België IS gebarsten

Door het inzetten van de alarmbelprocedure tegen het Vlaams wetsvoorstel om BHV te splitsen is België de facto gebarsten. Is het in zijn huidige vorm nog te lijmen, of is het wachten tot het de jure een federatie naar Zwitsers model, of een confederatie van onafhankelijke staten wordt? Kunnen alle Vlaamse partijen alstublieft vooraf afspreken dat ze tot geen regering zullen toetreden zonder een voorafgaand akkoord over een grondige, maar dan ook zeer grondige hertekening van het politieke landschap in ons land, gericht op de voltooiing tot een volwaardige en efficiënte federale staat? Afspreken, maar dan ook volhouden natuurlijk. Ook in het belang van Vlaanderen.

Didier Reynders waarschuwde voor een communautaire politieke atoombom. Op donderdag 29 april is wel degelijk zo'n bom ontploft in de Kamer, zij het een andere dan de bom die Reynders vreesde. De atoombom was de motie van de Franstaligen om de alarmbel te luiden tegen een stemming van de wet over de splitsing van BHV. In zo'n motie legt ten minste drie vierden van de leden van de Franse taalgroep uit waarom de bepalingen van die wet de betrekkingen tussen de gemeenschappen ernstig in het gedrang brengen. Dit schort de parlementaire procedure op en verwijst het wetsvoostel naar de ministerraad. Hierdoor kwam het splitsingsvoorstel dus niet eens op de agenda. De regering moet binnen dertig dagen daarover haar gemotiveerd advies geven en de Kamer uitnodigen zich uit te spreken hetzij over dit advies, hetzij over het eventueel geamendeerde ontwerp of voorstel. In de uitleg over de alarmbelprocedure in de kranten leest men soms dat, als er in de ministerraad geen consensus gevonden wordt, de federale regering valt. (Wat is de alarmbelprocedure, De Standaard 29.04.2010: 'Als er geen consensus gevonden wordt, dan valt de federale regering').

Dat is echter niet wat er staat in de Grondwet bij het artikel 54 over de alarmbelprocedure (1). Het hoeft dus geen automatisch gevolg te zijn dat de federale regering valt als ze binnen de dertig dagen geen gemotiveerd advies geeft. In De Standaard van 30.04.2010 stelt grondwetspecialist Jan Velaers (UA) dat de procedure daarna verder kan gaan in het parlement en de Vlamingen dan hun meerderheid kunnen gebruiken. Als de regering binnen die dertig dagen valt, ligt dat dan dus aan een beslissing van de Franstalige ministers er de stekker uit te trekken. Maar de regering was vorige donderdag al ontslagnemend. Wat dan? Jan Velaers: 'In 1992, in tempore non suspecto, heeft de Kamer zich daarover gebogen en met ruime consensus geoordeeld dat als de alarmbel wordt geluid op het moment dat de regering ontslagnemend is, de procedure geschorst wordt tot er een nieuwe regering is. Dat is de juiste interpretatie van artikel 54 van de Grondwet. Er moet een volwaardige regering zijn.' Het is natuurlijk al een groot democratisch manco dat een regering (uitvoerende macht) ingeschakeld wordt om een debat van de wetgevende macht over te nemen, maar deze rariteit is natuurlijk bedacht omdat er geen paritair samengestelde Kamer is, wel een paritaire regering, waar de Franstaligen dus alles kunnen blokkeren. En daar niet alleen een wet 'die de betrekkingen tussen de gemeenschappen ernstig in het gedrang kunnen brengen', maar alles. Nieuwe afspraak over BHV na de verkiezingen dus.

