Alarmfase voor het vrije woord

Een van de basisvoorwaarden voor democratie is het vrije spreekrecht. Dat dit beginsel het steeds erger te verduren krijgt is een understatement. Ook de wetenschap, het terrein dat ooit de biotoop bij uitstek moest zijn voor vrij onderzoek en dito woord, is steeds meer aangeschoten wild.

Het vakblad Nature, dat nota bene tot de top drie van de wereld behoort, overschreed volgens Hilde Van den Eynde in De Standaard van 2 september 2022 een nieuwe drempel in deze trieste evolutie. Een week eerder kondigde een editoriaal van één van de bladen uit de Nature-stal aan “ingezonden artikelen voortaan niet alleen meer op hun wetenschappelijke merites te zullen beoordelen, maar ook op mogelijke schade voor minderheidsgroepen. Een artikel dat wetenschappelijk goed onderbouwd is, maar waarvan de conclusie zou kunnen leiden tot discriminatie van bijvoorbeeld mensen met een donkere huidskleur of met een niet-heteroseksuele geaardheid mag de redactie op grond van dat laatste weigeren.”Nog in dat artikel zegt professor Andreas De Block (filosofie, KULeuven) niet verrast te zijn: “De meeste vakbladen kijken al langer naar de maatschappelijke impact van het onderzoek om een artikel al dan niet te publiceren.” Wat hem wél verbaast is dat het blad nu ook zwart op wit aangeeft dat te doen.

Het ontbreekt weliswaar niet aan kritiek op deze demarche – ook scherpe – maar het meest verontrustend is dat de ‘democratische’ wereld onderhand in grote mate ‘rijp’ wordt voor deze vrijheidsberoving. Van den Eynde schrijft misschien niet toevallig: “De aankondiging viel niet overal in goede aarde”.

Alleen een echte democratie respecteert maatschappelijke gevoeligheden. Dit dient los te staan van wetenschap. Meer Democratie is de mening toegedaan dat alle maatschappijmodellen slechts tot twee mogelijkheden te herleiden vallen, democratie of dictatuur. Binnen het wetenschapskader maatschappelijke gevoeligheden (soms) boven onderzoeksresultaten stellen is een dictaat.

Guido De Bruyker

Doneer nu