seksueel gedrag, financiële gegevens, leefgewoonten, etnische afkomst, fysieke en mentale gezondheid, politieke en religieuze overtuiging, en vermoedens van strafbare feiten.
 
De verzamelde informatie betreft nu al meer dan 1,6 miljoen personen, 1,8 miljoen auto's, ruim 11 miljoen concrete feiten en meer dan 11.000 organisaties.
 
Het KB bulkt van de vage omschrijvingen. Het volstaat dat iemand 'aansluit bij een groepering die van bijzonder belang is voor de openbare orde' of dat de informatie 'van concreet belang is'. Dat is zowat carte blanche geven voor om het even wat.
 
 
Ook al zijn er wat drempels en grendels voorzien, het is toch wenkbrauwen fronsen wanneer je de gretigheid kent waarmee zowat iedere agent graag gegevens uit zijn computer haalt.
 
Natuurlijk heeft een overheid behoefte aan adequate informatie bij de bestrijding van misdaad en terreur. De vraag is of een zo massale opslag van gegevens geen oeverloze informatieoceaan creëert waarin een kat haar jongen niet meer terugvindt.
 
Maar nog belangrijker dan de efficiëntie of het gebrek eraan, is dat met dit systeem toch wel gemorreld wordt aan een van de pijlers van een democratische rechtsstaat, het recht op privacy. Sinds 9/11 is er een wereldwijde tendens om de individuele grondrechten van de burgers te verkleinen om de slagkracht van de overheid in haar antiterreurbeleid te vergroten.
 
Daardoor dreigt het systeem van checks-and-balances grondig verstoord te worden, zeker wanneer de geficheerde burger geen enkele inzage heeft in de gegevens die over hem opgeslagen worden, laat staan de mogelijkheid heeft om verkeerde informatie te laten corrigeren. Het is dan ook onbegrijpelijk dat zo'n KB even in een kernkabinet wordt afgehaspeld, terwijl het minstens een ernstig en uitgebreid parlementair debat verdient.
 
 
Yves Desmet, De Morgen, 23.10.2008