 

Een confederale logica

VLD-voorzitter Alexander De Croo is voor de Franstalige partijen onverantwoord bezig als hij de regering laat vallen (terwijl-men-o-zo-dicht-bij-een-oplossing-was-gekomen: 'à quelques jours d'une solution pour BHV', volgens een interview met Senaatsvoorzitter Armand De Decker in La Libre van woensdag 28.04.2010), maar de Franstaligen zijn natuurlijk wel goed bezig als ze herhaalde keren dreigen de regering te doen vallen als zij hun gelijk niet krijgen. Armand De Decker (MR) gaat, in één adem met een oproep tot kalmte aan alle partijen, publiek verklaren dat hij denkt dat niet alleen De Croo jr. gek is geworden, maar ook Van Quickenborne... (Op de vraag van de journalist 'Alexander De Croo est-il devenu fou?' komt als antwoord: 'Je le pense. Lui et Van Quickenborne.') Oproep tot kalmte? In hetzelfde interview zegt hij dat zijn partij op het punt stond een formule goed te keuren die het Franstalig front zou schikken. Want wat voor ons belangrijk is, is de Franstalige eenheid: "Car ce qui compte pour nous, c'est l'unité francophone'. Niet dus 'l'unité du pays', wel 'l'unité francophone'.

In een interview in De Standaard van vrijdag 30 april 2010 refereert Yves Leterme aan Jean-Luc Dehaene, die stelde dat het samenleven in België gebaseerd is op een stilzwijgend akkoord dat de grootste gemeenschap haar wil niet opdringt aan de minderheid, op voorwaarde dat de minderheid bereid is om hervormingen door te voeren. (Toch volgens de tekst in de krant. In de afscheidsnota van Dehaene stond iets anders: 'De meerderheid kan haar wil niet aan de minderheid opleggen, maar de minderheid aanvaardt dat er moet worden onderhandeld. Het dreigt mis te lopen als de minderheid weigert te onderhandelen.') In het interview met La Libre diezelfde dag noemt Leterme dat zelfs de 'natuurlijke wet' waarop België gebaseerd is: 'La loi naturelle sur laquelle la Belgique est basée est que la majorité n'impose pas sa volonté à la minorité, mais qu'en échange la minorité accepte toujours de négocier.' België is dus niet alleen een zogenaamde 'consensusdemocratie' (voor sommigen alleen maar een 'pacificatiemodel'), maar is gebaseerd op een 'natuurwet', een 'stilzwijgend akkoord' dat een gemeenschap die de meerderheid uitmaakt niets mag beslissen zonder toelating van de minderheid? En die minderheid moet alleen maar bereid zijn te onderhandelen. Een wel heel speciale opvatting over democratie. Ondertussen hebben we sinds midden 2008 een regeringsmeerderheid die geen parlementaire meerderheid heeft aan Vlaamse kant, en toch vrolijk wetten goedkeurt, gebaseerd op een meerderheid in de kleinere gemeenschap. Dringt de kleinste gemeenschap dan al niet bijna twee jaar haar wil op aan de grootste gemeenschap? Ook wel een heel merkwaardige herinterpretatie van de Belgische geschiedenis, die natuurlijke wet, om te rechtvaardigen vandaag toegevingen te moeten doen aan Franstalige eisen tot gebiedsuitbreiding, inschrijvingsrechten en dat soort zaken. Tot 1970 was België een unitaire staat, en was er geen sprake van die 'natuurlijke wet'. Zijn het niet de Walen die in de jaren zestig de 'logische wet' van een gewone democratische meerderheid in het federaal parlement niet meer wilden aanvaarden, en regionalisatie eisten om hun eigen potje te koken, los van 'l'état belgo-flamand'? (Weliswaar met federale dotaties...).

