G1000 Burgerinitiatief

Laat burgers ook eens beraadslagen, niet enkel politici. Dat is de oproep van een onafhankelijke groep denkers en doeners. Hun voorstel: de G1000, een bijeenkomst in Brussel op 11 november van duizend willekeurig gekozen burgers die onbevangen overleggen.

 

De vzw Burgertop lanceert de G1000 in drie fasen

Eén jaar na de parlementsverkiezingen lanceert de vzw Burgertop/asbl Sommet Citoyen met de zogenoemde 'G1000' een grootschalig burgerinitiatief voor de democratie in ons land. Met de G1000 moeten duizend burgers nadenken over de politieke crisis en voorstellen verzamelen voor een oplossing. Het initiatief gaat uit van schrijver David Van Reybrouck en andere mensen uit de culturele, academische, communicatie- en ICT-wereld.

Van Reybrouck schetst het opzet als volgt: 'We botsen vandaag op de grenzen van de representatieve democratie, waarbij het volk parlementsleden aanduidt die dan het land besturen en een regering aanduiden. Misschien zijn we in de fase aanbeland waarin de democratie, met mondige maar machteloze burgers en snelle sociale media, aan het verworden is tot de dictatuur van de verkiezingen.'

Van juli tot november wordt een grote online-enquête gehouden die polst naar vragen waar de mensen van wakker liggen.

Daarna is het de bedoeling om via een enquêtebureau een duizendtal burgers te selecteren uit alle lagen van de bevolking, die samen een weerspiegeling van de samenleving vormen maar aan geen organisaties of partijen verbonden zijn. Die duizend mensen komen bijeen in Tour & Taxis op 11 november om te debatteren over mogelijke oplossingen. In een derde fase zou een kleinere groep van 25 burgers dan de aanbevelingen van de G1000 concreter proberen uit te werken.

 

'Geen antipolitiek maar ultrapolitiek project'

'Dit is een ernstig, participatief en constructief project', benadrukt Van Reybrouck. 'Het is wetenschappelijk onderbouwd en wordt begeleid door professionele onderzoeksbureaus.' Volgens hem is een andere democratie mogelijk. Zo gebruikte de stad New York een gelijkaardig procedé om te beslissen over Ground Zero en Canada om een voorstel over een hervorming van de kieswet te formuleren.

De initiatiefnemers, waaronder tv-gezicht Francesca Vanthielen, stellen ook dat het geen antipolitiek project is. 'Dit is ultrapolitiek: een genereus gebaar aan de politiek.'

Het project wordt gefinancierd via crowdfunding. Geen sponsoring, maar anoniem doneren, via giften of sms-berichten.

 

Het manifest van de G1000

Overgenomen van Home | G1000

Laat burgers ook eens beraadslagen, niet enkel politici. Dat is de oproep van een onafhankelijke groep denkers en doeners. Hun voorstel: de G1000, een bijeenkomst in Brussel op 11 november van duizend willekeurig gekozen burgers die onbevangen overleggen.

De uitdagingen waar België momenteel voor staat lijken te groot om door het spel van de partijpolitiek opgelost te krijgen. Dat is niet erg; de democratie is gelukkig meer dan een kwestie van politieke partijen. Als de politici er niet uit geraken, laat de burgers dan beraadslagen. Wat het volk niet heeft aan kennis, heeft het aan vrijheid. Een enorm voordeel.

De ondertekenaars van dit manifest hebben na maanden denkwerk een concreet model uitgedokterd dat een nieuwe impuls kan geven aan het opheffen van de impasse die dit land al vele jaren teistert: de G1000, een burgertop van duizend willekeurig gekozen inwoners van dit land.

