Het ultieme mysterie schuilt in de ratio

Paarse tijden, bizarre tijden. Deze regering was een drager van hoop op authentieke vernieuwing. Maar tegelijk wordt zij bemand door zeer conservatieve politieke krachten, waarbij het zwaartepunt wellicht bij de Franstalige socialisten is te vinden. Wat wij momenteel beleven, is vanuit democratisch oogpunt tamelijk dramatisch. Enerzijds wordt de invoering van het referendum op burgerinitiatief op de lange baan geschoven. Anderzijds worden, verpakt als politieke vernieuwing, in het hoogste tempo een serie hervormingen doorgevoerd die onder het mom van progressiviteit de verworvenheden van de Verlichting afbreken.
 
De aanval op het vrije denken en het vrije woord lijkt nu wel definitief ingezet. Daarbij treedt, in vergelijking met twintig of dertig jaar geleden, een merkwaardige verschuiving op in de politieke fraseologie. In de jaren zestig leverde het communisme het geijkte vijandbeeld. Wie de heerschappij van het kapitaal en de opkomst van het globale kapitalisme aanvocht, was een communist en moest maatschappelijk worden uitgesloten. Bij uitbreiding werd eenieder die het systeem contesteerde gebombardeerd tot communist, of in het beste geval tot 'nuttige idioot' in dienst van het communisme. In Duitsland kwam er een verbod op verkiezingsdeelname voor de communistische partij en een dito Berufsverbot.

De pointe van het hele scenario is daarbij het gegeven dat het communisme niet het échte alternatief of tegenbeeld vormt van het kapitalisme, maar een schertsalternatief. Het communisme is nooit een gevaarlijke uitdaging geweest voor het kapitalisme. In feite is het communisme een vorm van staatskapitalisme: de productiegoederen zijn niet langer het bezit van privékapitalisten, maar bezit van de staat, die op zijn beurt grondwettelijk onder de leiding staat van de communistische partij. Omdat die partij op zijn beurt volgens het leninistische principe van het 'democratisch centralisme' is ingericht, hebben de arbeiders en bedienden in een communistische economie eigenlijk niet langer een verzameling van aandeelhouders, maar een verzameling van hoge partijfunctionarissen als patroon. In die zin is het communisme eigenlijk alleen maar een aberrante en onefficiënte vorm van het kapitalisme.
 
Maar het communisme heeft doorheen de hele twintigste eeuw toch een belangrijke dienende rol vervuld voor het kapitalisme: door te poseren als het enige en ware alternatief voor het kapitalisme, vormde het door zijn feitelijke onaantrekkelijkheid (er zijn nooit grote vluchtelingenstromen van kapitalistische naar communistische gebieden geweest, altijd was het andersom) en schreeuwende inefficiëntie eigenlijk een permanent argument voor het loutere behoud van het kapitalisme, en tegelijk functioneerde het als een soort muizenval annex sterfput voor allerlei mensen die vol engagement en goede wil wensten te ijveren voor een niet-kapitalistische en menswaardige economie.
 
Toen tien jaar geleden het communistisch stelsel als een vermolmde boom in elkaar zakte, ontstond voor het inmiddels geglobaliseerde kapitalisme de dringende nood aan een opvolger voor het communisme. Er diende een nieuw, en aan de nood der tijden aangepast vijandbeeld tot stand te komen, compleet met een aangepaste fraseologie. De alternatieve vijand werd het fascisme en het racisme, kortom uiterst rechts.
 
Uiterst rechts in Europa weegt intellectueel en politiek niet zwaar. Een figuur als Haider is eigenlijk vooral een soort handige paljas. Hij vormt in geen enkel opzicht een bedreiging voor het globale kapitalisme. Er is trouwens geen enkel fundamenteel verschil te bespeuren tussen het programma en het beleid van de huidige Belgische en Oostenrijkse regeringen. Die Oostenrijkse regering maakt zich niet schuldig aan de wandaden (folteringen, deportaties, bombardementen, ...) van regimes in landen als Iran, Rusland of Israël, allemaal staten waarmee onze regeringsleiders – met minister Louis Michel op kop – goede maatjes willen zijn. De hele boycotactie tegen Oostenrijk heeft dan ook niet als bedoeling om een of ander de kop opstekend fascisme de pas af te snijden. De bedoeling is om via de fixatie op de stropop Haider preventief het ontstaan van een onafhankelijke en vrije Europees politieke cultuur en menswaardige economie onmogelijk te maken, net zoals vroeger de fixatie op de communistische stropop de ontwikkeling van daadwerkelijke antikapitalistische alternatieven onmogelijk maakte. Haider stelt het huidige systeem weliswaar niet consequent in vraag, maar hij past toch niet naadloos in de plannen van de Europese economische en politieke elite, bijvoorbeeld doordat hij luidop verwijst naar het soevereiniteitsverlies van zijn land binnen de Europese constructie. De actie tegen Haider moet aan iedereen duidelijk maken dat politiek uit de pas lopen absoluut niet wordt geduld: iedereen moet naadloos de marsrichting volgen naar een ondemocratische Europese Superstaat. En tevens is het de bedoeling om het ondemocratische Europese niveau als een soort morele waakhond en bewaker van maatschappelijke normen te doen aanvaarden.