Een democratie heeft als algemene regel dat wetten door een eenvoudige meerderheid van de verkozenen worden goedgekeurd. Soms met een 'wisselmeerderheid', zoals bij de abortuswet in 1990. In België zijn sinds 1970 nogal wat uitzonderingen ingevoerd op een eenvoudige meerderheid, met wetten die alleen met een meerderheid van beide taalgroepen goedgekeurd kunnen worden. En die lijst van belangrijke aangelegenheden in de grondwet is behoorlijk lang... Voor het 'gewone' federale parlementair werk moet dus een gewone meerderheid van Belgische Kamerleden voldoende zijn, ook als die bestaat uit een Vlaamse minderheid, of omgekeerd. Met de alarmbelprocedure zetten de Franstalige partijen echter het democratisch bestel van het Belgisch federaal niveau buitenspel. 'We hebben willen vermijden dat in de Kamer een discussie werd gevoerd van de ene gemeenschap tegen de andere. Dat is gelukt', zei MR-fractieleider Daniel Bacquelaine tevreden. 'Dat één gemeenschap iets eenzijdig wil opleggen aan de andere, is voor ons onaanvaardbaar.' (De Standaard, 30.04.2010) Hiermee zit men niet meer in een democratisch systeem van een meerderheid in een federale Kamer, maar in de logica van een confederatie van onafhankelijke staten. Daar is het de normaalste zaak dat een staat niets kan opleggen aan een andere, en er alleen bij akkoord van alle bij de confederatie aangesloten landen er een akkoord is. Maar niet in een federale staat.

Volgens het bestaande Belgische institutionele kader, ook als dat 'consensusdemocratie' heet, is de splitsing van BHV geen zaak van een consensus tussen twee taalgroepen, maar kan ze met een gewone meerderheid goedgekeurd worden, dus door de Vlamingen alleen, ook als dat Franstalige politici helemaal niet bevalt. Dat zijn de afgesproken spelregels, niet alleen voor BHV, maar voor alle wetten die zonder bijzondere meerderheid goedgekeurd kunnen worden. Als wetten alleen nog goedgekeurd kunnen worden met een akkoord van de Franstaligen, hanteert men dus de spelregels van een confederatie, niet die van een federale staat. De alarmbelprocedure gebruiken is dus een atoombom gooien op de Belgische staat. Sinds donderdag is België dus de facto een confederatie, als het onvaanvaardbaar is dat een gewone meerderheid iets beslist wat ze grondwettelijk mag, maar dat de Franstaligen niet zint. Herhaling: het is natuurlijk niet leuk voor de Franstaligen dat BHV gesplitst wordt, maar het blijft binnen het kader van de Belgische grondwet.

 

De Franstalige motie/atoombom

Met de alarmbelprocedure wordt dus een wetsontwerp geblokkeerd dat 'de betrekkingen tussen de gemeenschappen ernstig in het gedrang kunnen brengen'. Waarom vinden de Franstaligen dat de splitsing van BHV die betrekkingen ernstig in het gedrang brengt? La Libre Belgique gaf eerder (08.05.2008) toe dat het kiesarrondissement BHV objectief gezien een anomalie is in het institutionele landschap, en het enige gevolg van de splitsing zou zijn dat de Franstaligen in Vlaams-Brabant niet meer op Brusselse kandidaten zouden kunnen stemmen, maar wel nog op Franstalige Brabantse kandidaten. 'C'est tout ? A priori, oui.'

'C'est tout'... Maar volgens de alarmbelmotie wordt de Franstaligen in Halle-Vilvoorde het 'fundamentele recht' ontnomen om te stemmen voor kandidaten die in Brussel opkomen en deel uitmaken van de Franse taalgroep. De splitsing van BHV tast ook de huidige ruimte aan waarbinnen de solidariteit tussen Brussel, Wallonië en de Franstaligen van Halle-Vilvoorde zich uitdrukt. Deze laatsten worden nog meer geïsoleerd en hun rechten aangetast, die nochtans erkend werden in een algemeen compromis betreffende de huidige afbakening van de taalgebieden. (Motie: voetnoot 2)