 

Onze analyse

  1. De Belgische crisis is niet alleen een crisis van België, maar ook een crisis van de democratie. Ook in Nederland en Groot-Brittannië verliep de laatste regeringsvorming moeizamer dan gebruikelijk. In een democratie kiezen de burgers ervoor zichzelf te besturen, hetzij op directe wijze (zoals in het oude Athene), hetzij op indirecte wijze (zoals in België). Omdat niet iedereen zich kan of wil bezighouden met het bestuur van een land, duiden de burgers eens om de paar jaar mensen aan die dit in hun plaats zullen doen. Dit systeem heet representatieve democratie: de democratie bij afvaardiging. België is sinds zijn ontstaan in 1830 zo'n representatieve democratie.
  2. Na twee eeuwen stoten we op de grenzen van die formule. Verkiezingen maken het bestuur niet meer mogelijk, maar vormen juist een obstakel tot degelijk bestuur. Partijen stroomlijnen niet langer de samenleving, maar houden elkaar in een permanente houdgreep. Politiek is een hondenstiel geworden, een hogere vorm van rusteloosheid. Er zijn meer verkiezingen dan vroeger, er is veel meer druk vanuit de media, de burger is mondiger en kritischer dan ooit, partijtrouw bestaat niet meer. Het is knokken voor elke stem. Dus hoor je tijdens de campagne beloftes die lekker klinken maar lastig te realiseren zijn. Een politicus van pakweg 1911 had macht, die van 2011 heeft angst.
  3. Bovendien viel het traditionele middenveld voor een stuk weg. Vakbonden, ziekenfondsen en coöperaties vormden vroeger een doorgeefluik tussen de massa en de macht. De verzuiling had vele nadelen, maar ze gaf wel structuur aan het tumult. Nu is die interface minder duidelijk.
  4. En dan is er de komst van een veel interactiever internet, het zogenaamde web 2.0. De Belgische burger was nooit sneller ingelicht over politieke ontwikkelingen als vandaag. Elke seconde kan je de verwikkelingen volgen en becommentariëren, maar slechts eens om de vier jaar mag je stemmen. Vinden we het gek dat de onlinefora van onze nieuwssites vol staan met gefrustreerde, schreeuwerige berichten? Nooit eerder was de burger zo mondig – en tegelijk zo machteloos. Nooit eerder was de politicus zo zichtbaar – en tegelijk zo radeloos.
  5. Het politieke korps anno 2011 lijkt op een wantrouwig team van hartchirurgen die een delicate operatie moeten uitvoeren, maar dan op de middenstip van een tjokvol voetbalstadion. De massa joelt, de supporters zijn het veld opgelopen en bij elke beweging van een van de cardiologen schreeuwen ze wat de artsen wel en niet mogen doen. Niemand durft nog te verroeren. Iedereen wacht. De tijd tikt, het lot van de patiënt is van geen tel.
  6. Democratie is verworden tot de dictatuur van de verkiezingen.

 

Een alternatief

Toch kan het anders. Democratie is een levend organisme. Maar nu we in het tijdperk van het web 2.0 zijn beland, is er nog geen nieuwe democratische vorm gevonden.

  1. Overal wordt innovatie gestimuleerd, behalve in de democratie. Bedrijven, wetenschappers, kunstenaars en sporters moeten innoveren, maar als het op de inrichting van de samenleving aankomt, zijn we anno 2011 kennelijk nog steeds blij met de procedures van 1830.
  2. Verschillende westerse landen hebben de afgelopen jaren geëxperimenteerd met deliberatieve democratie, of overlegdemocratie. In een deliberatieve democratie worden burgers mee uitgenodigd om actief te beraadslagen over de toekomst. Toen in New York beslist moest worden over de nieuwe plannen voor Ground Zero, riep het stadsbestuur duizend New Yorkers bijeen om te komen praten. Ook in Canada, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk bracht men debatten op gang tussen gewone burgers. En in IJsland werd in 2011 zelfs het schrijven van een nieuwe grondwet aan een groep van 25 burgers toevertrouwd. Burgers die de kans krijgen om met elkaar te praten kunnen rationele compromissen vinden, op voorwaarde dat ze tijd en informatie krijgen. Dat lukt zelfs in diep verdeelde samenlevingen zoals Noord-Ierland. Katholieken en protestanten, die anders zelden met elkaar spreken, blijken in staat oplossingen te vinden voor heel gevoelige thema's zoals onderwijs!
  3. De Belgische overheid kent vooralsnog geen traditie van deliberatieve democratie. De afgelopen halve eeuw waren politici te druk bezig met staatshervorming om aandacht te hebben voor democratiehervorming. Deliberatieve democratie is nochtans interessant om de beperkingen van de representatieve democratie te ontstijgen. Ze schuift de werking van parlementen en partijen niet terzijde, maar wil er een aanvulling op zijn. Het zou wel eens de democratie van de toekomst kunnen zijn.

