Het manifest van de G1000 is democratieonvriendelijk. Het stelt dat de democratie is verworden tot de dictatuur van de verkiezingen, en het kijkt neer op referenda. Terwijl verkiezingen een hoogdag zijn van een democratie en referenda al eeuwen de basis vormen van de Zwitserse democratische samenleving.
'De dictatuur van de verkiezingen'...!
Kan je eigenlijk nog van een actie spreken die thuishoort in een democratische samenleving, als je stelt dat verkiezingen een dictatuur zijn. De stem van de burgers wordt dus als niet democratisch beschouwd, zelfs antidemocratisch. De omkering van de basiswaarden van de democratie! Om tot een dergelijk onvoorstelbaar besluit te komen maken ze eerst hun 'analyse' van de politiek vandaag. Enkele uittreksels:
'Na twee eeuwen stoten we op de grenzen van die formule. Verkiezingen maken het bestuur niet meer mogelijk, maar vormen juist een obstakel tot degelijk bestuur. Partijen stroomlijnen niet langer de samenleving, maar houden elkaar in een permanente houdgreep. Politiek is een hondenstiel geworden, een hogere vorm van rusteloosheid. Er zijn meer verkiezingen dan vroeger, er is veel meer druk vanuit de media, de burger is mondiger en kritischer dan ooit, partijtrouw bestaat niet meer. Het is knokken voor elke stem. Dus hoor je tijdens de campagne beloftes die lekker klinken maar lastig te realiseren zijn. Een politicus van pakweg 1911 had macht, die van 2011 heeft angst ...'
'De Belgische burger was nooit sneller ingelicht over politieke ontwikkelingen als vandaag. Elke seconde kan je de verwikkelingen volgen en becommentariëren, maar slechts eens om de vier jaar mag je stemmen. Vinden we het gek dat de onlinefora van onze nieuwssites vol staan met gefrustreerde, schreeuwerige berichten? Nooit eerder was de burger zo mondig – en tegelijk zo machteloos. Nooit eerder was de politicus zo zichtbaar – en tegelijk zo radeloos.'
Hun besluit
'Democratie is verworden tot de dictatuur van de verkiezingen.'
Hiermee geven ze alle schuld van alles wat in ons super-particratisch land er niet democratisch aan toegaat aan 'de kiezer'. Het is demagogisch, want het zet de hele particratie uit de wind. Veel meer verkiezingen dan 'vroeger' zijn er niet, en ook al niet meer dan in de landen rondom ons. Denk maar aan Frankrijk, waar men bij elke verkiezing twee keer gaat stemmen. Wanneer de partijen telkens weer dezelfde zogenaamde 'stemmenkanonnen' laten aandraven bij elke verkiezing, met nepkandidaten die al vooraf zeggen hun mandaat niet op te nemen, of bij gelijktijdige Europese, federale en regionale verkiezingen zelfs op drie lijsten stonden, dan ligt het probleem niet bij de burger, maar bij de partijen. Terwijl het manifest zelf aangeeft dat er maar om de vier jaar (federale) verkiezingen zijn. Is dat de dictatuur van de verkiezingen? Het zouden er eerder meer mogen zijn, zodat de burger niet alleen op discussiefora zijn gedacht kwijt kan, maar regelmatig in het stemhokje de politici kan sanctioneren.
Als het regeerakkoord van Di Rupo wordt uitgevoerd, zouden we in tegendeel minder verkiezingen krijgen; slechts om de vijf jaar, alle niveaus op dezelfde dag. Federale verkiezingen tussendoor zouden nog kunnen wanneer een regering valt en er geen meerderheid meer te vinden is voor een nieuwe. Dan zou de nieuwe regering na tussentijdse verkiezingen de vijf jaar volmaken. Dat wordt dus minder in plaats van meer democratie in het vooruitzicht.