Het is inderdaad zo dat, o gruwel, na de geplande splitsing de Franstaligen in Halle-Vilvoorde nog wel voor Franstalige partijen en kandidaten kunnen stemmen, maar deze dan, volgens de grondwet, deel uitmaken van de Nederlandse taalgroep in Kamer en Senaat. Net als een Nederlandstalige in Wallonië, als die verkozen zou worden en mogen zetelen, deel zou uitmaken van de Franse taalgroep in het parlement. Een van de argumenten tegen de splitsing is dat, als compensatie voor het vastleggen van de taalgrens in 1963, taalfaciliteiten werden ingevoerd, onder meer in zes gemeenten rond Brussel, en het kiesarrondissement en gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde werden vastgelegd. Die twee moeten zorgen voor een band tussen de Franstaligen in Brussel en in de Vlaamse rand rond Brussel. Voor alle Franstalige partijen is dit een verworvenheid die alleen opgegeven kan worden mits er toegevingen worden gedaan. Daaraan sleutelen geeft hun het recht de taalgrens in vraag te stellen. Dat na de vastlegging van de taalgrens nog verschillende staatshervormingen werden doorgevoerd, met invoering van Gemeenschappen en Gewesten, wordt hierbij even tussen haakjes gezet. Komt daar natuurlijk nog bij dat de Franstaligen eigenlijk nooit de opdeling in taalgebieden echt hebben aanvaard (34 Franstalige stemmen waren voor, en 54 Franstalige tegen het vastleggen van de taalgrens in 1963 in de Kamer), ten minste niet dat ze geen Nederlandstalig gebied zouden kunnen en mogen blijven inlijven. Waarom zou anders de grondwet wel de grenzen van de Gewesten bepalen, maar niet de grenzen van de taalgebieden? De grondwet zegt alleen dat de grens van de taalgebieden slechts met een absolute meerderheid in beide taalgroepen gewijzigd kan worden, maar legt ze niet vast in de grondwet (3). Er mag dus, grondwettelijk gesproken, bij wet aan geknabbeld worden.

 

Op veroveringstocht

De motie heeft het dus over 'het fundamentele recht' van de Franstaligen om voor Brusselse kandidaten te stemmen, en dat de splitsing de solidariteitsruimte aantast, waar ze ook recht op hebben. Het blijft dus het ongewijzigd probleem dat de Franstalige partijen zich niet willen neerleggen bij de ondertussen afgebakende grenzen binnen België van Gewesten en Gemeenschappen. De Franstaligen blijven van mening dat hun ruimte niet beperkt mag worden tot Wallonië en de negentien Brusselse gemeenten, maar dat hun politiek-economisch-culturele ruimte veel verder reikt, en ze ofwel taalfaciliteiten moeten krijgen, of een uitbreiding van (officieel) tweetalig gebied. Philippe Moureaux (PS) stelde in Le Soir van 18 juni 2008 dat België hem alleen nog interesseert, mits de eeuwige vergrendeling van de huidige transfers, drie volwaardige Gewesten, waarbij Brussel een gewest met Franstalige dominantie wordt door het 'herzien' van de taalwetten die er de Vlaamse minderheid beschermen, een uitbreiding van Brussel, de splitsing van BHV tegen permanente faciliteiten tot in Aalst, Mechelen, Leuven en wellicht nog verder, een een brede verbinding van Brussel met Wallonië. (Artikel 19.06.2008: '15 juli: of begint de vereffening van België al eerder?') De huidige Brusselse minister-president Charles Picqué (ook PS) heeft daar vandaag een wat dissidente opvatting over, en ligt niet wakker van de splitsing van BHV, als hij maar meer geld krijgt: 'Franchement, qu'est-ce que cela change à ma vie, moi, que l'on scinde cet arrondissement...? Ce qui compte, c'est le refinancement de Bruxelles.' (La Libre, 15.04.2010) Olivier Maingain reageert meteen de volgende dag dat voor de Franstaligen de eerste prioriteit bij de splitsing van BHV de uibreiding is van Brussel, zodat het uit zijn carcan kan breken om het zijn werkelijke socio-economische dimensie te geven. En juist die uitbreiding zou bijdragen aan de herfinanciering van Brussel. Haal dus delen van het rijke Vlaams-Brabant binnen, zodat Brussel over meer geld beschikt...