Is dat hetzelfde als een referendum? Nee. Bij een referendum moet je alleen stemmen, bij deliberatieve democratie moet je ook praten en luisteren. Debat is het hart van de democratie. Wanneer burgers daadwerkelijk met elkaar praten, slagen ze er makkelijker in het eigenbelang te paren aan het algemene belang. De stem van velen kan daardoor helpen om de besluiten van enkelen te verrijken.

 

G1000, de burgertop

Hier is het plan: op 11 november 2011 zullen duizend burgers uit het hele land in Brussel samenkomen bij Tour en Taxis om te praten over de grote uitdagingen van onze democratie. Ze zullen per lot getrokken zijn, zodat ze een goede afspiegeling vormen van de nationale bevolking. Ze zullen niet op een tribune zitten, maar aan honderd tafels van tien, elk met een gespreksleider. Op een centraal podium worden de onderwerpen ingeleid. Daarna luisteren we naar wat al die gewone, vrije burgers te zeggen hebben. Ze zullen stemmen over wat ze echt belangrijk vinden. Het wordt een ware hoogdag van de democratie. Wij, burgers van een land in crisis, helpen de politici met zoeken naar oplossingen.
De G1000 is opgevat als een drietrapsraket. Eerst komt er een grootschalige onlinebevraging (van juli tot november 2011): waar ligt de burger écht wakker van? Dan is er de burgertop zelf. Daar beslissen we: Hoe willen we met elkaar omgaan? Welke principes delen we? Wat zijn de prioriteiten? Ten slotte gaat, net zoals in IJsland, een kleine groep burgers die door het lot zijn getrokken aan de slag (tot april 2012) om de besluiten van de burgertop te verdiepen en uit te werken.
Kunnen burgers dit aan? Vast. Onderzoek aan de universiteiten van Luik en Brussel bewees dat Belgische burgers met de meest uiteenlopende meningen bereid zijn constructief naar oplossingen te zoeken voor complexe problemen. Een burgertop als de G1000 kan je vergelijken met een burgerjury bij een assisenzaak. Als doordeweekse burgers in staat zijn om te beslissen over een mensenleven , dan kunnen ze zeker een nieuwe blueprint voor dit land opstellen.

 