België is geen democratie
Met de kiezer is niets mis, maar de vele grendels zijn de obstakels voor een degelijk bestuur. Dankzij de alarmbelprocedure, bijzondere wetten en pariteit in de regering hebben de Franstaligen op federaal niveau een vetorecht op elke beslissing. De gewone democratische meerderheid is in België volledig uitgeschakeld en vervangen door een blokkeringsmacht van de minderheid. Een democratie heeft als algemene regel dat wetten door een eenvoudige meerderheid van de verkozenen worden goedgekeurd. Soms met een 'wisselmeerderheid', zoals bij de abortuswet in 1990. In België zijn sinds 1970 nogal wat uitzonderingen ingevoerd op een eenvoudige meerderheid, met wetten die alleen met een meerderheid van beide taalgroepen goedgekeurd kunnen worden. En die lijst van belangrijke aangelegenheden in de grondwet is behoorlijk lang... Voor het federale parlementair werk in een echte democratie zou een gewone meerderheid van Belgische Kamerleden voldoende moeten zijn, ook als die bestaat uit een Vlaamse minderheid, of omgekeerd. Met de alarmbelprocedure zetten de Franstalige partijen echter het democratisch bestel van het Belgisch federaal niveau buitenspel. Onderhandelingen zijn verworden tot wat De Gucht een 'diplomatieke conferentie' noemt. België is niet alleen een particratie met overdreven macht van de partijvoorzitters en hun kleine intieme kring, maar werkt vooral ook als een confederatie van onafhankelijke staten, met alle voordelen voor de Franstaligen (veto's, transferts) en de lasten voor de Vlamingen.
Het zijn niet de verkiezingen die een obstakel zijn voor goed bestuur, maar het vetosysteem dat leidt tot 'diplomatieke conferenties'. Vlaanderen stemde uitgesproken (centrum)rechts, Wallonië uitgesproken links. En daarna komt er een sterk linksgeoriënteerde regering tot stand, pas nadat door een zeer links plan voor een regeerakkoord met veel extra belastingen (nota Di Rupo) de grootste Vlaamse en Belgische partij uitgerangeerd kon worden. Er kan geen meerderheid meer gevormd worden op basis van de totale Belgische verkiezingsuitslag, maar blijkbaar alleen nog als er aan Franstalige kant een meerderheid is. De stem van elke Belg is niet meer gelijk bij de Belgische verkiezingen. De kern van het probleem komt door de permanente houdgreep van de Franstaligen, niet van de kiezer.
Het besluit van de analyse in het G1000-manifest zou dus moeten zijn:
'De houdgreep van de Franstaligen heeft geleid tot een dictatuur van de minderheid en heeft de basisprincipes van een democratie ondermijnd.' Maar tot dat besluit kunnen de initiatiefnemers van de G1000 blijkbaar niet komen. Dat maakt hun hele initiatief tot palaveren naast de kwestie.
Leugens over referenda
Over referenda liegt het manifest, en het blameert en vernedert minstens alle Zwitsers door zijn valse informatie.
In het manifest:
'Bij een referendum moet je alleen stemmen, bij deliberatieve democratie moet je ook praten en luisteren.'
Bij de veelgestelde vragen staat:
'Is een referendum geen beter idee?
Nee. Bij een referendum vraag je iedereen te stemmen over een onderwerp waar slechts weinigen iets van afweten. Bij deliberatieve democratie vraag je aan enkelen om zich te informeren en met elkaar te delibereren. De resultaten zijn doorgaans veel rijker en zinniger.'
Alsof er bij referenda geen halfjaar publiek debat aan voorafgaat. Alleen al liegen over een andere vorm van inspraak die voor meer democratie zorgt, diskwalificeert het G1000-initiatief. Tezelfdertijd zetten ze eigenlijk ook in de grond elke democratische verkiezing in een slecht daglicht, want ook daar heeft iedereen één stem, en kan men evengoed beweren dat 'slechts weinigen' iets afweten van bijvoorbeeld de gevolgen van bepaalde politieke keuzes. Met dergelijke argumenten ondergraven ze de basisprincipes van de democratie zelf.
Pretentieus
Met een dergelijke ingesteldheid tegenover verkiezingen en bindende referenda kan uit zo'n initiatief nooit iets goeds voor de democratie voortkomen, wat voor positieve aspecten een deliberatieve bijeenkomst in het algemeen ook mag hebben. Om nog te zwijgen over de pretentie die spreekt uit hun ondertitel bij de benaming 'G1000': 'Heel het land spreekt'. Wat na de G1000 van 11 november komt, is ook nogal onduidelijk: de voorstellen van de G1000 worden verder behandeld door een groep van 32, de G32, die samen met 'experts' tegen eind april 2012 concrete voorstellen zou maken op basis van de prioriteiten die er op 11 november uit gekomen zijn.
Toemaat
Walter Pauli over de bijeenkomst: 'Spreken in naam van of zelfs vanuit 'het volk': dat heeft de G1000, ondanks (of juist door) zijn zorgvuldige en zelfs hypercorrecte selectie, nooit kunnen waarmaken. Het bleef een vergadering van zevenhonderd welmenende burgers. Dat is behartenswaardig, maar als politiek signaal amper relevant.' (Knack, maandag 14.11.2011)