 

Het zogenaamde personenrecht (le droit des gens)

Dit hangt ook samen met het oude liedje: Wallonië moet eentalig zijn, Vlaanderen tweetalig. En als het dat niet wil, moet het maar gebied afstaan. Een mooie beschrijving van dat oude liedje staat op de website van het Département de Langues, Linguistique et Traduction, Faculté des Lettres, van de universiteit van Laval in Quebec. Over de invoering van de taalwetten in de jaren dertig van vorige eeuw:

'En fait, les Wallons prirent pour acquis que la Wallonie devait rester unilingue française, alors que la Flandre devait être bilingue. Autrement dit, les Wallons désiraient le principe de la territorialité pour eux, pas pour les Flamands sous prétexte que les francophones devaient se sentir «chez soi» partout en Belgique. Cette revendication, qui peut paraître  de l'incohérence, doit se resituer dans le contexte de l'époque où les francophones qui formulaient pareil raisonnement trouvaient en Flandre, surtout dans l'élite intellectuelle et urbaine, bon nombre de «fransquillons» qui pensaient exactement de même. Cela donna des armes aux Flamands qui étaient prêts à accepter le bilinguisme partout en Belgique, mais la territorialité préconisée par les Wallons en Wallonie fit en sorte que les Flamands la revendiquèrent pour eux aussi. Ainsi, ce ne furent pas les Flamands qui rejetèrent le bilinguisme, mais les Wallons (cf. les lois linguistiques de 1930-1932)'. Over de tijd van 'Walen buiten' rond 1968 kan men er ook nog lezen: 'des étudiants francophones invitaient à Louvain un ancien premier ministre (1950), le Wallon Jean Duvieusart (1900-1977), qui défendait dans ses discours le statut bilingue de Louvain et osait déclarer: «Un Wallon qui apprend le flamand est un Wallon dénaturé.»'

De Franstaligen moeten zich nog altijd 'chez soi' kunnen voelen in heel België. Jarenlang werd de Vlamingen daarom voorgeworpen dat ze idiologische nationalisten waren (of erger), want ze verdedigden de eentaligheid van Vlaanderen met 'le droit du sol', terwijl de Franstaligen het o-zo-nobeler 'droit des gens' verdedigden. Echter, zoals Matthias Storme al twee jaar geleden schreef: 'Want, zoals wij ook al lang weten, bestaat die invulling van le droit des gens in geen enkel land of gewest waar de Franstaligen het alleen voor het zeggen hebben, niet in Frankrijk, niet in de Franstalige kantons in Zwitserland, niet in Wallonië en al helemaal niet in Quebec.' (Artikel: 'De maskers vallen af. het gaat (ook) om ordinaire gebiedsroof'. Iedereen moet privé natuurlijk vrij eender welke taal mogen gebruiken, maar in welke staat kan men eisen door de administratie in een andere dan de ambtstaal bediend te worden? Het 'droit du sol' staat trouwens niet tegenover 'le droit des gens', maar tegenover 'le droit du sang', waarbij men behoorde tot een clan, een familie, een volk, en geen rechten putte uit het bewonen van een gebied. Het 'jus soli' ('het recht van de grond', 'droit du sol') is alleen een rechtsprincipe volgens hetwelk de nationaliteit van een persoon wordt bepaald door de plaats waar hij of zij is geboren, en heeft dan ook niets, maar dan ook helemaal niets met het taalgebruik van de administratie te maken. En het 'droit des gens' waarmee de Franstaligen zwaaien, heeft dan weer helemaal niet de betekenis van individuele rechten van personen, maar heeft de betekenis van staat, natie. (Wikipedia: 'Le Droit des gens est une traduction du latin jus gentium (gens, gentis, signifiant «nation», «peuple») ... il faut comprendre en réalité qu'il détermine les rapports entre les peuples du point de vue de la communauté politique qu'ils forment, du point de vue des États. On devrait donc dire, avec Kant, pour éviter toute ambigüité avec le sens de gens, homme ou personne, le droit des États. Gens et nations doivent être pris au sens d'État, ce qui n'est pas évident du point de vue de la langue française qui distingue ces termes.'). Onder de mom van het verkeerd gebruikte 'droit des gens' en een zogenaamde 'solidariteitsruimte' wordt overdracht van gebied van het Vlaams Gewest naar Brussel geëist. Zoals Guy Tegenbos het simpel uitdrukte in het editoriaal van De Standaard van 18 april 2010: 'Als je met je buurman ruzie hebt over de afbakening van de tuin..., komt het nooit goed tussen jullie. Over niets. Als beiden aanvaarden waar de grens ligt, wel.'