Uitgangspunten

Onafhankelijkheid. De G1000 is door en door een burgerinitiatief dat de democratie van nieuwe zuurstof wil voorzien. Het is onafhankelijk en steunt op objectief wetenschappelijk onderzoek.
Openheid. De uitkomst ligt niet op voorhand vast. Er is geen voorkeur voor bepaalde voorstellen. De G1000 biedt enkel een procedure om over nieuwe voorstellen te praten.
Waardigheid. Deelnemers aan de G1000 erkennen het recht op een ander standpunt. Je hoeft het niet met andermans ideeën eens te zijn om een open gesprek aan te gaan.
Optimisme. Een burgertop als de G1000 erkent de ernst van de Belgische crisis, maar weigert cynisme. Het initiatief wil positief en constructief meedenken aan oplossingen.
Complementariteit. De G1000 bezondigt zich niet aan antipolitiek, maar gelooft dat politiek te kostbaar is om enkel aan politici over te laten. Wij willen het werk van partijen niet afpakken. De G1000 is een genereus gebaar van de burgerbevolking naar de partijpolitiek.
Participatie. Iedereen is welkom om mee te denken via het internet. Naast de duizend die deelnemen aan het eigenlijke overleg, staan tal van vrijwilligers in voor het onthaal, het tolken, de catering en de randanimatie.
Transparantie. Ook qua financiering is de G1000 een civiel proces. Elke gift vanaf 1 euro is welkom, maar niemand kan meer dan 5 procent van het totale budget schenken. De organisatie kent bewust geen sponsors of mediapartners, maar gelooft in crowdfunding: individuen, bedrijven, verenigingen en overheden kunnen hun steentje bijdragen.
Diversiteit. De burger beslist zelf hoe groot de G1000 wordt. Het kost ongeveer 465 euro om één burger af te vaardigen naar de burgertop (ter vergelijking: verkiezingen kosten ongeveer 50.000 euro per volksvertegenwoordiger). Naarmate de groep groeit, stijgt ook de diversiteit aan stemmen. Hoe meer burgers, hoe meer top!
Opportuniteit. De crisis is een kans. Om de democratie een nieuw elan te verlenen. Om burgers te betrekken bij de vernieuwing van hun democratie. En om politici de betrokkenheid en prioriteiten van de burgers te doen kennen.
Dynamiek. Als grootste deliberatief proces in Europa ooit kan de G1000 de belangstelling en de verwondering van de buitenwereld wekken en de inwoners een nieuw gevoel van dynamiek verlenen.

 

Oproep

De eerste ondertekenaars van dit manifest zijn de organisatoren van de G1000. Zij komen uit diverse hoeken van de samenleving en het land. Geen van hen bekleedt een politiek mandaat, maar allen zijn hartstochtelijke verdedigers van de democratie. De afgelopen maanden hebben ze veelvuldig vergaderd en gestudeerd. Wie dit manifest wil ondertekenen of het project wil steunen met zijn tijd, kennis of geld, is van harte welkom op:

 

Enkele bedenkingen van  leden van Democratie.Nu

Het referendum is juist zeer goed geschikt om een debat op gang te brengen. Nu zijn de burgers apathisch omdat zij weten dat zij niets te beslissen hebben behalve om de zoveel jaar een afgevaardigde, die dan nog niet uitvoert wat hij belooft heeft.
We zien overal waar het referendum bestaat dat het debat zeer levendig is. Ook naar aanleiding van het Verdrag van Lissabon waren er in de landen waar een referendum gehouden werd veel meer debat, bewustzijn en discussie dan in de landen waar geen referendum was.
Bij een referendum heeft elke burger de kans om zich te informeren, om deel te nemen aan het debat en om vervolgens mee te beslissen over een zaak die hem of haar aanbelangt. Kijk naar Zwitserland, Liechtenstein, Beieren, Hamburg: aan elk referendum gaat een publiek debat van enkele maanden vooraf (let wel: het gaat hier over het bindend referendum op volksinitiatief, niet over een plebisciet of een vrijblijvende volksraadpleging). Overigens kan men democratie niet beperken tot overleg alleen, want uiteindelijk moet iemand beslissen. In een democratie moet het altijd mogelijk zijn dat de burgers het laatste woord hebben.
Het zijn de burgers die meer referenda willen en niet politici. Met een referendum heeft de burger immers steeds het laatste woord. Daarom moet het referendum als eerste democratische maatregel gelegaliseerd worden. Momenteel is het referendum verboden en daarmee is er geen sprake van democratie in dit land en is alles geblokkeerd. Duizend mensen afvaardigen (of enkele keren meer dan het aantal parlementsleden) is nog steeds een minderheid. Met het referendum wordt iedereen afgevaardigde. En zo hoort het. De technologie bestaat om frequent referenda te houden. Het referendum is dé democratische innovatie. De democratie kan niet innoveren omdat diegenen die kunnen innoveren, de politici, dit niet willen om machtsbehoud.