 

'L'union fait la force'

CdH maakt nu gebruik van de Belgische kleuren in zijn verkiezingscampagne, en het motto van België 'l'union fait la force'. Al waren ze zogenaamd niet voorbereid op vervroegde verkiezingen, in de Franstalige kranten stond vrijdag 30 april al een advertentie met die slogan. Natuurlijk zeggen ze 'non', zoals in 2007, aan de extremisten die België willen splitsen, en veel andere blabla. Een zin: 'Oui, le respect des francophones est un devoir!' Dat gaat gepaard met een geëiste uitbreiding van Brussel: 'C'est pourquoi toute nouvelle réforme institutionnelle ne peut se faire au mépris des cinq principes suivants: (...) 5. le respect des droits des francophones autour et dans Bruxelles et son élargissement.' Hoe kunnen ze dat rijmen met: 'Au cdH, nous croyons fondamentalement en l'avenir de la Belgique, État fédéral composé de Communautés et de Régions respectueuses l'une de l'autre.' (Uit 'Lancement de campagne' , al op zondag 25 april in Luik!) 'Respectueuses l'une de l'autre', en gebied willen inpalmen? Is dat federale loyaliteit?... Door 'België' in te zetten voor hun verkiezingspropaganda en voor 'la défense des droits des Francophones' maken ze 'België' natuurlijk nog minder aantrekkelijk voor de Vlamingen. Ze zorgen er zelf voor dat de Vlamingen steeds minder met België geassocieerd willen worden, en maken zo waar ze zogenaamd voor opkomen, 'l'union des Belges', tot een probleem.

Er is een opbod aan de gang om het meest 'Belgisch' te zijn, spreek: het meest francofoon dus. MR-Kamerlid Corinne De Permentier liep tijdens de zitting van donderdag 29 april in de Kamer rond met een tricolore outfit (zwarte broek, rode bloes, grote gele stola). Al dat gedoe met de Belgische kleuren gaat natuurlijk helemaal niet om 'België'. Armand De Decker (MR): 'Ce qui compte pour nous, c'est l'unité francophone.' Eerder zei Moureaux (PS) al 'sans la solidarité interpersonelle, la Belgique ne m'interesse plus.' Of in de verkiezingslancering van CdH: 'C'est pourquoi toute nouvelle réforme institutionnelle ne peut se faire au mépris des cinq principes suivants: 1. la préservation de la solidarité interpersonnelle et notamment de la sécurité sociale; ...' Een Belgique à la carte... des francophones. En au mépris des Flamands.

 

Een onderhandeling ten gronde

België is een permanente diplomatieke conferentie, zei Karel De Gucht al eerder. Daar moet dan bij de volgende regeringsvorming best van uitgegaan worden. Nog eens proberen, maar dan standhouden, en dit keer dat alle Vlaamse partijen weigeren tot een regering toe te treden zonder een voorafgaand akkoord over een grondige, maar dan ook zeer grondige hertekening van het politieke landschap in ons land. En dat slaat niet op de splitsing van BHV. Als dit land niet grondig hervormd en afgeslankt wordt, gaat het regelrecht de dieperik in op alle vlakken, en stevenen we echt af op 'Griekse toestanden', ook voor Vlaanderen. De betaling van de pensioenen komt in gevaar, een steeds groeiende staatsschuld, enzovoort, door te veel ministers (56) en kabinetten (60!), te veel ambtenaren, te veel wetten, enzovoort.

Het kan twee verschillende richtingen uit:

1. het afwerken van de staatshervorming om tot een echt federaal land te komen

Eén afgevaardigde heeft één stem. In de Duitse Bundestag zitten ook meer Wessi's dan Ossi's, maar de ex-Oost-Duitsers hebben geen bijzondere rechten om iets lam te leggen. In het Zwitserse parlement (Nationalrat) zitten meer Duits- dan Franstaligen, maar ook daar geen enkele speciale behandeling van 'minderheden' te bespeuren in de grondwet. (Tussen haakjes: Zwitserland heeft slechts ZEVEN ministers, waarvan één jaarlijks afwisselend bondspresident is. Ze worden verkozen door de verzamelde kamers, de Nationalrat en de 'Senaat', de Ständerat, waarin afgevaardigden van de kantons zitting hebben.) Als de helft van de Zwitserse verkozenen aanwezig is, kan gestemd worden. Wetten worden aangenomen als de helft van de aanwezigen ze goedkeurt. Met enkele zeldzame uitzonderingen, die niets met minderheden te maken hebben, maar met spaarzaam bestuur: zo moeten minstens de helft van de leden (niet dan: de helft van de aanwezigen, wel de helft van de leden) van zowel National- als Ständerat hun goedkeuring geven voor grote uitgavenverhogingen. (4). Een spaarzame overheid, beducht voor 'gratis' verhalen. De voltooiing van België tot een volwaardige federale staat betekent dat afgesproken wordt wat 'nationaal' blijft, en al de rest (de residuele bevoegdheden) bij de deelgebieden liggen, en alle alarmbelprocedures en belangenconflicten afgeschaft worden. Thema's waar de Franstaligen geen gewone meerderheid voor aanvaarden, moeten dan naar de deelgebieden verhuizen. (Zie ook het artikel 'Walter van Gerven: voltooi de staatshervorming van België tot een federale staat)

2. scheiden en vervangen door een confederatie van onafhankelijke staten

Maar daarvoor vindt men – tot nader order – geen meerderheid aan Vlaamse kant, laat staan dat daarover onderhandeld kan worden met de Franstaligen.

 

Besluit

Eerder dan zich op te winden en veel energie te stoppen in het symbooldossier  BHV, letterlijk een 'randdossier', zouden alle Vlaamse partijen beter tot afspraken komen over de te volgen weg en het doel bij onderhandelingen. Een minimumplatform, gericht op de voltooiing tot een volwaardige federale staat, zoals in punt 1 aangegeven. Een echt Vlaams front op deze eis, in het belang van België en dus ook van Vlaanderen. Liefst met een gemeenschappelijke schriftelijke verklaring. Het Vlaams FDF-akkoord, van Le Front des Flamands, zo te zeggen. Ook als sommige partijen verder willen, moet zo'n front toch mogelijk zijn?


(1) Grondwet, artikel 54
Behoudens voor de begrotingen alsook voor de wetten waarvoor een bijzondere meerderheid is vereist, kan een met redenen omklede motie, ondertekend door ten minste drie vierden van de leden van een der taalgroepen en ter tafel gelegd na de indiening van het verslag en vóór de eindstemming in openbare vergadering, verklaren dat de bepalingen die zij aanwijst in een ontwerp of voorstel van wet de betrekkingen tussen de gemeenschappen ernstig in het gedrang kunnen brengen.
In dat geval wordt de parlementaire procedure opgeschort en de motie verwezen naar de ministerraad, die binnen dertig dagen daarover zijn gemotiveerd advies geeft en de betrokken Kamer uitnodigt zich uit te spreken hetzij over dit advies, hetzij over het eventueel geamendeerde ontwerp of voorstel.
Deze procedure kan slechts eenmaal worden toegepast door de leden van een taalgroep betreffende eenzelfde ontwerp of voorstel van wet.

 

(2) Grondwet, artikel 4
België omvat vier taalgebieden: het Nederlandse taalgebied, het Franse taalgebied, het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad en het Duitse taalgebied.
Elke gemeente van het Rijk maakt deel uit van een van deze taalgebieden.
De grenzen van de vier taalgebieden kunnen niet worden gewijzigd of gecorrigeerd dan bij een wet, aangenomen met de meerderheid van de stemmen in elke taalgroep van elke Kamer, op voorwaarde dat de meerderheid van de leden van elke taalgroep aanwezig is en voor zover het totaal van de ja-stemmen in beide taalgroepen twee derden van de uitgebrachte stemmen bereikt.

 

(3) De motie voor de alarmbelprocedure

Les soussignés, membres du groupe linguistique français de la Chambre des représentants, vu les propositions de lois modifiant les lois électorales en vue de scinder la circonscription électorale de Bruxelles-Hal-Vilvorde,

considérant le fait que ces deux propositions sont adoptées en commission, mise à l'ordre du jour de la séance plénière de manière unilatérale, le fait de l'imminence d'un vote en séance plénière par une majorité composée uniquement de députés du groupe linguistique néerlandais,

considérant que cette situation rompt l'équilibre entre communautés et traduit un renoncement unilatéral à la recherche d'une solution négociée comme les 8 partis politiques démocratiques s'y étaient engagés, que ces 8 partis sont en effet signataires en date du 5 mars 2008 d'une proposition de loi spéciale, dans laquelle ils s'engagent, notamment, à trouver 'une solution négociée pour répondre à l'arrêt de la Cour constitutionnelle relatif à Bruxelles-Hal-Vilvorde', et à laquelle renvoient l'accord de gouvernement fédéral du 20 mars 2008, et la déclaration du gouvernement du 25 novembre 2009,

considérant que ces engagements et la logique de dialogue qui avait présidé à l'accord institutionnel de mars 2008 sont ainsi rompus unilatéralement,

considérant que les propositions de loi auraient pour effet de priver les habitants francophones des communes de l'arrondissement administratif de Hal-Vilvorde de leur droit fondamental de voter tant pour des candidats qui se présentent à Bruxelles en vue de siéger au sein du groupe linguistique français de la Chambre, que pour des candidats du collège électoral français pour l'élection du Sénat et du Parlement européen,

considérant que scinder l'arrondissement électoral de Bruxelles-Hal-Vilvorde a pour effet de porter atteinte a l'espace actuel où s'exerce la solidarité entre Bruxelles, la Wallonie et les francophones de Hal-Vilvorde, d'isoler davantage ces derniers et de fragiliser leurs droits, alors même que les francophones de la périphérie bruxelloise représentent une proportion significative de citoyens dont les droits ont été reconnus dans le cadre d'un compromis général comprenant notamment la délimitation actuelle des régions linguistiques,

déclarent dès lors que les dispositions de ces propositions sont de nature à porter gravement atteinte aux relations entre les communautés.

 

(4) Zwitserland. Die meerdherheid is nodig bij: 'Subventionsbestimmungen sowie Verpflichtungskredite und Zahlungsrahmen, die neue einmalige Ausgaben von mehr als 20 Millionen Franken oder neue wiederkehrende Ausgaben von mehr als 2 Millionen Franken nach sich ziehen'. Zwitserse grondwet (Duitse versie)